Ik heb mijn vrouwtje lang beloofd, om naar Amsterdam te gaan

Gerda van Kruijsbergen - 20-10-2014



Ik zoek allang het liedje dat mijn vader vroeger altijd zong.
het gaat ongeveer zo:
“Reeds lang heb ik mijn vrouwtje beloofd, om naar Amsterdam te gaan.
Zo’n belofte die maakt schuld en dient eindelijk vervuld.
Zo brak dan na lang wachten, toch de blijde morgen aan en omdat ik er niet meer buiten kon, ging ik in hemelsnaam op weg naar het station.
En heel rustig en tevree, gingen de kindertjes ook mee.
Jantje, Pietje, Keesje Nel, net een landverhuizers stel.”
enz. enz. maar dat weet ik niet meer zo precies. Ik zou het heel fijn vinden om nog eens de volledige tekst te hebben, bij voorbaat dank









2 reacties

  1. Gerda van Kruijsbergen

    Hartelijk dank, nu heb ik eindelijk het gedicht dat mijn vader vroeger altijd zong. Ik kende wel wat regels maar niet alles, vriendelijk bedankt.

  2. “De Spoorstaking” uit 1903. Het kreeg als ondertitel: “Vroolijke coupletten voor één Heer”.

    Reeds lang had ik mijn vrouw beloofd naar Amsterdam te gaan
    Zo’n belofte die maakt schuld en dient uiteindelijk vervuld
    Zo brak dan na lang wachten toch de blijde morgen aan
    En omdat ik er nu niet meer buiten kon
    Ging ik in ’s hemels naam op weg naar het station
    Heel rustig en tevrêe zo liepen ook de kindjes mee
    Jantje, Keesje, Aal en Nel (net zo’n landverhuizersstel)
    Boven op mijn arme nek daar hing onze kleine lieveling
    Achteraan mijn vrouw, mijn Liesje, met het karabiesje

    Zo kwamen wij dan aan ’t station. Ik daadlijk naar ’t loket
    Derde Amsterdam, meneer! Zes retours voor heen en weer
    De kaartjesman zei Beste vriend, ga jij maar weer naar bed!
    Zie maar dat je een volgend keer het reisje maakt
    Want vandaag heeft overal de spoor gestaakt
    Ik zei: Potverdrie, da’s lam! Voor één maal wil ik naar Amsterdam
    Ik sta met al mijn kindjes hier, zelfs het kleinste mormeldier
    Ik heb mijn gansche lieve leven door, nooit gezeten in het spoor
    En nu ik een reisje wil gaan maken, gaan ze staken!

    Ze leenden ons géén lookmotief. En ik riep dan den inspecteur
    D’inspecteur zei: Hm!, Hm! Hm! En de chef zei: Hm!, Hm!, Hm!
    Kan ik nu nog naar Amsterdam? vroeg ik een conducteur
    Maar die conducteur zei: Hm!, Hm!, Hm! O zoo
    Ik denk nou ga ‘k het maar ’s vragen op ’t bureau
    Toen ik op het bureau aankwam en vroeg: Kan ik nog naar Amsterdam?
    Zeiden ze allen: Hm!, Hm!, Hm! Toen zei ik: Hm!, Hm!, Hm!
    ’t Heele personeel was stom, ik zei: Ik kom later wel weerom
    Dan ga ik het reisje wel maken, als ze niet meer staken.