Home / Liedjes / Bloeiende harten

Bloeiende harten


Enkel rust was de natuur,
Op een zomermiddaguur,
Onder een linde die bloeide in pracht,
Zat een paartje gedwee,
Gezellig met hun twee,
Te kussen en te fluisteren zacht.
En temidden van ’t gedroom,
Zweefde hoog van de boom,
Heel zachtjes naderbij,
Het vinkje zoo schoon,
In deez’ schoone droom,
En zong zijn lied erbij:

Refrein:
En sprak toen: ‘Mijn schat,
Als ik je altijd bij me had,
Maar ik moet gaan varen op zee,
Dan neem ik ook je hartje mee.
Want ik heb je zoo lief,
Ge zijt mijn hartedief,
Ik zal u beminnen met ziel en zinnen,
Want ik hen u zoo lief.

Eens ging hij aan de zwier, werd dronken wat ’n grap,
Kreeg kramp in zijn buik, o heer,
Hij keek eens om zich heen vloog spoedig in ’n trap,
Lag daar een souveniertje neer,
Hij stond toen spoedig op nam gauw de vlucht,
Hij hoorde gebrom,
De buurvrouw van drie hoog riep ‘hemel wat een lucht.’
Maar Kobus keek niet om.

Refrein

Eens ging hij met een meisje naar Freriks toe,
Heel gezelig met hun twee,
Zij zaten op een bankje want zij waren moe,
Het bankje was geschilderd heerejé.
En toen zij samen weer zouden huiswaarts gaan,
Bleef ieder vol bewondering staan,
Hun goed zat vol verf, en ieder die riep, ‘kom,
Zeg Kobusje kijk je nog eens om!’

Refrein

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten