Beste jongen blijf maar boer

Kees Post - 04-02-2019


Dichter(es): niet bekend

Ik zoek een gedicht van 4 a 5 verzen. Mijn vader kon dit feilloos opzeggen, hij komt uit 1903 en heeft het waarschijnlijk jong geleerd.

De laatste regel van het gedicht is:

Beste jongen blijf maar boer









1 reactie

  1. Arnold Poortinga

    Brief van een landbouwer aan zijn zoon. (Louis Davids 1883-1939)

    Mijn lieve zoon, j’ hebt me geschreven
    Nu j’ achttien jaar geworden bent
    Of ik j’ een goede raad wou geven
    Wat je moet worden beste vent
    Dat ’s voor je vader ongelogen
    Een zware taak, een lastig ding
    Illusies zijn zo gauw vervlogen
    Het leven is zo zonderling
    Als je gedwee je hoofd kunt bukken
    Want o, de mensen zijn zo slecht
    Die ’t hardst bedriegt heeft ’t meeste recht
    Jij moet de boerderij maar drijven
    Daar kan je minstens eerlijk blijven
    J’ hebt een goed huis en lekker voer
    Dus jongenlief, blijf jij maar boer.

    Mocht je de politiek soms lijen
    Je krachten geven aan het land
    Die taak is lang niet te benijen
    Daartoe behoort sluwheid en verstand
    De politiek is slechts een leugen
    Z´is als een maalstroom, als een kolk
    Want onder ´t mom van ´s lands belangen
    Bedriegt men ´t arme burgervolk
    Terwille van een kamerzetel
    Doet ze zo vurig en vermetel
    En zitten z´eenzaam op de stoel
    Is ´t volk veel verder van het doel
    Om steeds te huich´len en te liegen
    Om met een glimlach te bedriegen
    Dat ´s voor een eerlijk mens een toer
    Nee jongenlief, blijf jij maar boer.

    Of wil je geuren, wil je glimmen
    Trekt jou misschien het leger aan
    Dan zal je als je op wilt klimmen
    Beslist naar Indië moeten gaan
    Jij kan je daar wel onderscheiden
    Jij krijgt er vast het ridderkruis
    Maar ik zie mijn kind na lange tijden
    Misschien wel zonder armen thuis
    Zou jij wel bloed kunnen vergieten
    Zou jij een medemens neerschieten
    Zou jij, trots alle deugd en moed
    Je handen dompelen in bloed
    Zou jij een mens de doodsteek geven
    Die wellicht nooit iets heeft misdreven
    Omdat je ´t bij het vaandel zwoer=
    Nee jongenlief, blijf jij maar boer.

    ´k Heb je mijn mening laten horen
    ´k Heb jou, mijn zoon, advies verloeend
    je hoeft j´er heus niet aan te storen
    Maar ´k ben je vader, die het meent
    Als alle vaders aandacht schonken
    Om hunne zonen bij te staan
    Waren er velen niet gezonken
    Zag je geen stumper barrevoets gaan
    Laat Amsterdam je nooit verlokken
    Mijdt grote steden als de pokken
    Ik weet, de lichtstroom trekt ons aan
    Ofschoon w’erin ten onder gaanHoevelen zijn niet door dat leven
    Vernietigd, in het slijk gebleven
    ’t Gevaar ligt oov’ral op de loer
    Nee jongenlief, blijf jij maar boer.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten