Dichter(es): | ? |
een jongeling mee in de halve kring gezeten, dorst zich te beroemen,
dat hij het hoofd der stad, secuur had bij de neus gehad en er kaal was afgekomen.
Men vloekt en schreeuwt en handig wordt onze onverlaat
in de kraag gegrepen en heen gesleurd voor het gerecht.
Daar laat de jonge man lachend horen,
dat hij voor het eerst als nieuwe knecht
de burgervader had geschoren
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.