Een boer in zeek’ren tuin gegaan, zag daar een deel pompoenen staan

Jan Bos - 25-06-2018



Er ontbreekt nog veel aan dit gedicht en dat kan ik nergens vinden. Kunt u me helpen?
Dit is wat ik nog weet:

Een boer in zeek’ren tuin gegaan, zag daar een deel pompoenen staan.
Hij zag hoe dat het bol gewas gans dik en opgezwollen was.

Hij zag daar ook een forse eik die niet zo grote vruchten droeg doch kleiner last dat niet en woeg.

Er viel een eikel uit den top en viel den kinkel op zijn kop en maakte een put in zijnen hoed.

Des zo verschiet zijn innig bloed, want ware het naar zijn zin gegaan, dan was het nu met hem gedaan.









2 reacties

  1. Arnold Poortinga

    Van een pompoen en een eikel. (Jacob Cats 1577-1660)

    Een boer, in zeker tuin gegaan,
    Vond daar een deel pompoenen staan.
    Hij zag, hoe dat het bolgewas
    Gans dik en opgezwollen was,
    En dat het loof, en ieder tak
    Was teer en voos en bijster zwak;
    Hij zag tot zijner rechterhand,
    Daar stond een eikenboom geplant,
    Die geen zo zware vruchten droeg,
    Maar klein gewas, dat niet en voeg;
    Hier vaart de man geweldig uit:
    Ziet daar een dink, dat niet en sluit!
    Een vast, een dik, een machtig hout,
    Wel ‘ t hardste van het ganse woud,
    Dat stijgt tot boven in de lucht,
    Draagt maar alleen een kleine vrucht;
    En ziet, een kruid van geender macht,
    Dat brengt ons voort zo zware dracht.
    Terwijl hij dit in gramschap zeit
    En met de hemel staat en pleit,
    Een eikel, boven it de top,
    Die valt de kinkel op de kop;
    En maakt een put in sijne hoet;
    Des zo verschiet zijn innig bloed,
    En hij zeid’ :God, vergeef ‘ et mij!
    Ik spreke los en al te vrij,
    Ik spreke tegen uw beleid,
    En dat ik zeg heeft geen bescheid;
    Want had ‘ et naar mijn zin gegaan,
    Het ware nu met mij gedaan,
    Eylaas! mijn onbesuisde hoofd,
    Dat ware van zijn brein beroofd;
    Ik lag met de neus in ’t zand,
    Alleen door enkel onverstand.

  2. Hanneke Peters

    ”t is Historisch, lazen we in het blad School en Bestuur van de Unie School en Evangelie. Geciteerd werd een gedicht van Jacob Cats uit ”Onze spreekwoorden”, korte verhalen voor de hoogste klas der lagere scholen, uitgegeven in 1885. Vader Cats wist in zijn gedichten rake dingen te zeggen. Hier volgt het gedicht, getiteld ”Een bok schieten”:

    ”Een boer, in zekren tuin gegaan.
    Vond daar een deel pompoenen staan.
    Hij zag, hoe dat het bol gewas
    Gansch dik en opgezwollen was.
    En dat het loof en ieder tak
    Was teer en voos en bijster zwak.
    Hij zag aan zijne rechterhand;
    Daar stond een eikeboom geplant.
    Die geen zoo zware vruchten droeg,
    Maar klein gewas, dat luttel woeg.
    Nu voer de man geweldig uit:
    ”Ziedaar een ding, dat heel niet sluit;
    Een vast, een dik, een stevig hout,
    Wel ”t hardste van het gansche woud,
    Dat stijgt tot boven in de lucht,
    Draagt maar alleen een kleine vrucht;
    En ziet, een kruid van geene macht.
    Dat brengt ons voort zoo”n zware dracht”.
    Terwijl hij dat in gramschap zeit
    En met den hemel staat en pleit,
    Een eikel boven uit den top.
    Die valt den wijsneus op den kop
    En maakt een put in zijnen hoed.
    Daarop verschiet zijn innigst bloed,
    En hij zei: ”God, vergeef het mij!
    Ik spreek daar los en al te vrij;
    Ik bazel tegen Uw beleid,
    En wat ik zeg, heeft geen bescheid;
    Want was het naar mijn zin gegaan,
    Het ware nu met mij gedaan;
    Helaas! mijn onbesuisde hoofd.
    Dat ware van zijn brein beroofd;
    Ik lag dan met den neus in ”t zand,
    Alleen door louter onverstand”.”

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten