Dichter(es): | Onbekend |
Eind van verhaaltje/ gedichtje is:
Kijk wie staat daar op de drempel,
Tante Mien, ze roept warempel,
Kinderjes die snoepen heus
vallen altijd op hun neus
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.
Kindertjes, wees even stil:
hier zien jullie Pietertje Pril
en daar zijn de andere twee
Dikkertje Duxon, Polletje pree.
Alle drie net even oud
even groot en – even stout.
Op dat plankje bovenaan
zie je daar die trommel staan?
In die trommel zijn biskwietjes…
en daar staan ze met hun drietjes
met hun drietjes op een rij
en ze kunnen er niet bij.
Ko, zegt Dikkertje Duxon dan
‘k heb ineens een heel mooi plan
weet je wat we doen? We gaan
op elkanders schouders staan!
Even later staan ze daar
netjes boven op elkaar.
Dat is Dikkertje, daar benee
bovenaan staat Polletje Pree
en de middelste van ’t stel:
Pietertje Pril, dat zie je wel.
Polletje neemt een kloek besluit
en hij steekt zijn handjes uit.
Maar hij wiebelt wel een beetje
want hij staat niet stevig, weet je…
wat is dat?…er klinkt geluid…
Polletje wankelt en glijdt uit
en ook Pietertje valt van schrik!
En op ’t zelfde ogenblik…:
Kijk, wie staat daar op de drempel?
Tante Mien! Ze roept: Warempel
kinderen die snoepen – heus –
vallen altijd op hun neus
hier een buil en daar een bult?
jongens, ’t is je eigen schuld!
Ach ach ach, wat huilen zij…
tante Mien krijgt medelij
en ze legt op ’t zere knietje
toch een lekker rond biskwietje
en drie snoepjes, samen delen,
kom, en nu weer buiten spelen.
Annie M.G. Schmidt 1958