Maanden van het jaar: jan, feb, enz

Januari
Vliegensvlug glijd de slee
van de berg naar benee
Wie voorbij komt blijft staan kijken
Denkt zo,n tochtje zal me lijken
Roept pas op, gilt o wee, juicht hoera.
strakjes mee.
Februari
Je sijsje zingt mooi
maar blij zingt het niet.
Het sijsje m,n meisje
dat heeft er verdriet
Je vrindje lief kindje och dat is niet vrij
Doe open het kooitje
dan zing het weer blij
Maart
Moesje mogen wij naar grootje
vroegen zus en kleine jootje
t mag zei moes maar opgepast.
houd elkander stevig vast
Maart die raast weer
Maart die blaast weer.
Maart trakteerd ons weer op buitjes.
Jasjes aan en warme truitjes.
April
Aprilletje aprilletje
Je hebt tocht maar een willetje.
Eerst zie je ons zo vriend,lijk aan
En als we dan zijn uitgegaan.
Dan kijk je opeens weer o zo boos
en na een poos
dan laat je het regenen dat het giet
Aprilletje ik vertrouw je niet
Mei
Een meibloempje is ze mijn kleine zus
En kun je niet raden waarom?
Dan zal k het je zeggen
Maar k vind je ja heus toch wel een klein beetje dom.
Een meibloempje is ze mijn kleine zus
Omdat de Mei haar os bracht
Die goeie die beste die lieve Mei
Zeg had ze t niet aardig bedacht?
Toen ik haar voor t eerst in haar wiegetje zag
Nou raad er eens wat ik toen zei
Bedankt voor het bloemetje dat je ons bracht
Een schat is t hoor vriend,lijke Mei
Juni, juli, augustus en september weet ik niet meer.
Oktober
Eens vroeg er een elfje aan t zonnetje
Zeg heb je voor mij een japonnetje?
Dat treft zei het zonnetje
Kom dan maar gauw.
Een gouden japonnetje heb ik voor jou.
Toen zijn ze tesamen het bos ingegaan.
Het zonnetje raakte de bladeren aan.
En t kleedje voor t elfje
ja heus het is waar
Was denk er eens dadelijk kant en klaar.
December weet ik niet meer.

Wie kent de teksten van de ontbrekende versjes?

• Terug naar overzicht