Op het gras is warmte en licht lig ik te turen door het riet
En het riet ruist rustig in mijn oren
het werfje aan de overkant laat geklopklank horen dat uren duurt en altijd voort blijft duren.
Ik doe de rietzwaarden die mijn handen schuren wat open…
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.
Hr. Rijnders heeft gelijk. De naam van de dichter blijft nog steeds een geheim.
Scheepswerfje
W.Versluys is de uitgever, maar wie heeft het geschreven?
W. Versluys, Amsterdam 1889
Hartelijk dank. Dit is gedeeltelijk de oplossing. Nu alleen nog de naam van de dichter.
Dit is wat je zoekt Jos
Op ’t gras, in warmte en licht lig ik te turen
Door ’t riet en ’t riet ruischt rustig in mijn ooren:
’t Werfje over ’t water laat geklopklank hooren,
Dat uren duurt en aldoor voort blijft duren.
‘k Doe de rietzwaarden, die mijn handen schuren,
Wat open, ‘k zie voor ’t houtvlot ’t water gloren,
Voor me ’t werfhellinkje een klein scheepje schoren,
En ’t dorpje in ’t groen: rood, blauw, en planken muren.
Hier kan geen stads- of menschen-leed mij deren:
De zon is warm, ’t gras zacht, ’t riet ruischt, het water
Vonkelt, ’t dorp gloort in ’t licht, ’t klopt daar zoo vroolijk:
Wee mij, wat baatte ’t of ik bleef, al school ik
Hier weg in ’t riet; – straks wordt het donker, later
Winter en doodsch: – dwaas mensch, ga leven leeren!