Home / Verhalen / Bleu maar geen blauwtje

Bleu maar geen blauwtje

Met dank aan Jan de Jong voor het insturen van de tekst

In 1940 tijdens de wording in haar moeders schoot werd er op 100 meter afstand tegenover haar ouderlijk huis in het Gemeente Ziekenhuis een jongetje geboren. Dat jongetje was ik maar pas 25 jaar later ontmoetten wij elkaar. Het was toen november 1965.

Toen ze in 1965 geslaagd was voor haar verpleegstersexamen ging ze, op aanraden van een collega, met vriendinnen een avondje naar de Soos. Dat was een vriendenclub waaruit later veel huwelijken voortgekomen zijn. En daar zagen we elkaar voor het eerst maar we raakten door mijn verlegenheid niet aan de praat en bovendien was ze met haar vriendinnen in de weer. Ik was helemaal niet op zoek naar een meisje maar toen ik haar zag werd ik getroffen door haar lief gezicht en wist ik meteen zeker: “ Zij is het ”. Maar ik had geen idee hoe haar beter te leren kennen en was vreselijk bang om af te gaan en een blauwtje te lopen.

Maar de aandrang om contact te maken was zo groot dat ik de truc bedacht om met Sinterklaas een anonieme taaipop met gedicht naar het ziekenhuis te sturen, gericht aan haar en haar vriendin. Maar uit dat gedicht bleek al duidelijk dat het alleen voor haar bestemd was. Op de eerstvolgende soos-avond moesten de mannen een schrijfproef doen om het schrift te vergelijken met dat van het gedicht omdat eerdere pogingen van hen om van de bakker van de taaipop te horen wie hem had besteld faalden. Ik heb de uitslag van de schrijfproef niet gehoord en tot mijn teleurstelling kwamen geen verdere acties.

Gelukkig gingen we vanuit die Soos ook af en toe naar revues etc. zoals Toon Hermans en Snip en Snap in Carré. En toen we naar de Snip en Snap Revue in Amsterdam gingen waren zij en haar vriendinnen ook mee. We liepen in een groepje van het centraal station naar Carré en ik liep achter haar. Ze had zo’n speciaal loopje en was een hele verschijning in haar blauwe overjas en lange zwarte haar. Ik kreeg het steeds benauwder te bedenken hoe het nu verder moest. Maar het ging vanzelf want na afloop gingen we even in Cave International wat drinken en toen kwam ik naast haar te zitten omdat een van de andere meisjes met mij van plaats wilde ruilen. Het was erg gezellig en bleek plots te laat om met de trein terug te gaan zodat we als groep een paar taxi’s charterden die ons echter niet verder dan de Hembrugpont wilden brengen. Daar troffen we gelukkig een lege autobus aan en vroegen de chauffeur of we mee mochten tot station Zaandam waar onze fietsen stonden. Dat vond hij gelukkig prima en we stapten in. Ik stapte eerder in dan zij, oen die ik was en ging op een bank zitten maar tot mijn grote blijdschap kwam ze spontaan naast me zitten en we praatten wat over de voorstelling die we net gezien hadden en hoe flauw veel van die sketches eigenlijk waren. Bij het station in Zaandam namen we afscheid want een paar verpleegsters en ook zij moesten de volgende ochtend werken en de rest van het gezelschap ging nog even wat after-party-en in het Stations Koffiehuis van Bos. Ze ging met collega’s richting Frans Halsstraat waar ze woonde en het kwam niet eens bij me op even mee te fietsen.

De week daarop was er een dansavond in Christelijke Belangen in de Botenmakerstraat en zoals gewoonlijk ging ik daar ook heen en hoorde daar van haar vriendinnen dat ze avonddienst tot 10 uur had. Ik werd aangespoord haar bij het gemeente ziekenhuis, waar ze tegenover woonde, op te halen. Zonder die aansporing had ik het niet eens gedurfd. Ze bleek verbaasd en blij me bij het verlaten van het ziekenhuis daar te zien staan en ze vroeg me even te wachten om zich te verkleden. Daarna fietsten we samen terug naar de feestzaal aan de Botenmakerstraat en mengden ons in het dansgewoel met life muziek. Na afloop bracht ik haar terug naar huis en nam afscheid met een hand.

Ik wist niet hoe het nu verder moest en begreep wel dat er vervolgstappen nodig waren maar wat en hoe? Ik huurde een auto en vroeg haar of ze zin had, samen met haar vriendin en nog een knaap, een avondje in Amsterdam uit te gaan. Ze wilden allemaal wel mee en we kwamen op het Rembrandtsplein terecht, o.a. bij Ramses Shaffy. Na afloop zette ik ieder weer thuis af maar vroeg haar wel meteen of ze de volgende dag mee wilde een strandwandeling te maken. Er lag toen een schip op het strand bij IJmuiden.

Ze wilde gelukkig mee en we maakte, naast elkaar lopend, een grote wandeling waarbij vele vrijblijvende zaken ter sprake kwamen. Maar uiteraard nog niet onze verdere kennismaking. Ik voelde me blij maar was heel onzeker over hoe het nu verder moest want alleen een hand na afloop was toch wel erg afstandelijk. Toen we in donker weer terug waren zette ik de auto wat voorbij haar huis. Toen moest ik echt wel wat doen en vroeg haar schoorvoetend of ik haar een kus mocht geven. Ze zat daar kennelijk al met smart op te wachten want toen was er geen houwen meer aan. De eerste kus duurde zeker een uur en na wat op adem komen duurde de tweede niet veel korter. Toen brak het gesprek pas echt los, we bleken voor elkaar bestemd zo klikte het tussen ons.

Dat was het begin van een meer dan 46 –jarige relatie waarin we, uiteraard naast droeve dingen, veel geluk kenden maar die helaas recent zo plotseling door haar hartstilstand in oktober 2013 tot een einde kwam. Recent vond ik bij opruimen dat eerste Sinterklaas gedicht en alle vervolg gedichten over onze belevenissen die ik daarna elk jaar met Sinterklaas beschreef. Ze bleek alles bewaard te hebben.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten