Home / Verhalen / Een kleine boze boer voor de rechter

Een kleine boze boer voor de rechter

Met dank aan Lolke van der Meulen voor het insturen van de tekst

Het was in 1977 dat deze kleine boer zijn mest (stront) van zijn negen koeien niet meer op zijn erf mocht opslaan van de gemeente. Hij dacht dan breng ik het met paard en wagen alle dagen naar mijn weiland net buiten het dorp. Hij moest dan over een smal weggetje, dat ook van hem was. Een smal weggetje noemen ze in Friesland een reed. Aan dat weggetje (reed) stond een huisje, daar woonde een echtpaar uit Holland en die begonnen te klagen over stank. En ze lieten het boertje weten: “wij willen niet alle dagen die vieze stinkende strontkar langs ons huis.” Ze sloegen een paal midden in dat weggetje, zodat het boertje er niet meer langs kon.

Dit liep zo uit de hand dat het boertje en zijn buurman voor de rechter moesten verschijnen. Het boertje mocht eerst zijn verhaal doen bij de rechter, maar hij was vreselijk zenuwachtig en boos. Waarop de rechter tegen het boertje zei: “als u nu eens heel rustig blijft en uw verhaal eens rustig vertelt”. Toen antwoordde het boertje: “Mijnheer de rechter, mijn buurman heeft een paal in mijn reed geslagen en nu kan ik mijn stront niet meer kwijt.”

Familie van der Meulen uit Wetsens / Niawier (bij Dokkum) verzorgde vanaf 1906 tot 1980 (bijna 75 jaar) melkbussenvervoer. Lolke van der Meulen was daarna chauffeur op RMO rijdende melk ontvangst.