Home / Verhalen / Mobieltje

Mobieltje

Met dank aan Ivan Grud voor het insturen van de tekst


De man naast mij aan de bar, keek met meer dan belangstelling, naar mijn mobiele telefoon, die voor mij op de bar lag. Hij wees er met zijn vinger naar en zei, “fijne dingen mijnheer.” “Ja,” beaamde ik, “ze zijn heel gemakkelijk, en nuttig.” “Ik had ook zo een mooie, heb nu een andere, een ander merk, een klote ding, maar die andere, zo een zelfde als jij daar hebt, dat was een geweldig apparaat, was er erg blij mee, totdat.” “Totdat wat,” vroeg ik hem, altijd nieuwsgierig naar een goed verhaal, waarop hij vertelde.
“Kijk”, ik ben een verwoed sportvisser, roofvis, maar ook veelal paling. Dan zit ik met mijn maat ’s nachts uren in een bootje, redelijk ver uit de kust, en als je dan zo’n ding bij je hebt, is toch fijn gevoel, je weet maar nooit hé.” “Dat, kan ik mij levendig voorstellen, maar je zei, “ had, hoe dat zo,“ vroeg ik. “Nou ben ik al dertig jaar met de zelfde vrouw getrouwd, een schat van een mens hoor, daar niks van.”
Ik keek hem niet begrijpend aan, “mooi toch “, zei ik maar. “Ja, dat wel, maar ze bemoedert mij zo,” ging hij verder,”van de week had ze het weer eens.” “Kom ik thuis van het vissen, vijftig mooie palingen gevangen, mooi aan de maat.” “Wat doet ze,zij haalt weer eens mijn visjacket leeg, honderd keer heb ik haar verteld, niet doen.” Hij wenkte de kelner, “geef nog even twee kleintjes.”
“Maar toch weer doen,” er kunnen scherpe dingen in zitten haken, mijn vismes, “afijn,” noem maar op, maar dat wilt er bij haar niet in.” “En nu komt het,” vervolgde hij met een droevige blik.” “Mijn mobieltje heb ik altijd in een klein binnenzakje zitten, goed dicht, zodat het er niet uit kan donderen, gebruiken doe je het in een noodgeval, toch?’ “Wat doet ze?” “Zij gooit het hele zooitje in de wasautomaat.” “Ja, ze had alles goed nagevoeld.” “Daar kunnen ze niet goed tegen,” zei ik.
Het was mijn beurt, en de glazen werden weer vol geschonken. “Ik had de pest in uiteraard,”en zei tegen haar, “dat gaat je geld kosten.” “Maar, nee hoor, eigenwijs als de pest natuurlijk, ze was daar voor verzekerd.” “Ik maakte altijd van een mug een olifant, je kent dat.”
“En inderdaad, nog geen twee dagen later had ik een nieuw mobieltje, een rot ding.” “Snel hé,”zei zij,” nou dat klopte dus niet, voor geen meter.” “Gisteren vond ik de polis.” “Ja hoor, gedekt, maar met tweehonderd vijftig eigen risico.” “Ik heb maar niks meer gezegd, maar ze gaat voorlopig niet meer naar de Bingo,”zei ze. “Het verveelde haar.”
“Nog een laatste van mij?”

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten