Home / Verhalen / Veertien juli

Veertien juli

Met dank aan Nico Vogels voor het insturen van de tekst

Het moet in de vakantie van 1981 of ´82 zijn geweest. We reden zuidwaarts van Le Puy naar Langogne daar over de D906 via Villeford naar Alès. Deze route, die heel mooi is, werd op dat moment gekenmerkt door enorme zwart geblakerde heuvels door de bosbranden die daar enkele weken van tevoren gewoed hadden. Op weg naar Argelès sur Mer zouden we in Alès, een paar dagen rust nemen. Het was 13 Juli en we wilden op quatorze juliet niet reizen. En we wilden een keer naar Anduze gaan.

In Alès aangekomen zochten we de camping op. Deze camping municipal is gelegen in het sportcomplex van het stadje dicht aan de rivier de Gardon d´Ales. Toen we daar aankwamen werd er op de brug flink gewerkt. Allerlei stellages werden er opgesteld, we vroegen ons af waar dat voor diende. Daar kwamen we al vrij snel achter. Nadat we ons op de camping geïnstalleerd hadden, gingen we het stadje in, om eens wat rond te neuzen. Overal stond aangeplakt, dat er op 13 Juli, un grande spectacle avec les feux d´artifice was, dus met een groot vuurwerk, en dat werd afgeschoten vanaf de brug.

vuurwerk groen

Om half tien die avond werd de brug afgesloten voor het verkeer en werden de voorbereidingen getroffen voor het grande spectacle. Het hele stadje liep uit naar de kade aan beide zijden van de rivier om naar het vuurwerk te gaan kijken. Het was een drukte van belang. En iedereen was op zijn paasbest gekleed. Om tien uur kwam het feestcomité en de gemeenteraad aan en zette zich op de voor hun gereserveerde plaatsen op een kleine tribune, aan de oever van de rivier, waar vandaan ze goed uitzicht hadden op het vuurwerk. Feestmuziek werd ingezet en daarna sprak de burgemeester, een kleine gezette man met een rood hoofd en met rood-wit-blauwe sjerp om, een woordje tot Le Peuple. Daarna kon het grande spectacle beginnen. Alle lichten werden uitgedaan en het was aarde donker in Alès. Om kwart over tien gingen de eerste vuurpijlen de lucht in. Het was een prachtig gezicht. Na een minuut of tien zagen we in het licht van het vuurwerk, allemaal mensen over de brug rennen, die maakten dat ze wegkwamen. Toen opeens een luid geknal en de vuurpijlen vlogen alle kanten in, links, rechts, omhoog, omlaag over de rivier onder de brug enz. Langs de kade brak een ware paniek uit, mensen renden overal heen, luid schreeuwend van: merde, merde.

Ik heb nog nooit gezien hoe snel ambtenaren en gemeenteraadsleden kunnen zijn als ze weg moeten wezen. In een vloek en een zucht was de Vip-tribune ontruimd. Wij (ik, mijn vrouw en kinderen) doken achter de kademuur, want de vuurpijlen vlogen ons om de oren. We moesten er toch wel om lachen; dit kon alleen maar gebeuren in het land van Louis de Funès. Overal in het stadje braken kleine brandjes uit, omdat de vuurpijlen alle kanten in vlogen. Al snel was de brandweer ter plaatse om de vele, meestal kleine brandjes, te blussen. Het was een kabaal van jewelste. Het was een waar inferno. Een filmregiseur had het niet beter kunnen maken. Zover als je kijken kon, lagen vuurpijlen op de daken van de huizen en in de tuinen te branden. Dat was ook nog eens een keer het enige licht in het stadje. Niemand had er aan gedacht om het licht weer aan te doen. De meeste brandjes konden door de bewoners zelf worden geblust. Gelukkig maar.

Alles bij elkaar had het grande spectacle avec les feux d´artifice een half uur geduurd, inclusief het blussen. Het vuurwerk was eerder op dan verwacht. Het feest werd verder afgelast, en de mensen gingen meestal heftig pratend, soms ook heftig lachend, terug naar huis er was verder toch niks meer te beleven. Wij gingen ook (in het pikkedonker) maar terug naar de caravan. Toen we daar aankwamen en weer in het licht kwamen, lagen we allemaal in een deuk, want we waren zo zwart als negers. We hadden al die tijd naar boven gekeken en het roet van de vuurpijlen, dat op ons was neergedwarreld, hadden we mooi uitgewreven zonder dat we er erg in hadden. We konden ons meteen die avond douchen en verschonen. We zagen er uit!

Op de camping was het een vrolijke boel. Iedereen moest er hartelijk om lachen, vooral omdat het allemaal zo goed was afgelopen. De volgende dag toen we door het stadje liepen zagen we dat er overal geruimd en gepoetst werd. Het was er een rotzooi!!!. En dat op de nationale feestdag! De dag daarop vertrokken we naar Argelès Plage waar we vrienden zouden ontmoeten. We konden bijna niet wachten om hun dit verhaal te vertellen.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten