Home / Versjes / Adam en Eva
2826

Adam en Eva

Met dank aan Clary Pruijser voor het insturen van de tekst

Adam leefde lang geleden eenzaam in de hof van Eden
Met de zegen van de Heer, och wat wenst een mens nog meer?
Hij liep lekker in zijn blootje, baadde zon en baadde pootje
In het water van de beek, zeven dagen van de week!

Adam leefde zonder zorgen, totdat hij op zek’re morgen
Ontdekte dat echt elk beest, met een vriendin was uitgeweest!
Hij zei: “Ach Heer ik wil niet klagen, maar ik zou u willen vragen,
Onderdanig en beleefd, of u voor mij een vriendinnetje heeft?”

“Goed”, zei de lieve God, “Ik zal mijn best doen,
maar Adam, jij moet zelf de rest doen.
Ik zal zorgen voor een vrouw, die haar leven deelt met jou”.
Adam liep van pret te zingen, hij maakte twee verlovingsringen
en riep: “Prijs de Heer! Ik krijg een wijf!
En ’t is maar één rib uit mijn lijf!”

En toen Adam lag te slapen heeft de Heer de vrouw geschapen.
Het was de droom van elke man: alles d’r op en alles d’r an.
En zo leefden ze tevreden samen in die Hof van Eden
Totdat op een zek’re dag, Eva die boom met appeltjes zag

Eva dacht: “Wat kan het schaden, aan een boom zo vol geladen,
ofschoon de Heer het mij verbiedt, mist hij één, twee appels niet”.
En ze brandde van verlangen toen ze al dat fruit zag hangen.
Ze plukte en hapte terwijl ze zeê:
“One aple a day keeps the doctor away”!

Toen was ’t uit met het mooie leven, het paradijs werd opgeheven.
Door één appel zo U weet, werken wij ons nu in ’t zweet!
Door deze ongehoorzaamheid, raakten wij onz’ onschuld kwijt.
Door het eten van één appel werken wij ons nu te sappel

En ’t is daarom dat ik beweer:
Snoep verstandig, eet een peer!

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten