Home / Voordrachten / Het bedelend paartje

Het bedelend paartje


(komisch duo voor Heer en Dame of twee Heeren – kleeding:haveloos)
(Wijze: De Zwerver of het Lied van den Rattenvanger)

Dame: Als bedelend paartje trekken wij door het land
Heer: Door ieder geminacht, geschuwd en geschand,
Dame: En deze flesch klare (*) is ons beste vrind.
Heer: Jenever is ’t beste voor regen en wind.
Dame: Wij hebben geen thuiskomst en geen veerenbed
Heer: Dragen zomer en winter hetzelfde toilet,
Dame: Wij trekken gewoon van de mode niets aan,
Heer: Nu Dames en Heeren, Wat zeg je er van ?

Refrein (samen):
Als bedelend paartje trekken wij door het land,
Door ieder geminacht, geschuwd en geschand,
En werken dat haat (ik) (zij) da’s niks voor zoo’n meid,
Ik zeg maar met werken verdrijf je den tijd.

Dame: En hij is mijn vrijer, die ik teer bemin,
Heer: Ik ben niet recht uit ’t spinhuis of ik zit er weer in.
Dame: Hij is het vechten bepaald een genie,
Heer: Ik ben der niet bang … voor een maatje of drie.
Dame: Hij doet, net als ik, rentenieren in ’t groot,
Heer: Want werken daar heb ik een broertje aan dood,
Dame: Hij kleed zich eenvoudig, is geen modegek
Heer: Ik borstel nooit mijn kleeren, ons hindert geen vlek.

Refrein (samen):
Wij beiden wij passen precies bij mekaar,
En onze verhouding is zeer familiaar.
Denk niet dat de armoe ons hindert of kwelt,
Echt Hollansche liefde, die vraagt naar geen geld.

Dame: Mijn Koos is een jongen die ’t leven verstaat,
Heer: Ik rook mijn Havana’s kakversch van de straat,
Dame: ’t Is, op mijn woord, ook een handige vent,
Heer: Daarom kent mij ieder politieagent.
Dame: Ik bewaar zijn portret (**) als mijn dierbaarste schat,
Heer: Dat heeft ze geknipt uit het politieblad.
Dame: Zijn prachtig figuur zwabbert steeds door mijn geest,
Heer: Ik ben in mijn vrijheid nooit nuchter geweest.

Refrein (samen):
Dame: Wij hebben geen waschvrouw, dat is veel te dom,
Heer: Wij keeren onze verschooning om de acht dagen om,
Dame: Aan bijtende diertjes hebben wij vreeselijk het land,
Mijn insectenpoeder (***) heb ik steeds bij de hand.

Dame: Des zomers slapen wij op een wagen heel fijn,
Heer: En als ’t soms regent de wagen op mijn,
Dame: Des winters zoeken wij in schuren een kooi,
Heer: Daar slapen wij heerlijk in ’t hooi of op strooi.
Dame: Dan komen er muizen, een heel eskadron,
Heer: Die bijten de gaten in der … goeie japon.
Dame: En als ik ontwaak maak ik dit (*) kurkje los,
Heer: Ieder neemt dan zijn portie en wij snurken als een os.

Refrein (samen):
Daarom leve de klare, het nat van Schiedam,
God zal me bewaren als de mot er in kwam.
Daarom leven wij samen met de branderij,
Leve de vrijheid, de bedelarij.

(*) Toont een fleschje
(**) Toont een courant met een portret
(***) Toont een insectenpoederspuit

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten