Home / Voordrachten / Zoo’n kleine vrouw

Zoo’n kleine vrouw


Ik hou veel van een kleine,
Van een groote houd ik niet.
Zoo’n kleine, nette, fijne,
Brengt niemand ooit verdriet.
Maar het liefelijkst van allen,
Waar ik het meest van houd,
Wat mij reeds kan bevallen,
Dat is zoo’n heele kleine vrouw.

Refrein:
Zoo’n heele kleine vrouw,
Zoo’n heele kleine, nette, fijne,
Mooie, lieve vrouw.

Tracht men een kus te krijgen,
Bij zoo’n groot en zoet gevlei,
Dan moet men op een stoel gaan stijgen,
Anders kunt ge er niet bij.
Maar wat is niet begeerlijk,
Als men zamen zit heel trouw,
En je wiegt dan in je armen,
Zoo’n heele kleine vrouw.

Refrein

Heeft men zich eens voorgenomen,
Een groote sterke vrouw,
Wilt men ’s nachts laat thuis komen,
Dan slaat ze je bont en blauw.
Maar lieflijk zijn de nachten,
Komt men uit het clubgebouw,
En daar zit thuis te wachten,
Zoo’n hele kleine vrouw.

Refrein

Gaat men naast zoo’n groote lopen,
En ge zijt zelf maar een kleine vent,
De straatjeugd roept bij hoopen:
“Kijk ander halve cent !”
Maar liefelijk zijn de heuvelen,
Langs bergen en langs dauw,
Als naast je loopt te keuvelen,
Zoo’n heele kleine vrouw.

Refrein

In alle groote landen,
Is het thans slecht gesteld;
Men vecht met hand en tanden,
Maar meest regeert het geld.
Wij Hollanders beminnen,
De onbevlekte trouw,
De lieve Koninginne,
Die heele jonge vrouw.

Refrein:
Die heele jonge vrouw,
Die heele jonge, goede, fiere,
Dappere, edele vrouw.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten