Jaren 60 en 70

(klik op de plaatjes om ze te vergroten en op de blauwe titel van de liedjes om ze te horen en zien)

Nederlandstalige pop

Peter Koelewijn In 1959 richt Peter Koelewijn, zoon van een visboer uit Eindhoven, zijn Rockets op.

Met het inmiddels legendarische “Kom Van Dat Dak Af” heeft  hij in 1960 een gigantische hit. Nog drie hits volgen op de eerste single. Koelewijn schrijft de nummers, “Laat Me Los”, “Marijke” en “24.000 Kussen”.

Door de komst van het beatgeweld worden ze de rest van de jaren zestig buiten spel gezet. “Kom Van Dat Dak Af” wordt in 1971 opnieuw een hit. Peter Koelewijn formeert nieuwe Rockets en komt met een tweede succesreeks. “Mij Oh Mij” en “Angeline” in 1972, “Robbie” en “Veronica Sorry” in 1974. Daarna wordt het weer stil.

Maar deze ook wel ‘aartsvader van de Nederlandstalige rock & roll’ genoemd laat in 1977 weer van zich horen met het bespiegelende, “Je  Wordt  Ouder Pappa“, wat een grote hit wordt. Peter Koelewijn is een goede performer en mede daardoor krijgt hij het weer voor elkaar om in 1981 een grote hit  te scoren met:  “Klap Maar In Je Handen”,  zijn grootste hit na, “Kom Van Dat Dak Af”, dat in datzelfde jaar door weer een nieuwe  generatie  fans in de hitparade komt.

In 1989 wordt “Kom Van Dat Dak Af” voor de vierde keer een hit, nu echter in rapbewerking met Mc Miker G and D.J. Sven. 

Boudewijn de Groot & Lennaert Nijgh. Boudewijn de Groot ontmoet Lennaert Nijgh op het Haarlemse Coornhert Lyceum.  Beïnvloed door Jaques Brell, maar vooral door Jaap Fischer, beginnen ze samen liedjes te maken. In oktober 1965 heeft Boudewijn de  Groot  zijn eerste hit met het nummer, “Een Meisje Van Zestien“, een door Lennaert Nijgh gemaakte versie van “Un Enfant”, gezongen door Charles  Aznavour. Al  snel groeit  Boudewijn de Groot uit tot Nederlands  populairste  liedjeszanger.

Met  “Welterusten Meneer De President“, 1966, verwerft hij het predicaat ‘protest zanger’, waar hij zelf niet zo gelukkig mee is maar dat  hem  nog vele jaren zal achtervolgen.

Hij breekt definitief door met het nummer, “Het Land Van Maas en Waal” uit 1967 (door Joost de Draaijer aangekondigd als Het Land Van Kaas En Aal) dat een nummer 1 hit wordt in Nederland. De samenwerking met  Lennaert Nijgh is succesvol getuige de twee eerste  LP’s,  “Apocalyps”, 1966, en “Voor De Overlevenden”, 1967, waar hij zijn eerste Edison voor krijgt. Boudewijn de Groot bezingt op zijn eigen onnavolgbare wijze de woningnood, burgerlijkheid, afscheid van de jeugd, de oorlog en natuurlijk de liefde! De teksten van Lennaert Nijgh zijn pure poëzie die samen met de muziek een geheel vormen.

Onder de invloed van het opkomende hippiedom, maar nog sterker beïnvloed door zijn vrienden bij het undergroundblad ‘Hitweek’ brengt hij in 1967 de flowerpopplaat “Picknick” uit. Later zal hij zeggen dat deze plaat zijn minst persoonlijke was. Een tijdelijk samenwerkingsverband met Elly Nieman levert een top 10 hit op: “Meester Prikkebeen“.

Boudewijn de Groot verbreekt de samenwerking met Lennaert Nijgh. In 1969 en brengt hij het mystieke “Nacht En Ontij” uit waar hij zelf  de teksten voor schrijft die volgens zijn zeggen niet die sfeer, toon en poëtische lading van Lennaert Nijgh hebben ! Deze LP vervreemdt hem van zijn publiek. Tevens kondigt hij aan te willen stoppen met optredens. Toch probeert hij met Engels repertoire en zijn eigen groepen, The Tower en Names and Faces weer in de belangstelling bij het poppubliek te komen. Deze poging slaagt niet.

In 1970 komt hij als producer in dienst bij Phonogram. De single “Als De Rook Om Je Hoofd Is Verdwenen”, uit 1972, haalt de top twintig  net niet. Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh werken in 1973 weer samen en dat leidt tot het verschijnen van de LP “Hoe Sterk Is De Eenzame Fietser“, dat een groot commercieel succes wordt.  

De laatste LP, die hij uitbrengt in 1975, “Waar Ik Woon En Wie Ik Ben”, is zeer autobiografisch. Lennaert Nijgh is hier niet op aanwezig. In een interview verklaart Boudewijn de Groot dat hij niet de juiste relatie heeft met Lennaert Nijgh om deze zeer persoonlijke teksten te kunnen schrijven. Hij maakt de plaat samen met Renee Daalder, die hij kent als klasgenoot van zijn tijd op de filmacademie.

In 1976 vertrekt Boudewijn de Groot een jaar naar Amerika. Hij werkt daar hard om zijn  talenten op het gebied van componeren en arrangeren te perfectioneren en verder te ontwikkelen. Terug uit Amerika geeft hij een aantal concerten in België. In de daaropvolgende jaren brengt hij nog verscheidene LP’s uit en besluit in 1984 om definitief een punt achter zijn zangcarrière te zetten. Hij voorziet in zijn  onderhoud met het vertalen van Engelse detectives en maakt een TV serie over jongerencultuur, kortom hij is druk bezig. Het acteurschap trekt hem ook en hij speelt de rol van componist in de film,  “The Music Dance” van Pim de la Parra. Zo slaagt hij erin zijn oude liefdes, films en muziek te combineren. In 1991 speelt hij de titelrol in de Robert Long  musical,  “Tsjechov”. 

Zowel Boudewijn de Groot als Lennaert Nijgh hebben de Nederlandstalige muziek een geweldige dienst bewezen. Door hun unieke  samenwerking, die periodes kende dat ze elkaar lange tijd niet zagen, wordt duidelijk dat de Nederlandse taal heel veel kan zeggen en met de juist gekozen woorden zelfs mooi is om naar te luisteren. Gedichten op  muziek 

Boudewijn & Lennart onlosmakelijk met elkaar verbonden en met recht het ‘Gouden Duo’ van de Nederlandstalige popmuziek genoemd !  Lennart Nijgh overlijdt in 2002. 

De populaire lichte muziek als toetje

Nederlandse zangers en zangeressen,  een kleine greep uit de successen van de jaren zestig

Heel Nederland zingt mee met het in 1962 uitgebrachte “Brandend Zand” van Anneke  Grönloh dat een gigantische hit wordt. Ook Willeke  Alberti met “Spiegelbeeld“, 1963, doet de harten smelten, ze heeft veel hits in de jaren zestig. “Ploem Ploem Jenka” van Trea Dobbs wordt in 1965 een top tien hit. Conny  Vandenbos, scoort haar eerste hit in 1966  met het nummer “Ik Ben Gelukkig Zonder Jou” en ze zal ook in de jaren zeventig steeds in de hitparade te vinden zijn. In 1966 zingt Karin  Kent “Dans Je De Hele Nacht Met Mij“, het wordt een nummer 1 hit.

Al deze zangeressen dragen hun steentje bij aan de opleving van de lichte muziek. Met hun hartveroverende optredens worden deze  tienersterretjes zeer geliefd. 

Johnny Lion bezingt in 1965 het fotomodel Sophie van Kleef in “Sophietje”. Hij wordt met zijn band de Jumping Jewels  populair tot ver over de grenzen. De ludieke groep HET heeft in 1965 “Geen Zin Om Op Te Staan”. In 1966 heeft Ramses Shaffy een hit met “Sammy“. Ronnie en de Ronnies zingen “Beestjes” de top 5 binnen in 1967. Johnny en Rijk dansen de “Bostella” in 1967 en heel Nederland danst mee. Armand zingt “Ben Ik Te Min, 1967. “Kom Uit De Bedstee Mijn Liefste” van  Egbert  Douwe (pseudoniem van Rob Out) wordt in 1968 een nummer een hit. We gaan de jaren zestig uit met “Suzanne” van Herman van Veen dat in 1969 een vierde plaats bereikt in de top 40. 

Rob de Nijs doet het ook goed in de jaren zeventig met zes noteringen in de  top 40 en groeit uit tot een megaster die in de jaren tachtig en negentig en nog steeds succesvol is.

“We zullen doorgaan” zingt Ramses Shaffy in 1975, maar kan het succes van zijn hit “Sammy” niet overtreffen. Nico Haak doet de “Foxie Foxtrot” met zijn Paniekzaaiers in 1975 en de Zangeres Zonder Naam bezingt  de “Costa Del Sol” en deze ‘koningin van het levenslied’ blijft tot ver in de jaren tachtig hits scoren.

Alexander Curly heeft twee nummer 1 hits in de jaren zeventig,  het Engelstalige “I’ll  Never Drink Again” uit 1972 en “Guus” in 1975.  Peter Koelewijn laat weer eens van zich horen met het bespiegelende.  “Je  Wordt Ouder Papa”. Bonnie St. Claire scoort in 1976 met het nummer “Dr. Bernhard“. Bonnie zingt in verschillende talen en door haar verschillende stijlen lijkt geen een single op de andere. Ze heeft er altijd succes  mee. “Het Smurfenlied” van Vader Abraham zorgt in 1977 voor een rage. Met Normaal die in 1977 een dikke hit hebben met “Oerend Hard“, Tol Hanse met zijn “Big City”, 1978,  Henk Wijngaard die in 1978 “Met De Vlam In De Pijp”, door de Brennerpas scheurt en Willem Duyn die over zijn lichaamsafmetingen zingt in “Willem”, 1979, sluiten we de jaren zeventig  succesvol af.

Gelegenheids‑duo’s scoren in de zestig en zeventiger jaren ook aardig

Wim Sonneveld & Leen Jongewaard hebben in 1968 een hit met het liedje “In Een Rijtuigie“. Leen Jongewaard & André van de Heuvel laten in 1967 zowat heel  Nederland meezingen met het aanstekelijke nummer “Op Een Mooie Pinksterdag“.

Liesbeth List & Ramses Shaffy eindigen hoog in de hitparade met het nummer “Pastorale“, in 1969. Vader Abraham & Boer Koekoek zingen in 1974 “Den Uyl Is In Den Olie”, wat slaat op de oliecrisis in de jaren zeventig.  Ook  Jenny Arean en Frans Halsema scoren met “Vluchten Kan Niet Meer, in 1977 een dikke hit.

CocktailTrio

Het Cocktail Trio kunnen we niet onvermeld laten. Opgericht in 1953 scoren ze met het nummer “Grote Beer” in 1960 hun eerste nummer 1 hit. Een jaar later komen ze in de top 10 met “Batje Vier”. Midden jaren zestig zijn ze razend populair en treden avond aan avond op.  Nederland ligt  aan hun voeten. In 1965 en 1966 hebben ze 4 top 10 hits met “Wie Heeft De Sleutel Van De Jukebox Gezien”, “Hup, Hup, Hup”, “Het Vlooiencircus” en “Juanita Banana”.  Onvervalste Nederlandstalige meezingers. Tot in de jaren tachtig blijven  ze zeer in trek als gangmakers op feestjes wat met  hun  carnavaleske teksten niet moeilijk is.

Normaal

In 1975 wordt de Achterhoekse formatie Normaal opgericht. Ze spelen pure rock & roll, de teksten worden in de streektaal (Achterhoeks) gezongen en gaan onveranderlijk over daldee­jen, de Achterhoekse term voor gein trappen. In de meeste songs spelen beugelflesjes Grolsch, motoren en vrouwelijke geslachtsdelen een overheersende rol. Het gezicht van Normaal is de zanger Bennie Jolink. Zijn uitstraling geeft de groep een extra dimensie en enthousiast ‘hoken ‘ ze er op los.  In 1977 heeft Normaal een grote hit met, ‘oerend hard’ van de gelijknamige LP. Na de LP “Hoken Is Normaal” (1980) wordt de muzikale koers steeds meer gelardeerd met hoempamuziek, maar dit tast de enorme populariteit van Normaal geenszins aan. Ze hebben talloze hits en steevast uitverkochte optredens. Tournees noemen ze veldtochten, het bier vloeit rijkelijk en de fans kunnen hun plezier niet op. In 1993 wint de groep de Gouden Harp.

Duo’s

Sandra & Andres vormen een duo vanaf 1968. De persoonlijkheden en stemmen van  het  tweetal harmoniëren zeer  goed. De eerste single “Storybook Children” wordt door het publiek omarmd en blijft zelfs dertien weken in de top  40 hitlijst  staan. Met het bereiken van de vierde  plaats op het songfestival in 1972 met het nummer “Als Het Om De Liefde Gaat” ligt ook het buitenland aan hun voeten. De hitstroom blijft maar doorgaan. In 1975 komt er een compilatie uit, “Sandra & Andres,  de beste”. Daarna wordt het stil.

Saskia & Serge zijn een onafscheidelijk duo. Hun carrière begint in 1970 waarin ze hun eerste single “Het Spinnewiel” uitbrengen. “Zomer In Zeeland” valt ook in de smaak van het publiek. Met het lied “Tijd” brengen ze het tot een zesde plaats tijdens  het songfestival  in 1971. Later stappen ze over naar een Engelstalig repertoire en voegen wat country elementen aan hun formule toe, wat  net dat beetje extra geeft en goed bij hen past. Saskia & Serge hebben een lieflijke uitstraling die toch niet al te suikerzoet is. Ze boeken successen tot ver in de jaren tachtig. Een ijzersterk duo, zonder onenigheden en ruzies.

Mouth & McNeal is een razend populair duo, ook in het buitenland,  maar gaat ondanks  de successen in 1975 uit elkaar. Mouth & McNeal vertegenwoordigen Nederland in 1974 op het songfestival met het lied “Ik Zie Een Ster”, waarmee ze een derde plaats  bereiken. De singles “How Do You Do” uit 1971 (“How Do You Do” bereikt in Amerika een achtste plaats) en “Hello‑A” uit 1972 worden allebei  nummer 1 hits. Nadat ze uit elkaar zijn gegaan hebben ze allebei nog een aantal jaren redelijk succes als solo‑artiesten. Willem Duyn overlijdt in 2004 aan een hartaanval.

Spooky & Sue. Met de grote hit “Swinging On A Star” uit 1974 komt dit zeer muzikale duo vanuit het niets op nummer 2 in de top 40.  Persoonlijk en muzikaal klikt het meteen tussen Spooky & Sue, die door de manager van Mouth & McNeal met elkaar in contact gebracht worden, kunnen heel goed samenwerken. Het toevoegen van soul‑elementen geeft hun muziek wat  extra’s. In  1975 hebben ze nog twee hits met “You talk too much” en “I’ve Got The  Need”. Het lijkt of er niets aan de hand is als de nieuwe single “Do You Dig It” snel stijgt  in de hitlijsten van 1976. Maar daarna wordt het minder met het succes en ondanks de grote plannen van Spooky & Sue om er een  lange succesvolle carrière van te maken, besluiten ze om er mee te stoppen. 

Meidengroepen, de twee succesvolste

Marga Scheide, José Hoebee en Patty Brard vormen het damestrio Luv. In 1977 hebben ze twee bescheiden hits met de nummers: “My Man” en “Dream Dream”. Met “U.O. Me” (You Owe Me) breken ze in 1978 echt door en het nummer komt op drie in de nationale top 40.  “You’re The Greatest Lover” is in 1978 hun eerste nummer 1 hit. Met de single “Trojan Horse” bereiken ze in  november van datzelfde jaar wederom de eerste plaats in de hitlijst. Het plezier straalt van de drie meiden af en ze zijn erg populair. Met hun meezingers zijn ze succesvol. Ook de kleding van de dames, vaak aangepast  aan het thema  waar ze over zingen valt in de smaak. Ze treden op in het spraakmakende televisieprogramma ‘WALDOLALA’ met een gelijknamig  liedje. In 1980 en 1981 scoren ze nog een aantal hits maar daarna wil het niet meer echt lukken en wordt het trio ontbonden.

Dolly Dots is een  groep  jonge meiden die een onschuldige charme  uitstralen. In 1979 opgericht en met het nummer “Tell It All About  Boys” (uitgebracht  in datzelfde jaar) scoren ze meteen een top 10 hit. Het jeugdige  aanstekelijke enthousiasme werkt in hun voordeel en ze scoren hit na hit. In 1983 hebben ze met “Love Me Just A Little Bit More” een nummer 1 hit. Tot en met 1987 blijven  de Dolly Dots hits scoren, daarna verdwijnen ze van het poptoneel.     

De Nederlandse beatgroepen uit de jaren zestig en zeventig hebben er voor gezorgd dat de beatmuziek volwassen kon worden en ook in het buitenland gewaardeerd werd. Zij waren de pioniers, ondersteund door hun fans, en laten een grote muzikale erfenis na voor een volgende generatie! Al met al kan gezegd worden dat in Nederland talent in overvloed aanwezig was en de tijd heeft geleerd dat vele groepen een onuitwisbare indruk achtergelaten hebben! 

Ga terug naar het overzicht Jaren 60 en 70

Ga terug naar de vorige pagina van dit hoofdstuk (Nederlandse Beat)