In de hoofdstad ging alles zeer rustig
Het was juist op Sint Maartensdag
Toen ene vrouw met droeven glimlach
Stil wenend door haar venster zag
Want zij verwacht haar goeden jongen
Die vol moed ten strijde ging heen
En thans ziet zij met een groot verlangen
Wat daar in de verte verscheen
Ons leger trad de stadspoort binnen
Aan het hoofd koning en koninginne
Refrein:
Ach wat een blijde dag
Voor deze arme moeder
Haar stemme klonk zo zacht
Tot de ons aller hoeder
God wil mij laten zien
Ik heb zo veel gebeden
Ik heb zoveel geleden
Laat mij mijn kind weerzien
Urenlang is zij daar gezeten
Aan ’t venster tussen vrees en hoop
De laatste troepen zijn reeds henen
Wanneer de smart haar hart bekroop
Veel liever zou ze zijn gestorven
Want het leven was haar niets meer waard
Sinds drie jaar heeft zij niets vernomen
Viel haar zoon of bleef hij gespaard
En met de handen te saam gevouwen
Snikte ze luid de arme vrouwe
Refrein
Maar ginds ver op een eenzaam plekje
Van Vlaanderens heiligen grond
Waar dien held
Zijn laatste rustplaats vond
Wilde rozen groeien er in het ronde
De vogels zingen er blij hun lied
Als willen zij ons verkondigen
Vergeet die ijzeren held toch niet
Denk steeds aan hem die heeft gegeven
Voor de vrijheid zijn bloed zijn leven
Slotrefrein:
En ginds in hare hut
Zit een moeder te wachten
Haar kracht is uitgeput
Verward zijn haar gedachten
Neen zij beseft niet meer
Als men haar komt verhalen
Dat haar zoon is gevallen
Op het slagveld van eer
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.