De duikboot die nadert de haven
Waar hij op handgeklap word onthaald
De kapitein een dappere brave
Hij had weer een bijval gehaald
Een transportschip was aangevallen
Met drieduizend mannen belaân
Dat had hij doen vergaan
Daar op zee doen vergaan
Refrein:
De overheid kwam juist op tijd
Toen de duikboot kwam aangeland
Drukte men de kapitein de hand
Hulde betoon spande de kroon
Men schonk hem het kruis van eer
En dat trof hem zo zeer
De kapitein begon te dromen
Dat uit zijn erekruis vloeide bloed
Hij zag vrouwen en kinderen komen
En het bloed steeg zo hoog het maar kon
De kinderen vroegen hun vader
De vrouwen eisten hun man
En het bloed steeg zo hoog zo hoog het maar kon
Verdronken die offers te gader
Refrein:
Daar is ene vrouw gans gekleed in rouw
Het is zijne moeder hij ziet ze goed
En zij toonde hem het mensenbloed
Hij riep moeder teer ik heb het kruis van eer
Maar de moeder riep wel verstoord
Het is het kruis van broedermoord
Ontwakend ziet hij om zich henen
Naar het wrede en ijselijke beeld
Hetgene in zijn droom is verschenen
En dat nu zijn ziel zo kwelt
’t Visioen opent nu zijne ogen
En toonde hem zijn wrede daad
Hoe men voor zijn staat zulk een misdaad begaat
En waar men zich voelt bedrogen
Slotrefrein:
En zeer gedwee wierp hij zijn kruis in zee
En zijn duikboot bracht hij aan kant
Van een onzijdig land
Nu voelde hij zich verlicht en blij
Zijne moeder verscheen weer
En zij glimlachte teer
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.