Krijg de kleren

Vosmeer:
Liep de mensheid in zijn blootje, dan was iedereen gelijk,
maar aan al die malle kleren onderscheidt men arm en rijk.
Wie wil meedoen aan de mode ziet er vaak bezopen uit,
Maar dat geeft niet, aan de kassa kleden ze je wel weer uit!
Allen:
Voor de dames en de heren met de centen staan wij klaar.
Voor uw geld krijgt u de kleren, krijgt u de kleren van het jaar.
Krijg de kleren! Tweehonderd gulden!
Krijg de kleren! Driehonderd gulden!
Krijg de kleren! Vierhonderd gulden!
Krijg de kleren van het jaar!
Rafael:
Die daar met zo’n bibs van voren?
Vosmeer:
Ja, dat heet een decolleté.
Rafael:
En die meters stof van achteren, veegt ze daar de vloer dan mee?
Vosmeer:
Da’s alleen maar voor het mooie en dat ding dat heet een sleep.
Rafael:
Dat kost geld en is onnodig…
Vosmeer:
…maar daar zit hem nou juist de kneep!
Allen:
Voor de dames en de heren met de centen staan wij klaar.
Voor uw geld krijgt u de kleren, krijgt u de kleren van het jaar.
Krijg de kleren! Tweehonderd gulden!
Krijg de kleren! Driehonderd gulden!
Krijg de kleren! Vierhonderd gulden!
Krijg de kleren van het jaar!
Vosmeer:
Kijk, de hoed van deze dame: nieuwste snufje, nieuwste kleur.
Rafael:
Jammer dat ze thuis moet blijven, want ze kan niet door de deur.
Vosmeer:
Deze heer draagt snavelschoenen! Het is het einde, hoor, te gek!
Rafael:
Maar daar kan hij niet op lopen, want dan ligt hij op zijn bek!
Allen:
Voor de dames en de heren met de centen staan wij klaar.
Voor uw geld krijgt u de kleren, krijgt u de kleren van het jaar.
Krijg de kleren! Tweeduizend gulden!
Krijg de kleren! Drieduizend gulden!
Krijg de kleren! Vierduizend gulden!
Krijg de kleren van het jaar!
Vosmeer:
Deze heer die draagt een harnas en dat is van goud. Echt waar!
Rafael:
Maar daar kan hij niet in vechten, want dat ding is veel te zwaar!
Vosmeer:
Ja, natuurlijk, in die kleren kan geen mens een stap meer doen.
Rafael:
Met die mode laat je merken: ik doe niks, want ik heb poen!
Allen:
Voor de dames en de heren met de centen staan wij klaar.
Voor uw geld krijgt u de kleren, krijgt u de kleren van het jaar.
Krijg de kleren! Tweeduizend gulden!
Krijg de kleren! Drieduizend gulden!
Krijg de kleren! Vierduizend gulden!
Krijg de kleren van het jaar!
Rafael:
Dat een mens zich aan wil kleden voor de kou, dat snap ik wel,
maar die goede zeden vind ik maar een kinderachtig spel.
En jezelf zo te vermommen,
nou, dat zou ik mooi verdommen!
Heeft nou niemand dat hier door?
Vosmeer:
Dat dacht je maar! Het is er juist de mop van:
een kerel met een koolraap van een kop kan
met heel veel friebels en veel fluffen lijken
op een aangeklede aap… maar wel een rijke!
Gozewijn:
Mensen, dat kan toch niet zo doorgaan?
Deze vrouw moet tenminste íets aan!
Rafael:
Ik weiger beslist me zo aan te gaan stellen,
ik ga nog liever bloot – laat ik dat meteen vertellen.
Ik wil, ik wil, ik wil zo…
Gozewijn:
Kunt u niet zien dat dat een meisje uit het volk is?
Zoiets past toch niet voor u die ’s hemels tolk is?
Het moet iets zijn met een beetje niveau!
Rafael:
O, maar dan maken we het mode,
dan is het niemand meer verboden.
Volk:
Waaat?
Vosmeer:
Ze heeft gelijk!
Ook al zou je willen lopen in een oude juten zak,
is zo’n zak maar eenmaal mode, heet zo’n zak oneens een ‘pak’.
Rafael/Vosmeer:
Ja, de mensen maken kleren, maar de kleren mensen niet.
Wat zij dragen, het is toch altijd hetzelfde schepsel dat je ziet.
Allen:
Voor de dames en de heren met de centen staan wij klaar.
Voor uw geld krijgt u de kleren, krijgt u de kleren van het jaar.
Krijg de kleren! Niet voor de massa!
Krijg de kleren! Goed voor de kassa!
Krijg de kleren! Kassa! Kassa! Kassa!!
Krijg de kleren van het jaar!
Krijg de kleren,
krijg de kleren,
krijg de kleren van het jaar!