
We waren het spoor bijster geraakt
alles werd op een hoop gesmeten
Probeerde alles in het voorbijgaan
vlug, snel te vergeten
Waar waren wij bang voor
de waarheid lag verborgen
Liepen door met levens zorgen
hoopte op een wonder
Waren we gedachteloos
waardoor we het hazenpad verkoos
Het blijvend wringen en wroeten
Hoe zal het gaan, hoe zal het moeten
Een ogenblik van verstandsverbijstering
Waardoor geluk de mist inging
Het leven gaat zo vlug
Amper denken wij terug
Maar laten we wel bedenken
Dat vergeving, geluk zal schenken
want in lengte van dagen
Blijf je toch afvragen
Het hoe en het waarom.