
Ik heb een lief in mijn dromen,
vannacht is hij gekomen
Hij wou met mij naar ’t strand nog voor de noen,
We moesten over hoge duinen ploeteren,
Zo steil dat we soms met een laddertje hoger moesten.
Hij sprong gezwind erover en met wat hulp kwam ook ik boven.
Hij is mooi en zeer charmant
Intelligent en enthousiast
Slank elegant en niet te groot
Goed gekleed en wel opgevoed,
Ik voelde me goed
Volgende keer staat vast
Ik vraag zijn naam
En waar komt hij vandaan?