Home / Gedichten / Begijnen en begarden

Begijnen en begarden

Met dank aan Jeanne Albers voor het insturen van de tekst

En klinkt het kloosterbelleke,
Ze sluit het stille celleke,
En drentelt naar ’t kapelleke
Met de oogen neergeslaan;
En knielt er op het zedigste
En prevelt op het vredigste
En laat heur zieltje gaan.

En heel dit zieltje ontvouwende
En ’t door en door beschouwende,
Klopt ze op heur hartje, rouwende:
“’k Heb zooveel kwaads gedaan;
Dat mij de Heer geduldige,
Ik wil me niet ontschuldigen,
‘k Zal beteren voortaan.

Begijnen en begarden zijn resp. vrouwen en mannen die leven als alleenstaanden en deel uitmaken van een soort vrije lekengemeenschap binnen de Rooms-Katholieke kerk.