
Zo immer met ons tweeën
Vrouwlief, in paradijse rust
De wereld vreemd en onbewust
Van hare kampen, hare weeën
Dat ware een leven vol van lust
Met ons tweeën
Zij sprong mij op de knieën
En zag mij aan, zo zoet en teer
En sloeg dan weer hare ogen neer
Als wou ze mijne blik ontvlieën
En fluisterde, zo zoet , zo teer:
Met ons drieën!