Home / Gedichten / De avondtrein

De avondtrein

Dichter(es): Johannes Andreas dér Mouw (1863 - 1919)
Met dank aan Jeanne Albers voor het insturen van de tekst

Nog hoorbaar, heel heel ver, is de avondtrein –
Blauw naast groen korenveld een boer aan ’t werk.
Hei. Boven bosch de toren van een kerk.
Rust, overal; ’t diepst op de spoorweglijn.

’t Is of de vijf telegraafdraden zijn
Een notenbalk; de sleutel – ginds, die berk;
De noten zwaluwen, zwart op ’t rode zwerk;
De vlaggetjes hun staarten, lang en fijn.

En Mendelssohnsche melodieën zingen
Op ’t beukenpodium de gietelingen;
De nachtegaal vangt zijn nocturnes aan:

Dat hij bij ’t hoogtepunt van zijn gezangen
Goed uit zal halen, komt herinn’rend hangen,
Als scheef point-d’orgue, ’t boogje van de maan.