Het begint met, althans zo vertelde mijn moeder het:
In Raamsdonkveer het is geschied
ik vergeet het mijn hele leven niet…
Verder gaat het over een roversbende die het gezin uitmoordt
De een zwom in een emmer gelijk een aal
een werd in de lengte doorgescheurd… De rest kan ik mij helaas niet meer herinneren en mijn moeder ook niet omdat zij dementerend is.
Hoort burgers hoort en ziet
Wat er in Raamsdonk is geziet
Daar woonde een man en vrouw
Die waren mekander zo trouw
Ze hadden ook nog enig geld
Daar waren rovers op gesteld
De rovers kwamen van heinde en ver
Met schoenlepel en breekijzer
De eerste rover heette ben
Die had zo’n last van zweetvoeten
De tweede rover heette frank
En was niet te naderen van de stank
De derde rover heette Klaas
Die had zon last van tenenkaas
De vierde rover heette piet
De vijfde rover was er niet
De rovers in hun vakbekwaam
Klommen door het schijthuis raam
De dienstbode die daar juist zat
Zwom van schrik door het afvoergat
De heer des huizes die zich in het bad bevond
Kreeg een kogel door zijn kont
De vrouw des huizes werdt vermoord
Met zeven el gordijnenkoord
De oudste dochter juist de bruid
Zwom in haar bloed de kamer uit
Het jongste kind nog helemaal kaal
Dreef in een pot gelijk een aal
Dan was er nog een kind van een jaar of zeven
Die werd in de gootsteen fijngewreven
En een ouwe opa met een baard
Stopte ze zo maar in de haard
De oma van een jaar of honderd
Werd van alle trappen afgedonderd
En Job zei gatvergemme
Ik wil voor het laatst nog een stamppot hebben
En Piet die riep maar gatverdikke
Jullie kunnen voor mijn part stikken
Ben die riep jullie kunnen vergassen
Laat mij nog een keer mijn voeten wassen
Zeg mijnheer de commisaris
Weet u niet van wie die sigaar is
De commisaris zei al ras
Dat die wel van de dieven was
De moordenaars hadden lont geroken
En ware gauw weer uitgebroken
De agenten gingen er weer op uit
En sloegen de rovers weer op hun snuit
De moordenaar werd op zijn verlangen
Aan een telefoonpaal opgehangen
Toen ze aan het touwtje hingen
Begonnen ze het wier neerlans bloed te zingen
Maar Piet die kon de wijs niet houwen
En brulde Wilhelmus van Nasouwe
En Klaas die riep hou je mond versta je
Zin dan nog liever ouwe taaie
Verder is er niets meer ontdekt
Er is ook niets meer uitgelekt
Voor raamsdonk was het een goede leer
Want sindsdien gebeuren er geen moorden meer
Ziet vrienden hoe dat gaat
Als gij het pad der deugd verlaat
Wat er toen nog verder is geschied
Dat weet ik wel maar zeg het niet
En nu vrienden tot besluit
Is dit beroerde liedje uit
Hier het oude liedje wat je bedoelt. Er zijn vele verschillende maar het komt allemaal op hezelfde neer.
De moord van Raamsdonk
Hoort burgers hoort en ziet
Wat er in Raamsdonk is geziet
Daar woonde een man en vrouw
Die waren mekander zo trouw
Ze hadden ook nog enig geld
Daar waren rovers op gesteld
De rovers kwamen van heinde en ver
Met schoenlepel en breekijzer
De eerste rover heette ben
Die had zo’n last van zweetvoeten
De tweede rover heette frank
En was niet te naderen van de stank
De derde rover heette Klaas
Die had zon last van tenenkaas
De vierde rover heette piet
De vijfde rover was er niet
De rovers in hun vakbekwaam
Klommen door het schijthuis raam
De dienstbode die daar juist zat
Zwom van schrik door het afvoergat
De heer des huizes die zich in het bad bevond
Kreeg een kogel door zijn kont
De vrouw des huizes werdt vermoord
Met zeven el gordijnenkoord
De oudste dochter juist de bruid
Zwom in haar bloed de kamer uit
Het jongste kind nog helemaal kaal
Dreef in een pot gelijk een aal
Dan was er nog een kind van een jaar of zeven
Die werd in de gootsteen fijngewreven
En een ouwe opa met een baard
Stopte ze zo maar in de haard
De oma van een jaar of honderd
Werd van alle trappen afgedonderd
En Job zei gatvergemme
Ik wil voor het laatst nog een stamppot hebben
En Piet die riep maar gatverdikke
Jullie kunnen voor mijn part stikken
Ben die riep jullie kunnen vergassen
Laat mij nog een keer mijn voeten wassen
Zeg mijnheer de commisaris
Weet u niet van wie die sigaar is
De commisaris zei al ras
Dat die wel van de dieven was
De moordenaars hadden lont geroken
En ware gauw weer uitgebroken
De agenten gingen er weer op uit
En sloegen de rovers weer op hun snuit
De moordenaar werd op zijn verlangen
Aan een telefoonpaal opgehangen
Toen ze aan het touwtje hingen
Begonnen ze het wier neerlans bloed te zingen
Maar Piet die kon de wijs niet houwen
En brulde Wilhelmus van Nasouwe
En Klaas die riep hou je mond versta je
Zin dan nog liever ouwe taaie
Verder is er niets meer ontdekt
Er is ook niets meer uitgelekt
Voor raamsdonk was het een goede leer
Want sindsdien gebeuren er geen moorden meer
Ziet vrienden hoe dat gaat
Als gij het pad der deugd verlaat
Wat er toen nog verder is geschied
Dat weet ik wel maar zeg het niet
En nu vrienden tot besluit
Is dit beroerde liedje uit
Hier het oude liedje wat je bedoelt. Er zijn vele verschillende maar het komt allemaal op hezelfde neer.