(met dank aan Liesbeth de Nijs voor het geleverde materiaal)
(met dank aan Liesbeth de Nijs voor het geleverde materiaal)
.
Carnaval: ‘Het feest is waarschijnlijk een vermenging van een Romeinse lente- en een Germaans offerfeest.’
Carnavalskrakers zijn een betrekkelijk recent fenomeen van na de tweede wereldoorlog. Een carnavalskraker is een ten tijde van carnaval veel (mee)gezongen, veelal speciaal voor die gelegenheid geschreven lied. Om makkelijk mee te kunnen dansen wordt carnavalsmuziek vooral in de maatsoort 6/8 (hossen) en 3/4 (meedeinen) geschreven. Lokale carnavalsverenigingen doen veelal moeite om in een carnavalskraker plaatselijke actuele onderwerpen in dialect aan te snijden.
Toon Hermans | Mien waar is mijn feestneus 1968 |
Farce Majeur | Kiele kiele Koeweit 1974 |
De Deurzakkers | Zak es lekker deur 1974 |
De Stipkes | Ik heb een spijker in mn kop 1976 |
Wim Kersten | Een bloemetjesgordijn 1980 |
André van Duin | Er staat een paard in de gang 1981 |
In zijn huidige praktijk wordt carnaval gevierd vanaf de donderdag in de week voorafgaand aan Aswoensdag tot en met Aswoensdag zelf. Er is echter ook sprake van een carnavalsseizoen, dat op 11 november (de elfde van de elfde) om 11:11 uur begint. In Nederland wordt deze start van het seizoen in iedere carnavalvierende stad of dorp met een zekere ceremonie gevierd.
In Maastricht vindt op die dag een grote manifestatie plaats. Het getal 11 is van oudsher het getal van de dwazen en narren en duikt veel op in het Rijnlandse en Limburgse carnaval. Ook al wordt de vastenperiode lang niet meer zo streng gevierd als vroeger, het carnavalsfeest blijft het feest waarbij mensen zich vermommen door vreemde kledij aan te trekken, en zo onherkenbaar een alibi hebben om zich in allerlei vormen te buiten te gaan. In de Middeleeuwen vielen daarbij nogal eens doden en gewonden, maar tegenwoordig is het masker bedoeld om iemand anders een spiegel voor te houden dan wel (met verdraaide stem) iemand stevig en ongezouten de waarheid te zeggen.
Het katholieke carnavalsfeest wordt in Nederland vooral ten zuiden van de grote rivieren (Maas, Waal en Rijn) gevierd. Verder wordt het in Twente en Salland gevierd en in enkele katholieke enclaves zoals Groenlo. In Noord-Brabant viert men het Bourgondische carnaval, in Limburg het Rijnlandse carnaval, naar Duits model (met Keulen als belangrijkste centrum).
In veel plaatsen worden in de week vóór carnaval zogenaamde ‘Ouwe Wijvenavonden’ gehouden. Vaak is dat op Vette Donderdag, de donderdag voor carnaval. Hierbij zijn de kroegen bezet door al-of-niet verklede vrouwen en mannen die zich erbinnen wagen lopen gevaar vernederd en weggejaagd te worden. Dit bijvoorbeeld door het afknippen van hun stropdas of schoenveters.
Ook wel ‘Truujendaag’ genoemd (oorspronkelijke benaming uit Venlo).
Met deze carnavalsmis wordt het samenhorigheidsgevoel, het serieuze aspect van carnaval, benadrukt. De carnavalsmis is een moment van bezinning tijdens de drukke carnavalsdagen. Carnaval begint met deze katholieke mis. Mensen komen dan verkleed naar de kerk.
Tijdens carnaval gaan carnavalsorkestjes van café naar café om muziek te maken. Dit wordt dweilen genoemd.
Iemand houdt, vaak verkleed en staand in een soort van ton, een cabaretesk betoog in het dialect. Daarin passeren allerlei actuele, meestal lokale zaken, de revue. Tonpraoten wordt ook wel ‘buutterednen’ of ‘sauwelen’ genoemd.
De meeste Brabantse steden en dorpen hebben tijdens de carnavalstijd een alternatieve naam (bijvoorbeeld s-Hertogenbosch wordt ‘Oeteldonk’, Breda wordt ‘Kielegat’, Bergen op Zoom wordt ‘Krabbegat’ en Schaijk wordt ‘Moesland’). Ook in Limburg worden veel steden en dorpen ‘omgedoopt’ tijdens de carnavalsdagen.
Vaak worden steden en dorpen tijdens carnaval overgedragen aan het gezag van Prins Carnaval, bijgestaan door de Raad van Elf. In Oeteldonk heet Prins Carnaval bijvoorbeeld Prins Amadeiro.
Er worden carnavalsoptochten gehouden met praalwagens, georganiseerd en gemaakt door de carnavalsverenigingen, soms met een bepaald thema.
Ook zijn er feesten in de plaatselijke horecagelegenheden zoals cafés, kroegen en regeringsgebouwen, waar het bier dan rijkelijk vloeit en waar wordt gedanst (gehost) op muziek die speciaal voor dit doel is geschreven, de ‘Carnavalskrakers’. In Brabant geschreven in het Nederlands of het Brabants dialect en in Limburg in de Limburgse (streek)taal.
De carnavalsdatum vindt zijn huidige oorsprong in de kerkelijke kalender, die gerekend wordt vanuit Eerste Paasdag. Pasen is bepalend voor de datum van de eerste carnavalsdag. Paaszondag is, volgens het Concilie van Nicaea (325 na Christus), de eerste zondag na de eerste volle maan na het begin van de lente (21 maart). Ga dan zeven weken terug voor de eerste carnavalsdag (of 47 dagen voor 1e paasdag). Carnaval begint officieel op zondag. De zaterdag is er in de loop der jaren als extra feestdag bijgesmokkeld. Pasen kan op zijn vroegst op 22 maart zijn en op zijn laatst op 25 april. Dit houdt in dat het vroegst mogelijke carnaval op 1 februari is. De laatst mogelijke datum is 7 maart.
In veel landen komt eenmaal per jaar de ‘Carnavalsgeest’ boven. De festiviteiten duren gewoonlijk van de zaterdag tot de dinsdag voor Aswoensdag, de eerste dag van de Grote Vasten.
In de Verenigde Staten is de populairste carnavalsviering die van New Orleans, die bekendstaat als ‘Mardi Gras‘ (Frans voor Vette Dinsdag), aangezien volgens het gebruik al het vet in huis werd opgemaakt voordat de Grote Vasten begon. Carnaval is ook een traditionele viering in veel Europese en Zuid-Amerikaanse steden.
Bijvoorbeeld in Rusland is dit feest bekend onder de naam ‘Maslenitsa’ (boterfeest). Parijs, Nice, Rome, Venetië, München, Rio de Janeiro, Buenos Aires, om er maar een paar te noemen. In Venetië is carnaval, heropgericht in de jaren 1980, veel ingetogener. Men verkleedt zich in historische stijl. De kostuums zijn vaak heel duur. De maskers kunnen kunstwerken op zich zijn, hoewel ze ook in de fabriek aan de lopende band gemaakt worden. Maar, het carnaval in Rio de Janeiro wordt als de levendigste beschouwd.
Geschreven door: Liesbeth de Nijs
Bronnen:
Grote Nederlandse Larousse Encyclopedie
The New Encyclopædia Britannica
Grote Winkler Prins Encyclopedie
Delta Larousse encyclopedie (Portugese editie)
Geschiedenis van Carnaval homepage Hans Been.
www. Hutsturm
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.