Tweede Wereldoorlog in Maastricht:
27 november 1941 bombardement op het Blauwdorp
De Tweede Wereldoorlog die was van 1940-1945 kun je zien als een wraakneming van de Duitsers, na het verlies van de Eerste Wereldoorlog. Die Eerste Wereldoorlog, ook wel de grote oorlog genoemd, was van 1914-1918. Die Tweede Wereldoorlog was een, voor die tijd, zeer moderne oorlog. Adolf Hitler had in alle landen, ook in ons land, geld geleend en met dit geld werden wapens ontworpen en gemaakt die geen enkel land ter beschikking had. U begrijpt wel dat dit geleende geld nooit is teruggekomen. In beginfase van de oorlog was het Duitse leger op de grond, in de lucht en op de zee, heer en meester. Om dit te veranderen moesten de geallieerden hun oorlogsindustrie snel op peil brengen, om te voorkomen dat ze onder de voet werden gelopen. De Engelsen hadden het heel moeilijk en toen de Verenigde Staten van Amerika, op 7 december 1941, bij de oorlog werd betrokken ging dat veel beter. Op 27 november 1941 was het voor het Blauwdorp een zwarte dag. ’s Avonds viel er, geheel onverwacht een Engelse Blockbusterbom, op deze arbeiderswijk in onze stad. De gevolgen waren verschrikkelijk. In deze samenvatting van dat gebeuren probeer ik u een beeld te geven van de toestand toen. Zelf was ik toen een jaar oud en ik woonde aan de André-Severinweg. Met medewerking van een aantal getuigen en van familie van enkele slachtoffers van deze gebeurtenis, probeer ik dit voorval zo goed als dit in mijn vermogen ligt weer te geven.
Maastricht, 21 april 2014.
Léon Schoenmakers
De Tweede Wereldoorlog is voor de jongeren onder ons een ver van mijn bed show. Maar voor heel veel ouderen heeft die periode nog altijd een grote betekenis. In de twintigste eeuw, is er veel gebeurd. De eeuw met twee Wereldoorlogen en niet te vergeten de tijd na de tweede wereldoorlog, de koude oorlog tussen oost en west Europa. Ongetwijfeld zullen er personen zijn, die van die tijd beter geworden zijn. Maar heel veel mensen hebben een hoge tol betaald en vele hebben huis en haard en zelfs hun leven verloren. Die twintigste eeuw was een tijd van vechten waarbij macht de ergste drijfveer was. Als je macht had, had je aanzien en kon je andere mensen je wil opleggen. De Tweede Wereldoorlog was een, voor die tijd moderne oorlog, maar ook een verschrikkelijke oorlog die wereldwijd +- 72 miljoen doden heeft gekost. Een oorlog waarin mensenrechten niet bestonden. Een oorlog met onbeschrijfelijke wandaden en wreedheden. Deze oorlog was het gevolg van de Eerste Wereldoorlog die was van 1914-1918.
Een van de grote schuldigen van die Eerste Wereldoorlog was Keizer Wilhelm II van Duitsland. Op 10 november 1918 ’s morgens rond 06.00 uur kwam hij, aan het “Witte Huis” de grenspost tussen Nederland en België in Eijsden, asiel in ons land aanvragen. Sergeant Pierre Pinckers, uit Gronsveld, stond bij de grens en hield de colonne voertuigen aan. De heren van de eerste drie auto’s vertelde dat ze Duitse officieren waren, maar hun namen noemde ze niet. Ze wenste doortocht naar Maastricht om daar door de Garnizoenscommandant geïnterneerd te worden. Verder vertelde ze dat de Hollandse regering op de hoogte was van hun komst. Op deze manier kwam de Duitse Keizer, toen de oorlog verloren was, naar Nederland en hij liet zijn berooide volk in armoede achter. Ze leden honger en daar kwam ook nog bij dat ze als verliezers van de oorlog een hoge schuld kregen opgelegd van de geallieerden. Het Duitse volk moest betalen voor het leed en de ravage die tijdens de Eerste Wereldoorlog was aangericht, terwijl de aanstichters van alles, in weelde leefde in ons Nederland. De geallieerden leunde achterover in hun zetel en hadden geen oog voor de moeilijkheden waarin het Duitse volk verkeerde. Ze zagen ook niet dat er een nieuwe brandhaard ontstond door hun toedoen.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog vocht een Oostenrijker in het Duitse Leger. Zijn naam was Adolf Hitler. Hij was geboren op 20 april 1889 in Braunau am Inn in Oostenrijk. In 1907 vertrok hij naar Wenen om kunstschilder te worden. Hij meldde zich aan bij de Kunstacademie, die hem vervolgens afwees en hem het advies gaf eerst eens wat teken en schilderlessen te nemen. Na de mislukking in Wenen emigreerde Hitler in 1913 naar München. In 1914, toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, nam hij meteen dienst in het Duitse leger. Hij werd gelegerd aan het westfront in het Belgische Ieper als ordonnans en hier heeft hij laten zien geen lafaard te zijn. In 1914 ontving hij voor zijn dapperheid het IJzeren Kruis 2e klasse. In 1918 kreeg hij vervolgens een Regimentsdiploma wegens dapperheid tegenover de vijand. In 1918 werd hij onderscheiden met het IJzeren Kruis 1e klasse, een onderscheiding die maar zelden aan manschappen werd verleend. In datzelfde jaar werd hij als Gefreiter (korporaal) gewond bij een gasaanval. Voor de tijd van drie maanden was hij verblind door mosterdgas. Verder liep hij een wond op aan zijn voorhoofd, door een kogelschampschot. Dat is ook de reden dat Hitler zijn haar met een lok over zijn voorhoofd kamde, om het litteken te verbergen. Over die Adolf Hitler, zou de wereld echter nog veel horen.
De tijd tussen de twee wereldoorlogen 1918-1940 kan men bestempelen als een van de roerigste tijden in de geschiedenis. Overal waren er brandhaarden en de mensen gingen op de barricade. De arbeiders zaten eveneens in twee kampen de Katholieken en de Socialisten. In de eerste jaren na de Eerste Wereldoorlog, vonden er in Europa veel omwentelingen plaats. Ook de omstandigheden in ons land waren verre van ideaal. De crisistijd en de Tweede Wereldoorlog kan men ook niet los van elkaar zien. Het ene heeft een verband met het andere. De crisisjaren waren grofweg tussen 1930 en 1940 en in heel de wereld was de crisis te merken. Op donderdag 24 oktober 1929, bekend geworden als zwarte donderdag, begon deze economische crisis in Verenigde Staten van Amerika. Het kwam een run op de spaarbanken van mensen die al hun tegoeden wilden opnemen. In ons land wilde de SDAP (Sociaal Democratische Arbeiders Partij), onder leiding van Pieter Jelles Troelstra, een revolutie. Hij was een Nederlandse advocaat, journalist en politicus. Als leider van de socialistische partij wilde hij evenals dit in Duitsland was gebeurd, de socialistische revolutie uitroepen. De reacties op zijn streven, waren echter verdeeld. Vele Nederlanders vonden de tijd toen nog niet rijp genoeg voor een revolutie. Het enige wat Troelstra wel heeft bereikt is dat o.a. het algemeen vrouwenkiesrecht in 1919 werd ingevoerd. Heel veel mensen verloren in die tijd hun baan en zaten zonder geld thuis. Tijdens die crisis moest er om een werkloosheidsuitkering te krijgen gestempeld worden en toen begon de ellende pas goed. Ook de regels die waren gesteld om voor een werkloosheidsuitkering in aanmerking te komen waren streng. In 1929 waren er 50.000 werklozen. In 1935 waren er 500.000 mensen die geen werk hadden. Ook het leger werd in die periode verwaarloosd. Onverantwoordelijke bezuinigingen vonden plaats en dat feit zou later grote gevolgen hebben.
In het jaar 1938 waren veel mensen ervan overtuigd dat een oorlog niet kon uitblijven. Er werden maatregelen getroffen en oefeningen gehouden om in tijd van oorlog zoveel als mogelijk veilig te zijn. In 1938 werden ook de eerste verduisteringsoefeningen gehouden. De burger werd geleerd hoe hij zijn ramen moest verduisteren. Licht was een herkenningspunt voor piloten in het luchtruim. Verder werden de mensen ingelicht wat ze moesten doen om zich te beschermen bij luchtaanvallen. De Luchtbeschermingsdienst in onze stad werd opgericht in 1939 om de bevolking bij bombardementen hulp te bieden. Het hoofd van de dienst was generaal b.d. C.J.C. Bongers, oud KNIL militair. Er werd een brochure uitgegeven waarin stond hoe men zich kon beschermen tegen gevaar vanuit de lucht. Men ging er van uit dat luchtbescherming op de eerste plaats zelfbescherming was. Je moest beschermingsmaatregelen nemen om veilig te zijn tijdens luchtaanvallen, bij brand en eventuele aanvallen met strijdgassen. Als vijandelijke vliegtuigen zouden naderen loeiden de sirenes. De Luchtbeschermingsdienst bestond voornamelijk uit vrijwilligers, maar tijdens de bezetting werden daar ambtenaren aan toegevoegd. Na de inval van 10 mei 1940 kreeg de dienst (LBD) er een belangrijke taak bij. De LBD werd belast met het controleren van de verplichte verduistering. Tijdens de bezettingstijd moesten dorpen en steden geheel verduisterd worden voor de geallieerde piloten, om hun geen herkenningspunten te geven. Als er ergens een bombardement had plaats gevonden konden de LBD’ers ook meteen hulp bieden bij branden e.d. De dienst had EHBO-kisten, brandslangen, helmen, gasmaskers en een herkenningsteken met de letters LB, dat met riempjes op de bovenarm bevestigd werd. In alle stadswijken en ook in de dorpen waren er afdelingen van de LBD. Per 200-300 gezinnen was er een blokploeg die werd geleid door een blokhoofd. Als men lid was van de LBD had men het voordeel dat men ’s nachts op straat mocht komen.
Op 10 mei 1940 was het dan zover. Om 04.55 uur overschreden Duitse troepen de Nederlandse grens en werden wij aangevallen. Zonder oorlogsverklaring en zonder onze neutraliteit in acht te nemen trokken de Duitsers ons land binnen. Ondanks de soms heldhaftige verdediging van de hier gelegerde troepen moesten zij tegen die sterke overmacht het hoofd buigen.Om +- 08.00 uur werd in Maastricht het hoornsignaal ”Geeft acht” geblazen. De toestand van de Nederlandse militairen was hopeloos en om verder bloedvergieten te voorkomen was capituleren het beste. De Verdedigers van Maastricht gingen met een witte vlag naar de Wilhelminabrug om te onderhandelen over een overgave van de stad. Een Duitse delegatie ging vervolgens mee naar het postkantoor aan de Statenstraat waar de onderhandelingen werden gevoerd. In het postkantoor maakte de Duitse delegatie zonder meer duidelijk dat bij 10 minuten langer verzet de stad Maastricht beschoten zou worden. Ook een vrije aftocht voor de verdedigers van de stad werd afgewezen. De Nederlandse militairen moesten zich verzamelden in de Tapijnkazerne. De capitulatie van onze stad was een feit. We waren nu door Duitse troepen bezet en die bezetting zou vier jaar 9 maanden en vier dagen duren. De Hakenkruisvlag werd uitgestoken. Er was een aantal personen dat dacht dat het nu beter zou gaan. De tijd zou het leren.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er door geallieerde vliegtuigen bommen gedropt op onze stad. De bedoeling was om de Duitse bezetter schade toe te brengen. Als er burgerdoelen werden geraakt bij een dergelijk bombardement was dat veelal een vergissing of een misrekening. We moeten hier wel denken aan de situatie van de geallieerde piloten, die in hun vliegtuigen boven ons vlogen. In de avond en nachtelijke uren trokken de geallieerde piloten met hun vliegtuigen naar Duitsland om daar militaire projecten te bombarderen. Als je aan een oorlog een einde wilt maken is de zaak de vijand zoveel mogelijk schade toe te brengen aan zijn oorlogsindustrie. Alles werd eraan gedaan om de piloten het bombarderen onmogelijk te maken. Dat was ook de reden dat alles in het bezette gebied verduisterd moest worden. Er branden geen straatverlichting en door de ramen van de huizen waar mensen woonden mocht geen enkel lichtstraaltje schijnen. Voor de ruiten werd dan een soort zwart papier gespannen, zodat geen licht naar buiten kwam. De geallieerde piloten konden hierdoor gedesoriënteerd raken en dan wisten ze niet meer waar ze precies waren. Dit is een van de oorzaken van de vergissingen tijdens bombardementen. Het tweede punt was dat de piloten hun bommenlast niet mee terug mochten brengen naar de basis in Engeland. Dit was om ongelukken te voorkomen. De bommen werden dan boven vijandelijk gebied of boven de zee afgeworpen. Dat er vergissingen gemaakt zijn is duidelijk en of dit was te voorkomen is ook de vraag, maar je zult maar slachtoffers zijn! Voor de Duitse propaganda dienst was dit natuurlijk een kolfje naar hun hand en ze deden er natuurlijk alles aan om de geallieerde piloten in een slecht daglicht te stellen. In de Limburger Koerier van 29 november 1941 wordt dan ook geschreven dat de Britse luchtmacht enige tijd had geschitterd door afwezigheid en de Engelse vliegers maar sporadisch in het Nederlandse luchtruim te zien waren. De vliegers bleven dan op grote hoogte en zonder een bepaald systeem lieten ze hun zinloze bommenlast dan vallen op onschuldige burgers in dorpen en steden, aldus de Duitse propaganda.
Onder het Blauwdorp liepen gangen van de oude kazematten die gebouwd waren in de 17e en 18e eeuw, om de vesting Maastricht te belegeren. In het voorjaar van het jaar 1941 werden deze gangen ingericht om tijdens een luchtalarm te schuilen en in leven te blijven. Ik praat over de schuilkelderingang aan de Andre Severinweg tegenover nummer 16 waar ik toen woonde. In de tuinmuur van de familie Reumerman die hun verblijf hadden in de hoekwoning Andre Severinweg/Proosdijweg was een poortje gemaakt naar de ingang van de kazematten. Er werden banken langs de muren geplaatst waar de mensen op konden zitten. Verder werd er een toiletinrichting aangebracht. Dit toilet was maar zeer sober: twee houten tonnetjes voor een groot aantal mensen, dat daar hun behoefte op konden doen. Ik kan me nog herinneren hoe klein ik ook was, dat ’s morgens deze tonnetjes met urine en uitwerpsels door twee mannen naar buiten werden gedragen en leeg gemaakt. Dit gebeurde in de grote rioolput die midden op het kruispunt van de Andre Severinweg en de Proosdijweg lag. Ook in die kazemat was een ziekenzaaltje met ziekenhuisbedden waar zieken en kwetsbare ouderen lagen. Een kapel was hier ook gemaakt waar mensen die hier behoefte aan hadden konden bidden.
Door: Léon Schoenmakers.
Met de medewerking van: André Hofman, Mia Beckers en Twain Gerardu
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.