Tijdens de oorlog maakte ze nog twee films “Rhythm Serenade” (1943) en “One Exciting Night” (1944).
Ze werd een van de beroemdste zangeressen in Engeland en bij de troepen in het buitenland, door wie ze liefdevol “The Forces Sweetheart” werd genoemd. Ze was zo beroemd tijdens de oorlog dat een komiek eens opmerkte: “De oorlog is begonnen door Vera Lynn’s agent”.
Een paar maanden na het eind van de Tweede Wereldoorlog verraste Vera Lynn iedereen met haar aankondiging dat ze ermee ophield. Maar tegen Kerstmis 1946 deed ze toch wat platenopnames en tegen het eind van 1947 was ze weer volop aan het werk. Ze toerde weer volop rond in het variété circuit en ze kreeg weer een radioprogramma op de BBC.
Haar platenmaatschappij Decca greep in 1948 een gouden kans door het werk van Vera Lynn in de Verenigde Staten uit te brengen terwijl er daar een staking van musici was die de hele muziekwereld daar plat legde. In dat jaar behaalde ze een top tien hit in Amerika met het nummer ” You Can’t Be True, Dear”. In 1952 was zij de eerste Engelse artiest die een nummer één hit scoorde in Amerika met het nummer “Auf Wiederseh’n Sweetheart”.
In datzelfde jaar begon in Engeland het blad New Musical Express ook met een top vijftien (voor meer hadden ze geen plaats). En Lynn’s platen hadden gelijk drie noteringen in de top twaalf. Haar enige nummer één hit in Engeland had ze twee jaar later met “My Son My Son”.
In de vijftiger jaren trad ze steeds minder op in het variété circuit en op de radio en verlegde ze haar activiteiten steeds meer naar de televisie om het wat rustiger aan te kunnen doen.
Begin 1960 verliet ze na bijna 25 jaar haar platenmaatschappij Decca en stapte ze over naar EMI. In de rest van de zestiger en zeventiger jaren maakte ze opnames met eigentijdse teksten.
In 1969 ontving Lynn de onderscheiding ” Officer of the Order of the British Empire (OBE)” en in 1975 werd ze in de adelstand verheven als “Dame Commander of the Order of the British Empire (DBE)”. Vanaf die tijd mocht ze zich Dame Vera Lynn noemen.
In 1976 werd een liefdadigheidsinstelling opgericht ten behoeve van het werven van fondsen voor borstkankeronderzoek. Lynn werd er eerst voorzitter en later directeur.
In de tachtiger jaren trad ze nog maar zelden op. Ze trad op bij de herdenking van de veertigste verjaardag van D-Day en de vijftigste verjaardag van het begin van de Tweede Wereldoorlog.
In 1995 zong de toen 78-jarige Lynn voor Buckingham Palace bij de viering van het 50-jarig jubileum van “Victory of Europe Day (VE Day). VE Day was op 8 mei 1945, de dag dat de geallieerden formeel de overwinning op Duitsland vierden. Dit werd haar laatste publieke (zang)optreden. Wel ging ze nog door met haar werk voor liefdadigheidsinstellingen.
Op haar 85-ste jaar, in 2002, werd ze nog directeur van een liefdadigheidsinstelling die zich inzet voor fondswerving voor onderzoek naar neurologische en fysieke gebreken in beweging en lichaamshouding bij kinderen. Namens de liefdadigheidsinstelling trad ze als gastvrouw op bij een door hun georganiseerd concert in de Queen Elisabeth Hall in Londen.
Bij de zestigste verjaardag van VE Day in 2005, hield ze namens de veteranen uit de Tweede Wereldoorlog nog een toespraak. Ze riep de jongeren op om hun opofferingsgezindheid niet te vergeten. “Deze jongens gaven hun leven en sommigen kwamen zwaar gewond weer thuis en voor sommige families zou het leven nooit meer hetzelfde zijn. We moeten dit altijd onthouden, we mogen het nooit vergeten en we moeten onze kinderen leren om zich dit te herinneren.”
Dame Vera Lynn heeft als weduwe in Ditchling in East Sussex gewoond. In 2020 overleed ze op 103-jarige leeftijd.