Er zat een tjitjak op de muur. Hij voelde zich niet lekker.
Zijn buikje deed vreselijk zeer zijn hoofd leek wel een wekker.
Zijn maagje was geheel van streek Wat zou dat toch wel wezen?
Hij moest maar naar een dokter toe die zou hem wel genezen.
Hij ging toen naar heer Tokeh toe, de dokter in de dakgoot.
Die keek hem even ernstig aan en voelde aan zijn voorpoot.
Laat mij nu maar uw tong eens zien. U hebt u over-eten.
Ik raad u af dit weer te doen, maar u moet ’t zelf maar weten.
Hij kreeg een zwachtel om zijn staart en tweemaal daags drie pillen,
die hadden toch zo’n bittere smaak hij kon er wel van rillen.
Het laatste stuk weet ik niet meer. Ik leerde het toen ik in Indonesië was. Wie kan me helpen?
Alvast bedankt.
Groetjes van Tilly.
