De titel weet ik niet; ‘Een wonder’ of ‘De praktijk’ of ‘Een boer en zijn zoontje’ of …?
Een boer ging met zijn zoontje eens wandelen naar de stad
En het nieuwsgierig ventje vroeg nu eens dit dan dat.
[Hieronder een aantal zinnen die ik me nog herinner, niet in goede volgorde.]
Zeg vader, als een koe geen koe zou wezen, wat zou zo’n beest dan zijn?
Een paard of een konijn?
Waarom noemt men Den Haag ook dikwijls ’s Gravenhage?
Hoe komt het dat een haan kraait en dat….
Hoe komt het dat een leeuw brult en dat een bijtje zoemt?
Waarom noemt men een kanarie nooit Janus, maar wel Piet?
Hoe komt het dat men de sterren alleen maar ’s avonds ziet?
Hoe komt het dat water kookt en nooit verbrandt?
Ja, jochie, dat kan ik je niet zeggen, dat is zo’n rare vraag…
Als ik dat allemaal zou weten weten, zou dat een wonder zijn (geweest).
Een wonder, wat is een wonder, pa?
De boer keek naar zijn zoontje en dacht eens even na.
Loop jij eens even voor me uit.
De knaap deed het en voelde plots een trap tegen zijn stuit.
Hij keek beduusd naar vader, wat had pa nu bedoeld?
Zeg, jochie, zei pa lachend, als jij die trap, zo is ’t bedoeld,
die ik jou gaf, niet had gevoeld,
zou dat, de praktijk leert het meest, een wonder zijn geweest.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.
