(klik op de afbeeldingen om ze te vergroten)
Hun vader Ike Everly en in mindere mate hun moeder Margaret Embry waren bekende folk- en countrymuziek artiesten in het zuiden en middenwesten van Amerika. Al vroeg in zijn leven besloot Ike te stoppen met zijn werk in een kolenmijn in Muhlenberg County (Kentucky) en besloot hij om muzikant te worden. De eerste zoon van Ike en Margaret, Isaac Donald, werd op 1 februari 1937 in Brownie (Kentucky) geboren. Met zijn broers Charlie en Leonard, die ook in de kolenmijn gewerkt hadden, vormde Ike een groep die in de omgeving behoorlijk populair was. Niet lang na de geboorte van de tweede zoon van Ike en Margaret, Philip, die op 19 januari 1939 geboren was, verhuisde het gezin naar Chicago. En ook Ike’s broers verhuisden mee.
Het schijnt dat Ike en zijn broers een instrumentaal nummer hadden ” That’s The Mood I’m In”. Maar omdat ze geen verstand van de zakenkant van de muziekindustrie hadden, lieten ze het nummer nooit registreren, zodat ze geen copyright op het nummer hadden. Later werd het nummer wat gewijzigd en werd het een grote hit voor Glen Miller onder de titel “In The Mood”. Op het label stond een andere auteur en Ike en zijn broers hebben er nooit een cent voor gekregen.
Nadat ze vier jaar in Chicago opgetreden hadden gingen Ike en zijn broers uit elkaar, omdat Ike dacht dat er een betere toekomst voor zijn gezin was weggelegd bij de radio. De twee overgebleven broers bleven in Chicago samenwerken. In 1944 verhuisde Ike en zijn gezin omdat Ike een baan had gekregen bij een radiostation in Waterloo (Iowa).
In 1945 verhuisde de familie naar Shenandoah (Iowa) omdat Mike daar ging werken bij een radiostation. Ike, zelf een goed gitarist, leerde zijn zoons Don en Phil al op jonge leeftijd gitaar spelen. Toen ze nog maar acht en zes jaar oud waren, gingen ze al met hun ouders optreden in hun live shows voor dit radiostation. Ze werden geïntroduceerd als “Little Donnie” en “Baby Boy Phil”. Ook in hun Middelbare School tijd traden ze nog met hun ouders op. Tegen de jaren vijftig was “The Everly Family Show” erg populair in de streek waar dit station uitzond.
Vervolgens verhuisden ze naar Evansville (Indiana). Omdat de vraag naar live optredens voor de radio wat afnam gingen ze weer de weg op en reisden ze van stad naar stad. Uiteindelijk settelden ze zich in Knoxville (Tennessee ) waar ze van 1953 tot 1955 voor de radio optraden. Ike kende Chet Atkins, een gitarist die ook sessie muzikant was voor RCA Victor in Nashville (Tennessee). Toen hij Phil en Don aan hem voorstelde was Chet onder de indruk. Door zijn bemiddeling kregen de broers een zes maanden durend contract bij het label Columbia Records.
In november 1955 hadden ze maar één opnamesessie bij Columbia. Er werden tijdens deze sessie vier nummers opgenomen, maar alleen “The Sun Keeps Shining” met aan de B-kant “Keep A’ Lovin’ Me” werd uitgebracht. Bij Columbia vonden ze de broers niets bijzonders, alleen hun zingen vonden ze wel veelbelovend. Het nummer werd maar weinig op de radio gedraaid en dan nog vrijwel alleen maar door die deejays die de familie kenden.
Geen succes hebben was niets bijzonders voor Everly’s. Aan Don werd gevraagd om liedjesschrijver te worden bij Hill and Range, een grote muziekuitgeverij in Nashville. De broers gingen gewoon door met zingen. Don stapte vervolgens over naar de muziekuitgeverij Acuff-Rose, waar hij het nummer “Thou Shalt Not Steal” schreef voor Kitty Wells. De eerste check die hij aan royalty’s voor dit nummer ontving bedroeg $ 600.
Wesley Rose wist dat Archie Bleyer op zoek was naar country talent en hij zorgde ervoor dat Phil en Don in 1957 konden tekenen bij Bleyer’s platenlabel Cadence. De eerste opnamesessie voor Cadence was in maart 1957 en bij de opnames hield een oude vriend van de familie, Chet Atkins, een oogje in het zeil.
Felive en Boudleaux Briant |
Het eerste lied dat ze opnamen was “Bye Bye Love”. Het nummer was geschreven door Felice en Boudleaux Briant, een man en zijn echtgenote, beiden van middelbare leeftijd. Ze vormden een team dat een onfeilbaar gevoel had voor wat de tieners uit die tijd wilden horen.
“Bye Bye Love” was al door dertig anderen afgewezen. Maar The Everly Brothers en hun muzikale mentor Chet Atkins voegden er iets nieuws aan toe. Ze behielden de harmonieuze klagerige sound die de broers zo eigen was, maar ze voegden daar een stevige akoestische gitaar aan toe en een rock and roll beat. |
In die tijd was de country muziek een beetje op zijn retour omdat de rock and roll door Elvis Presley, Chuck Berry, Little Richard en anderen steeds populairder werd. De opname van “Bye Bye Love” van The Everly Brothers verjongde de countrymuziek business in Nashville en het vestigde de naam van Don en Phil Everly als legendarische artiesten. |
Broers met Chet Atkins |
Het muzieklabel Cadence had haar eerste grote hit met “Bye Bye Love”, dat in Amerika de nummer één plaats behaalde in de country hitlijst en de nummer twee plaats in de pop hitlijst. Voor veel artiesten is het maken van een tweede plaat, nadat er van de eerste miljoenen verkocht zijn, eigenlijk nog belangrijker. Bij de eerste hebben ze het voordeel dat ze fris en anders zijn. De tweede plaat kan de luisteraar niet bevallen omdat het te veel op de eerste plaat lijkt of juist te veel daarvan verschilt.
Hun volgende nummer “Wake Up Little Susie” zit daar zo’n beetje tussenin. De gitaaropening was wat opwindender en de zang wat sneller. Het lied van de Bryants ging over een tienerkoppeltje dat in slaap gevallen was in de drive-in bioscoop en dat betrapt werd toen ze stiekem naar huis wilden gaan.
Van 1957 tot 1959 hadden The Everly Brothersin Amerika zes top tien liedjes in de country hitlijst en zeven in de top tien van de pop hitlijst. Veel van deze nummers werden geschreven door Felice en Boudleaux Briant, wier met country overgoten composities een nieuwe dimensie aan rock and roll toevoegden. Drie van de nummers die door de Briants geschreven waren haalden de nummer één plaats in de pop hitlijst: “Wake Up Little Susie”, “All I Have To Do Is Dream” en “Bird Dog”. “Cathy’s Clown” was hun vierde nummer één in de pop hitlijst in 1960.
In 1960 verlieten The Everly Brothers Cadence omdat ze een meningsverschil hadden over de uit te betalen royalty’s en ze tekenden bij Warner Brothers een tienjarig contract voor een miljoen dollar. Hoewel ze daarmee het productieteam waarmee ze werkten verloren en geen nummers meer hadden die door Felice en Boudleaux Briant geschreven werden, ging het in het begin toch nog goed. Het door Don Everly geschreven nummer “Cathy’s Clown” werd hun best verkochte single en de door Phil geschreven nummers “When Will I Be Loved”, “Walk Right Back”, en “Ebony Eyes” deden het ook goed.
In 1961 was Don verslaafd aan Ritalin een met vitamine verrijkte amfetamine. Zijn gedrag werd meer en meer verward en hij deed een poging tot zelfmoord. Om van zijn verslaving af te komen onderging hij zelfs een therapie met elektroshocks.
Omdat ze zeer waarschijnlijk zouden worden opgeroepen om twee jaar in het leger te moeten dienen, gingen ze vanaf 2 november 1961 voor een half jaar vrijwillig in dienst bij het reservecorps van de marine. Terwijl ze in het begin van 1962 bij de marine zaten hadden ze een top tien hit met “Crying In The Rain”, maar door hun militaire verplichtingen konden ze dit niet te gelde maken met optredens in clubs of met het maken van een tournee.
Venetia Stevenson |
Op 13 februari 1962 trouwde Don, gekleed in een marine-uniform, met de filmster Venetia Stevenson in de kapel op Camp Pendleton (Californië). Met haar kreeg hij 2 dochters, Stacy en Erin (later beiden actrices) en een zoon Edan (later zanger/gitarist). Het was niet zijn eerste huwelijk. Daarvoor was hij getrouwd met Sue Ingraham van wie hij in 1961 gescheden was. Zijn huwelijk met Venetia eindigde in een scheiding in 1970. Daarna was hij getrouwd met Karen Prettyman en vervolgens met Andela Garza, met wie hij nu nog getrouwd is. |
Vijf dagen na zijn huwelijk met Venetia, terwijl Don nog steeds op huwelijksreis was, verschenen de broers gekleed in uniform op de televisie in The Ed Sullivan Show. Op 24 mei 1962 werden ze uit het leger ontslagen. Drie weken daarvoor had hun platenmaatschappij Warner Brothers het nummer “That’s Old Fashioned (That’s The Way Love Should Be)” uitgebracht. Het werd hun tweede top tien hit op rij. Het was tevens hun laatste.
Na hun half jaar verblijf bij de marine begon hun carrière te haperen. In november van dat jaar toen ze in Engeland aan het oefenen waren voor een tournee zakte Don op het podium in elkaar. Phill moest de tournee in zijn eentje afmaken.
Op 12 januari 1963 trouwde Phil met Jackie Ertel. Met haar kreeg hij drie kinderen (Jordan, Patricia en Mickey). Hij is voor een tweede keer getrouwd geweest en uit dit huwelijk werd zijn zoon Christopher geboren. Vanaf 23 augustus 1999 tot op heden is hij getrouwd met Patti Arnold.
Toen in 1964 de Britse groepen furore maakten in Amerika was hun carrière zo’n beetje voorbij. Ze gingen wel door met het maken van muziek. Die zomer hadden ze nog een serie televisieoptredens voor CBS, maar Don en Phil hadden persoonlijke problemen. Het strakke schema van hun optredens leidde ertoe dat ze beiden aan speed verslaafd raakten en Don kreeg een zenuwinzinking. |
Phil met Patti Arnold |
Verschillen van mening eind zestiger en begin zeventiger jaren kwamen op 14 juli 1973 tot een climax tijdens een concert in Knots Berry Farms in Los Angeles. Midden in de tweede van de drie shows die gepland waren kwam de manager op het toneel en maakte een einde aan hun optreden. Hij zei tegen het publiek dat hij ontzet was over Don’s ongeïnspireerde optreden. Phil smeet zijn gitaar op de grond en rende van het toneel. Don zei tegen het publiek dat The Everly Brothers uit elkaar waren. Volgens Don waren The Everly Brothes “al tien jaar dood”. De volgende tien jaar hadden de broers elk een onbeduidende solocarrière.
Op 23 september 1983 hadden de broers weer vrede gesloten en traden ze weer als duo op in de Royal Albert Hall in Engeland. In de jaren tachtig namen ze nog wat albums op, waarvan er een aantal de hitlijsten haalden. In Engeland bleven ze populair. Tegenwoordig treden de broers nog steeds met veel succes op.
The Everly Brothers werden in 1986 opgenomen in The Rock and Roll Hall of Fame.
Een aantal van hun Hit Singles:
1957 – Bye bye love
1957 – Wake up little Susie
1958 – All I have to to is dream
1958 – Problems
1959 – Till I kissed you
1959 – Let it be me
1960 – When will I be loved
1960 – Cathy’s clown
1960 – So sad / Lucille
1961 – Walk right back / Ebony eyes
1962 – Temptation
1963 – Crying in the rain
1964 – Gone, gone, gone
1965 – That’ll be the day
1965 – The Price of love
1965 – I’ll never get over you
1984 – On the wings of a nightingale,
speciaal voor hen geschreven door Paul McCartney
Kijk en luister naar The Everly Brothers
|
Geraadpleegde bronnen o.a.:
All Music Guide
Country Music Hall of Fame
Everlybrothers.com
Fortune City
History of Rock
IMDb
Personen Encyclopedie
Rockhall
Rolling Stone
Wikipedia
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.