Kubisme Des morgens rond een uur of vijf Staat mijn geslachtsdeel meestal stijf Das niet vanwege geile last De blaas is vol, er moet geplast
Dus zet ik me op de WC Er komt een straal, een wind of twee En wat ik daarna produceer Zijn kunstplastieken, telkens weer
Vanmorgen lag er, potjantien Een pracht Sculptuur, die mocht je zien Niet te geloven, dat was sterk Mijn allereerst kubistisch werk
Maar zoiets maak ik echt nooit meer De hoeken doen me veel te zeer
Adriaan van Dam
5 juli 2006
|
Liften Ik vraag me met verbazing af Wat of de mensheid toch bezielt Dat men zo vaak het lijf vernielt Wat onze Lieve Heer ons gaf
k Bedoel het liften van de face Dan wel de borst en buik partij En billenvet afzuigerij Met resultaat te mager vlees
Bekijk het kort, bezie het lang Met dat gesnij in dij en wang Verandert je karakter niet
Een droevig mens houdt zijn verdriet En heus het is de waarheid hoor Je leeft er geen dag langer door
Adriaan van Dam
4 juli 2006
|
De Dominee Hij denkt zorgvuldig na bij alles wat hij zegt Geen onvertogen woord zal ooit zijn mond verlaten Want ruwe taal en grove vloeken vindt hij slecht Hem vang je nimmer nooit op aanstootgevend praten Dat houdt hij doorgaans heel zorgvuldig in de gaten
Zijn schrijf en spreektaal is volkomen aanstootloos En wordt hij ooit (wat nooit gebeurt) een beetje boos Dan is zijn sterkste vloek ~Verdikkiepotjandoos~
Maar als de pijn hem in zijn onderbroek doet pissen Wanneer hij bij een thuisklus op zijn vingers slaat Dan hoor je hem kwaadaardig door zijn tanden sissen Dan wel oprecht het allerkortst gebedje grommen Dat ~t Onze Vader~ veruit in de schaduw laat:
Hij roept Hem aan en bidt spontaan ~Wel Godverdomme~
Adriaan van Dam
3 juli 2006
|
De Val (Genesis 16 – 1:15) Toen Vader Abraham nog kortweg Abram heette En oude Sara met Sari werd aangeduid Ontbrak een erfgenaam, de zo gewenste spruit Die kudden hoeden kon en bidden voor het eten
Opdat een vreemde niet hun spullen erven zou ~Wat oude Abram noch zijn eega Sari wou~ Mocht hij van haar een nacht met Hagar samenleven En heeft zodoende Ismaël aan haar gegeven
En Ismaël, de Vader aller Islamieten Bekende die, en dan weer die, en die weer die Met als opmerkelijke nazaat Hirs Ali Waar Rie Verdonk zo kloterig mee op kan schieten
Kortom, de val van t kabinet ~Peet Balkenend~ Lag al besloten in het Oude Testament
Adriaan van Dam
1 juli 2006
|
De Postduif Genesis 8 – 8:13 De schone duivensport, door duizenden bedreven Stond al millennia geleden goed bekend Reeds in de Genesis van t Oude Testament Wordt deze bezigheid zeer liefdevol beschreven
Toen Noach varend met zijn dierenlogement Na maanden pompen op een bergtop was gedreven Zond hij een duif uit om op zoek te gaan naar leven Die simple Noach bleek toch maar een slimme vent
Al na de tweede keer kwam zij terug gevlogen Met een jong blad van een olijftak in haar bek En schipper Noach dacht ~Da’s helemaal niet gek De zee is zakkende, we staan zo op het drogen~
En bij de derde keer ~o duivenmelkerspech~ Was ze gevlogen en ze bleef voor eeuwig weg
Adriaan van Dam
1 juli 2006
|
Kattenvoer De oude kat is dood, wat moeten we beginnen Hij was de lieveling van bijna iedereen Had zelfs een deurtje in de deur voor zich alleen Dan kon -ie zonder sleutel toch altijd naar binnen
De oude kat is dood, de spil van het gezin Heeft ons na vijf en twintig jaar op eens verlaten Het kattenluik, daardoor ontdaan van alle zin Zal nu de zwervers uit de buurt wel binnen laten
De oude kat is dood, mijn God wat een gelul De hele dagsleur uit verband in het begin Zijn plastic etensbak daar hoeft nu niets meer in En ook zijn waternap behoeft niet meer gevuld
En voor de keukenkast, nog vol met Wiskas blikken Sta ik in droefenis mijn tranen weg te slikken
Adriaan van Dam
30 juni 2006
|
De Prostitutiewandelaar Hij kwam de Wallen ~leeg van scrotum~ afgelopen En ging de Damstraat, naar de hoek van het Rokin Maar bij De Nes had hij alweer behoorlijk zin Om een mienet of een coïtus te gaan kopen
Hij maakte rechtsomkeer, op weg naar het begin Waar hij die dag was aangevangen met ontknopen Van hemd en broek, zijn slip de billen af te stropen En zich te buiten ging aan de betaalde min
Doch onbevredigd is de snoodaard afgedropen Al had -ie dan ook nog zon vreselijke zin Zijn buul was plat, er zat geen rooie cent meer in En ging op huis aan, om er eenzaam wan-te-hopen
Helaas, de libido liet hem niet meer met rust En eigenhandig heeft hij zelf de brand geblust
Adriaan van Dam
29 juni 2006
|
De Gazonnier Zijn strak getrimde groen gazon Is vrij van kruid en vreemde kleur Geen Madelief verspreidt er geur t Is maagdelijker dan een non
Maar gister in de morgenstond ~Hij zou net aan het sproeien gaan De tuinslang hing al aan de kraan~ Lag daar die hoop met zwarte grond
En dat werd niet getolereerd Dus zette hij een mollentang In t midden van de mollengang Toen ging er iets compleet verkeerd
De klapveer stond een flut te ruim Een droge knal
daar ging zn duim
Adriaan van Dam
28 juni 2006
|
De Salonsocialist Vanaf zijn jeugd waant hij zich waker van het recht En al wat krom is hoor je hem per dag verfoeien De misstand is waar hij voortdurend tegen vecht De welstand, daar moet iedereen in kunnen groeien
Sinds vorig jaar zit hij in de Gemeenteraad En stelt zich strijdbaar op voor de gewone mensen Voor hen breekt hij een lans en staat altijd paraat Hij kent hun noden en begrijpt hun diepste wensen
Maar toen het schooltje naast zijn huis leeg kwam te staan En er gedacht werd ja, dat is mooi te gebruiken Als Jeugdhonk voor de Turk of jonge Marokkaan Toen heeft -ie ~B en W~ een poepie laten ruiken Nee die ellende daar zat hij niet om verlegen Al was -ie Socialist, hij stemde vierkant tegen
Adriaan van Dam
27 juni 2006
|
De Christen Democraat Hij plet het Tweedekamer pluche in s Gravenhage Verslijt de lange dag in dommel met een gaap Is het debat wat tam dan valt -ie meest in slaap En houdt zich steeds gedekt voor scherpe kamervragen
Zijn club staat landelijk bekend als CDA Daarin gaan Paap en Mannenbroeder dwingend samen Met resultaat een iets gedwongen ~Ja en Amen~ En dat ligt politiek niet simpel, ga maar na
Dus af en toe verdwaalt zijn geest van t rechte spoor Hij weet niet goed naar welke kant te zullen draaien Als Protestant de Katholiek een oor wil naaien Of andersom, dan gaat zijn inzicht er vandoor En maakt een schuifer in een manke rondedans t Is moeilijk beeldenstormen met een rozenkrans
Adriaan van Dam
26 juni 2006
|
De Kamerpedagoog Hij kent van t kinderzieltje praktisch alle hoeken En weet precies hoe of je met een puber praat En hoe je dwarse jongelui toch leren laat De Opvoedkunde botert hem geen kromme koeken
En zijn adviezen geeft hij uit in dikke boeken Waar alles knap en helder in beschreven staat Op een niveau van wetenschappelijk formaat Briljant doet hij zijn keur aan kennis uit de doeken
Maar bij zijn zoon en dochter wilde het niet lukken Ze sloegen los en ze vertrapten zijn gareel De zelfkant van het zondig leven werd hun deel Dat resultaat brak zijn beroepseer flink aan stukken
Zij werkt in t schijnsel van een lamp in rode kleur En hij beschermt zijn jonge zus als souteneur
Adriaan van Dam
25 juni 2006
|
De Culinarist Als hij zijn bril pakt om de kaart te kunnen lezen Dan staan Koksmaat, Gerand en Chef hun hach te vrezen Van elk gerecht weet hij precies hoe het moet wezen Want zijn papillen laten hem nooit in de steek
Hij proeft direct als t brood te ver is door gerezen Of als de wijn wat minder neust dan uitgelezen Is de slalade hem te machtig naar den vleze Dan zijn de rapen gaar en raakt zijn maag van streek
Maar als -ie thuis eens op zichzelf is aangewezen Dan komt de stakker met een steelpan nog niet klaar Zijn eigen kookkunst is een drama, reken maar
Hij weet de culinaire wereld in te pakken Maar in zijn eigen keuken staat -ie mooi te kakken ~Een simpel spiegelei bakt hij niet voor elkaar~
Adriaan van Dam
24 juni 2006
|
De Recidivist Als crimineel stond hij ontelbaar vaak terecht vanwege heling, diefstal en wat kleine kraken. Verdween dan weer een aantal maanden in de hecht en nam steeds voor met zijn praktijk te zullen staken.
Maar elke keer als hij weer uit de bajes kwam, dan zat -ie strijk en zet toujours bij de penoze en sprak dan af met Dove Daan of Bolle Bram, om zich een nachtje in een bankkluis te verpozen.
De laatste keer dat hij weer voor de rechter stond, voelde hij borstkramp en kreeg pijn in alle leden. Ook proefde hij een schrale droogte in zijn mond; daar was de wissel van het heden naar verleden.
En toen hij t vaantje streek klonk zacht ~Achtbare Heer vanaf dit ogenblik zet ik geen kraken meer~
Adriaan van Dam
23 juni 2006
|
De historische tuin
Als ik het, na lang aarzelen, toch waag om door de oude poort te gaan blijf ik, getroffen, ademloos staan ik word overvallen door een stilte zo intens dat ik me bijna terug tussen de mensen wens doch, net op tijd, versta ik ’t geruis van het blad dat ritselend neervalt op mijn pad ik hoor, in deze hof van Eden stemmen uit een lang verleden, mijn raadselachtige geest, gedrenkt in “toen” laat mij vreemde dingen doen, achter die oude deuren en ramen waan ik mij met de nonnen samen, ik zie getekende gezichten die, bij mijn binnenkomst, in hoop oplichten, dan verdwijnen de schimmen weer naar het verleden en blijf ik, of ik wil of niet, in het heden, deze beelden, als een oud schilderij gaan, terwijl ik daar sta, aan mijn dromend oog voorbij dan keer ik mij om, ik moet weer gaan, ik heb hier al zo lang gestaan, deze tuin en deze aarde laat ik in hun eeuwige waarde en als een rimpeloude kei mijn voeten ten afscheid kust weet ik: dit stukje stad verdient eerbiedige rust.
Lena
22 juni 2006
|
Do-mi-fa-sol, la-sol-fa-mi, Hollekedie (WK voetbal 2006 – 21 juni ~ Nederland – Argentinië)
Zeg weet je hoe ’t in Frankfurt ging bij t Prinselijke paar? Zijn blik verried een diepe zorg, een gulle lach van haar En na de aftrap schoven zij steeds verder uit elkaar Want hij riep ~Hup Oranje~ en dat klonk voor haar zo naar Do-mi-fa-sol, la-sol-fa-mi, Hollekedie Gelukkig stond Peet Balkenende in zijn blazer klaar Hij hield de zaak goed in de gaten, Corner, reken maar En dacht ~Stel dat er heibel komt, dat staat een beetje raar~ Zo werd hij tot arbiter van het Prinselijke paar Do-mi-fa-sol, la-sol-fa-mi, Hollekedie Maar dat bleek overbodig, beiden waren even sterk Oranje toonde Top en Argentina Meesterwerk Ook droegen beide ploegen shirtjes van het zelfde merk Do-mi-fa-sol, la-sol-fa-mi, Hollekedie
De Score werd Nul-Nul , dat was de ideale stand De Prins en zijn Prinsesje, ze vertrokken hand in hand En schoven daarna vrolijk in het Prinslijk ledikant Do-mi-fa-sol, la-sol-fa-mi, Hollekedie
Adriaan van Dam
22 juni 2006
|
De Dompteur
De wilde dieren zien hem als hun ~grote baas~ Hij laat de olifanten en de beren dansen De felste tijgers krijgt -ie mak als tamme ganzen En doet de leeuwen beven, als de angst een haas
Al draagt karakter wel iets bij aan zijn gezag Toch spreekt de zweep een taal die beter wordt begrepen ~Tot hier, niet verder of ik sla je vel aan repen~ En daarmee staat weer nagelvast wat er niet mag
De zweep wordt ook door zijn vriendin ter hand genomen Want als -ie weer een lange dag heeft gedompteurd Wat in een circus nog al eens een keer gebeurt Dan komt het voor dat er iets niet omhoog wil komen
Zij hoeft alleen maar even met de zweep te wijzen Om kwiek de schrompeling tot lid te laten rijzen
Adriaan van Dam
21 juni 2006
|
De Proletariër Hij sjouwt zijn half versleten rug kapot aan stenen Of teert in bloedgeslagen hitte aan de straat En werkt zich in het zweet des aanschijns uit de naad Zijn knoestig lijf is ruim bedeeld met arbeidsgenen
Zijn spreektaal zet bij tijd en wijl ~Het Algemene Beschaafde Nederlands~ een beetje in de kou De kalken nagels aan zijn vingers en zijn tenen Verkeren meestal in een staat van diepe rouw
Maar eens per maand, dat is althans zijn nobel streven Gaat hij in t strakke pak naar het Concertgebouw Te samen met zijn goed doorvoede volkse vrouw Om te genieten van het culturele leven
En als t orkest een stuk van Haydn spelen gaat Wordt hij bij toverslag bezield aristocraat
Adriaan van Dam
20 juni 2006
|
De Aristocraat Zijn oprijlaan is dicht beplant met zware beuken Zijn twee lakeien staan gereed bij de entree Zijn hovenier besproeit met zorg de bloemenzee Zijn Franse Maître zwaait de scepter in de keuken
Zijn dienstmaagd dekt de tafel vrij van vouw en kreuken Zijn butler draagt de gangen aan voor het diner Zijn strijkje speelt bij het dessert Urbain Fauré Zijn declamator reciteert beschaafd uit Goethe
Doch als des morgens de natuur begint te roepen Verlaat hij mokkend en gehaast zijn hemelbed en spoedt zich scheetsgewijs naar t marmeren toilet Om daar t verteerde avondmaal weer uit te poepen
Al is hij ook van kruin tot hiel aristocraat Hij stinkt nog erger dan het proletariaat
Adriaan van Dam
19 juni 2006
|
De Slang God schiep in den beginne twintig poten aan de slang Dat lijkt wat ruim bemeten, maar zon beest is aardig lang Het aantal bleek noodzakelijk om hecht te kunnen staan En ook om van het aardse slijk en modder vrij gaan
Ook kreeg de slang als enig dier beheersing van de spraak En wat -ie te vertellen had was af en toe goed raak Iets minder dan de Jonge of collega Youp van t Hek Toch kwam er slimme taal uit zijn gespleten slangenbek
Maar op een dag toen werd de slang een beetje eigenwijs Hij smeerde Eef ~De Appel~ aan in t aardse Paradijs De Heer onstak in grote toorn, heeft hem de bek gesnoerd En ook zijn poten afgehakt, ja dat was heel beroerd
Sindsdien kruipt hij op naakte buik door drek en gorennissen En het verminkte strottenhoofd beperkt zijn stem tot sissen
Adriaan van Dam
17 juni 2006
|
De Koppensneller Als koppensneller wordt hij wijd en zijd geducht In t natte regenwoud doet hij elk stamhoofd vrezen Omdat -ie koppensneller één probeert te wezen Zes koppen daags, dat is zijn taks gaat het gerucht
Een Haagse koppensneller zat de krant te lezen Hij zag de kop en dacht toen danig opgelucht ~Ik boek vanmiddag al voor morgenvroeg een vlucht Dan ben ik overmorgen daar waar ik moet wezen~
Als koppensneller bij de Firma Hak & Jakker Had hij de opdracht tot het vinden van een man Die met een kapmes om kan gaan, een goeie hakker Hij nam de koppensneller mee uit Boeroelan
De koppensneller voelt zich hier alsof -ie daar is: Hij snelt nu koppen in de heiploeg van Boskalis
Ter verduidelijking (wellicht ten overvloede) Een koppensneller is: Iemand die de verslagen vijand de kop afhakt Iemand die zich beperkt tot het lezen van de krantenkoppen Iemand die topfunctionarissen ronselt (Headhunter) Iemand die heipaalkoppen op de juiste hoogte hakt
Adriaan van Dam
16 juni 2006
|
De Autodidact En elke keer als hij als ~Dichter~ aan moet treden Wordt hij belaagd met deze cruciale vraag Er is altijd een interviewer die wil weten ~Vliegt u door uw beperkte scholing niet wat laag?
Slechts zes jaar basis werd er aan u onderwezen Uw kennis stopt bij t repertoire van Max van Praag Das voor het Klootjesvolk wel aardig om te lezen Doch voor een Muze minnend mens een ware plaag~
Maar sinds vandaag maakt hem die vraag niet meer verlegen Hij zag het licht dus had metéén zijn antwoord klaar En zei ~Al heb ik dat van Holst niet meegekregen Ik word beroemd en een bejubeld Kunstenaar: Ook Louis Armstrong wist van Haydn noch Bizet Toch kreeg -ie heel de wereld plat met zijn Trompet~
Adriaan van Dam
15 juni 2006
|
De Puritein Het woord ~fatsoen~ beheerst al jaren lang zijn leven Hij zit vandaar des zondags twee keer in de kerk De voorste rij, vlak bij de Dominee aan t werk Die vol furore zedenpreken weg komt geven
Hij hoort het aan, stemt er mee in, zonder te beven Godsvruchtig als -ie is, voelt hij zich danig sterk Zijn mannenbroederskop in fierheid opgeheven Straalt van fatsoen en de Gemeente geeft hem merk
Maar s nachts in t huis, zijn vrouw ligt dan al lang te slapen ~Het duivels minnespel heeft hij haar nooit gedaan~ Dan zijn er treden, planken, deuren die zacht kraken Hij neemt de overloop naar t kamertje van Sjaan
De jonge meid ~in vaste dienst voor dag-en-nacht~ Stikt van verdriet en haat, als zij weer wordt verkracht
Adriaan van Dam
14 juni 2006
|
De Degenslikker Bij het ontbijt begint hij rustig met een ponjaard En rond de koffie is -ie toe aan een floret De lunch beëindigt hij het liefste met een kromzwaard Voor bij de thee is er een spijkerbajonet
En het diner wordt opgebouwd uit vele gangen Een keur van messentuig versiert de rijke dis Van knipmes, dolken, sabels, degens tot klewangen En als dessert slikt hij een kronkelende kris
Doch op een dag moest hij zijn snijcollectie missen Een louche scharensliep had alles weg gejat In armoe restte hem nog slechts wat been van vissen Omdat -ie zelfs geen fruitmes meer te slikken had
De scherpe graat van een makreel schoot hem verkeerd Hij liep blauw aan en is ter plekke gecrepeerd
Adriaan van Dam
13 juni 2006
|
Weemoed
Eenzaam strekt de nacht zich uit de lakens wit het bed ijskoud geen warme hand geen kloppend hart geen blik geen woord geen liefdevol gebaar het bed blijft koud en eenzaam lang de nacht.
De sluimer van de zoete slaap komt heel zacht naderbij dan ziet zij hem die zij verloor hij komt alleen voor haar zijn warmte schenkt het kleumend hart een zee vol hoop op leven.
De dag valt hard en koud op een verlaten hart maar met de tijd vergeelt het beeld van de herinnering doch plots is ’t daar heel onverwacht zo helder als de spiegel die haar weemoed ziet.
Lena
12 juni 2006
|
De Connaisseur Gaat het om wijn dan hoef je hem niets meer te zeggen Van elke streek kent hij de afdronk, neus, bouquet En de Klassieken weet -ie haarfijn uit te leggen Ja zelfs van Shakespeare reciteert hij elk sonnet
Ook Astronomisch kan hij iedereen beleren Van ster tot nova, zwarte gaten en planeet Hij kent van binnen en van buiten alle sferen En wat hij niet van zee en oceanen weet!
Maar elke keer als hij zich netjes aan moet kleden Om te verschijnen voor TV of in het land Of God weet waar dan ook hij dan weer op moet treden Dan legt zijn vrouw voor hem de allerlaatste hand
Aan zijn toilet, want echt ~De Kenner~ weet niet goed Hoe hij zijn stropdas naar behoren strikken moet
Adriaan van Dam
12 juni 2006
|
De Bekeerling Hij preekt op braderie, in t buurthuis of een tent, bekent deemoedig zijn afgrijselijkste zonden ~Belust op vrouwen, steeds beschonken, opgewonden~ Nog tot voor kort was hij een barrel van een vent.
Maar God zij dank heeft hij onlangs de Heer gevonden. Zijn slechte daden met gebogen hoofd bekend, zodoend verlost van t kwaad en t duivelse serpent. En zie, nu is -ie rein, geheeld van zweer en wonden.
Hij gaat het rechte pad des Vaders, hand in hand door Hem geleid in liefde en gezond verstand.
Maar t eerste weekend van de maand, t is vaste prik, is hij afwezig om het wonder te belijden.
Want op die vrijdag komt de ~Candy~ en de ~Chick~ in blank couvert bij hem de brievenbus in glijden.
Adriaan van Dam
11 juni 2006
|
De Republikein Als het aan hem ligt is het morgen afgelopen ~De Monarchie wordt dra het Vaderland fataal Het Koningshuis doet ons makreel noch broden kopen Maar kost de Staat per jaar een slordig kapitaal~ Hij zit er nu al vele jaren op te hopen ~Ze gaan er uit, voor goed en eeuwig, allemaal Tenslotte zijn we hier geen volk van filantropen~ ~De Republiek~ dat is zijn grootste ideaal
Maar is de maand April weer aan zn eind gekomen Dan tintelt Beatrix een beetje in zijn bloed Dat tegelijkertijd wat sneller is gaan stromen
En voor je t weet ~jawel je ogen zien het goed~ Hangt ook zijn Driekleur fier te waaien in de wind Compleet met wimpel, in een fris Oranje tint
Adriaan van Dam
10 juni 2006
|
Gedicht met Somber Uitzicht Ik was bij nacht Op Zwarte Haan En overdacht Mijn ziek bestaan
De zeewind blaast Mijn oren vol Verwaaid verdwaasd Mijn psyche dol
Er komt niks van Geen rendement Daar sta ik dan Een zieke vent
In het harnas Van Parkinson Dat wat eens was En niet meer kon
Niet te rmijden Takel traag af Ik zal lijden Tot in mijn graf
Henri Boom
9 juni 2006
|
De Demonstrant In zijn studententijd bezette hij het Maagdenhuis Zijn diep bezorgde moeder bracht hem daaglijks eten Dat heeft die knaap zijn leven lang nog niet vergeten Hij demonstreert vandaar nog steeds, van hier tot Sluis
Toen indertijd Vietnam volledig uit de klauwen liep Ging hij voorop, zijn spandoek schreef het klip en klaar ~Rich Nixon is een vuile moordenaar~ HIJ deugde door en door en liet dat gaarne weten
k Herkende hem in t plaatslijke Buurtgebouw ~Zon eerlijk smoelwerk is door niemand te vergeten~ Weer voor de uitgescheten underdog in touw
Op zijn pamfletten stond breeduit in hemels blauw ~GEEN VLUCHTELINGENCENTRUM IN TERWEEDEN~ Dat jaagt de waarde van zijn Villa naar beneden
Adriaan van Dam
8 juni 2006
|
Heb mij lief
Heb mij lief met duizend woorden
Neergeschreven in het zand
Heb mij lief in melodiëen
In elke taal, uit elk land
Heb mij lief als lentebloesem
In kleuren zacht en puur
Heb mij lief als herfststormen
Vol passie en vol vuur
Heb mij lief met heel je hart
Dan heb ik niet vergeefs gewacht
Ilse Steel
7 juni 2006
|
De Hypochonder Zijn leven wordt beheerst door pijntjes dan wel kwalen Ze zijn ongrijpbaar maar verloederen zijn geest Zodanig, dat hij steeds met grote vreze vreest Dat Knoken Hein hem elke dag kan komen halen
Vooral de borstscheut verontrust hem nog het meest Het lijkt een teken dat zijn hart eerdaags zal falen Of dat de kanker in zijn longen zit te malen De dagen zo te slijten nee, dat is geen feest
En heden morgen ja, daar stond -ie in de krant Nog net geen honderd, want dat was hem niet gegeven Maar dubbel negen haalde hij met ruime hand
Gezondheidstechnisch had -ie best nog kunnen leven Want weet je hoe zijn onverwachte einde kwam: Hij werd gegrepen door een Amsterdamse tram
Adriaan van Dam
6 juni 2006
|
Dementie
Met gemengde gevoelens ga ik naar je toe,
ik ben zo leeg, ik ben zo moe.
Hoe zal je vandaag weer zijn,
ik ben je kwijt dat doet zo’n pijn.
Je kijkt me aan met een blik van wie ben jij nu weer,
en dat doet ongelooflijk veel zeer.
Maar dan denk ik hoe je eerder was,
en daar houd ik me maar aan vast.
De pijn zal slijten met de tijd,
maar ik, ik, ben je kwijt.
Franka Hazelaar
5 juni 2006
|
De Moraalridder ~De Wallen in Groot Mokum zijn een ware plaag Wat dacht je van de Hunsestraat in ros Den Haag De Spijkersbuurt in Arnhem roept slechts op tot slecht De Rotterdamse Keileweg is Sodom in het echt
En Utrecht met zijn hoerenkasten drijvend in de Vecht t Is schande, daar kan elke man voor honderd piek terecht Als hem de Hu bij hitsig weer heet door de ballen jaagt dan weet -ie daar een vrouw die hem lichamelijk behaagt~
Dat roept de Ridder die steeds strijdt voor onbevlekt moraal En hij verkondigt ~Dit Gomorra plukt de zeden kaal Het huwelijk is me heilig, toen we trouwden was zij maagd Het is niet meer om aan te zien hoe alle deugd vervaagt
Maar eens per week ligt hij bij Spaanse Sjaan in t warme nest En kreunt dan ~Vreemdgaan is niet goed, maar mij bevalt het best~
Adriaan van Dam
5 juni 2006
|
Het ouderenprobleem
De S.E.R. komt met een lumineus idee: “We korten van de oudjes hun A.O.W., natuurlijk zeggen we het niet op die manier, we doen het zo, dat er geen dooie pier iets van zal kunnen zeggen, dan hoeven we ook niets uit te leggen, want belasting betalen moet iedereen in ’t land en, zoals je weet, loopt die hoge ouderdom volkomen uit de hand, laten we daarom over de A.O.W. ook A.O.W. gaan heffen, dan hoeven we de jongeren niet zo hard te treffen, want die hebben de toekomst in de hand en die vijfenzestigers staan toch al aan de kant, ze teren op deze gemeenschap en ons budget is al zo krap, okee, hard gewerkt hebben ze wel, maar dat hoort nu eenmaal bij het spel van genieten, eten en leuke dingen, dat gebeurt in alle kringen, dus dat werken kunnen we wel vergeten, daardoor zijn ze echt niet versleten, maar zeg: de Geus jij bent zo goed, jij weet precies hoe je dit aanpakken moet, je hebt ze al haast kaal geplukt, dus we denken dat dit je ook wel lukt.”
En de Geus, die man van ijzer, wordt met de dag een stuk wijzer, hij heeft het probleempje opgelost en het heeft de Staat ook bijna niets gekost.
Nu vloeit er niet alleen water uit de kraan, maar Geusje heeft er een bacterie in gedaan, natuurlijk alleen bij verzorgingshuizen en daar sterven ze thans als luizen.
Lena
4 juni 2006
|
Er zijn van die dagen (opus 2) Wanneer de act is afgelopen en de clown zijn neus afzet valt er weinig meer te hopen Dikke tranen, vroeg naar bed
Adriaan van Dam
1 juni 2006
|
Hulpstuk Ik zet me bril op en doe me bril af ik doe me bril op en zet me bril af
Ik poets de glazen en doe me bril op ik zet me bril af en buig de poten
Ik zet me bril op en doe me bril af ik wen er nooit aan zon bril blijft kloten
Adriaan van Dam
29 mei 2006
|
Pijn
Op zoek naar geluk, gebeurt het mij weer Ik ging weer houden van iemand die mij bezeer Want al zeg je “ik hou van jou” Ik voel me je vriendin – niet je vrouw Functioneren doe ik niet meer normaal Terwijl jij van alles in mij naar boven haal Gaat dit dan altijd zo door? Dat jij al mijn gevoelens smoor Eens zag je in mij je geliefde,je vrouw, je hoer Terwijl je nu geen vinger meer verroert
Ria de Jongh
28 mei 2006
|
Vertrouwen?
Van alle mannen die in mijn leven kwamen Heb ik de meeste goed gekend Maar na al die jaren met jou samen Weet ik nog steeds niet wie je bent Ik kan je niet bereiken Je geeft je nooit echt vrij Laat mij niet in je kijken Maar sluit je steeds weer af voor mij Je zegt dat je niet kunt liegen Maar verbergt wel een hoop Misschien dat ik mijn vertrouwen Straks met verdriet bekoop Want je zegt dat je van me houdt Maar bent vaak zo kil en koud
Ria de Jongh
28 mei 2006
|