Verhalen van Job



Verhalen van een “handelsreiziger”

Frisch gestrichen

Er was eens een tweedaags seminar aan de universiteit van Bombay in India. En ook ons bedrijf zou daar een presentatie verzorgen. Dus wij vertrokken op een middag met twee man naar Bombay met het vliegtuig vanuit Amsterdam met een tussenstop in Frankfurt. Daar aangekomen zouden we overstappen op een vliegtuig van de Indiase vliegmaatschappij. Toen we in Frankfurt aankwamen was het toestel er nog niet. En een uur later nog niet en een uur later nog steeds niet. Intussen hadden we onze bagage al ingecheckt. Het bleef maar duren en duren, maar geen vliegtuig. Het werd zo laat dat we aangeboden kregen om op kosten van de vliegmaatschappij in Frankfurt in een hotel op het vliegveld te overnachten. Gevraagd naar de reden van de vertraging zei een beambte (grapjas) in Frankfurt dat het vliegtuig “frisch gestrichen” (pas geverfd) was en dat de verf nog moest drogen. Dan zou het vliegtuig wel komen. Aangezien onze bagage al ingecheckt was en we de koffers niet meer terug konden krijgen vanwege de incheckprocedure was het enige dat we hadden onze handbagage. Maar onze kleren en toiletspullen zaten in de gewone koffers. In het hotel dus maar een scheerapparaatje met scheerschuim, tandenborstel en tandpasta gekocht. Om ons verdriet te vergeten namen we maar een drankje in de bar van het hotel.

De andere ochtend gingen we vol goede moed weer naar de vertrekhal. Nu zou het toestel er toch wel zijn. Maar nee hoor. Nu kwamen we toch in moeilijkheden omdat we anders niet meer op tijd zouden zijn voor de lezing. Na lang overleg besloten we om over te stappen op een vlucht van een andere maatschappij. Onze bagage hadden we echter nog steeds niet. Dat zou geen echt probleem moeten opleveren, want als we dan aankwamen moesten we toch rechtstreeks door naar die lezing en dan zouden we de koffers die met een ander vliegtuig aankwamen later wel ophalen. We zouden dan in het vliegtuig wel wat proberen te slapen. Er was nog wel een probleem. Onze hele presentatie zat in onze gewone koffers. Maar aangezien de lezing twee dagen duurde en wij voor de eerste dag gepland stonden zouden we proberen te ruilen met iemand die voor de tweede dag gepland stond. En inderdaad kwamen we op tijd voor het begin van de lezing. Wij het probleem uitgelegd. Nou, als we iemand konden vinden om mee te ruilen was het geen probleem om onze presentatie op de tweede dag te doen. En inderdaad vonden we iemand die wel wilde ruilen. Hij had echter als conditie dat we hem de volgende avond (dus op de tweede dag) zouden helpen als hij in een hotel een presentatie hield voor een andere organisatie. Dat was voor ons geen probleem. Intussen zou het vliegtuig met onze koffer de avond van de eerste dag wel gearriveerd zijn en dan konden we de andere dag dus gewoon onze presentatie houden.

Maar er doemde een nieuw probleem op. Inderdaad kwam het vliegtuig met onze koffers in de loop van die middag aan en de koffer van mijn collega was er wel bij, maar mijn koffer was er niet bij en daar zat onze presentatie in. Wat moesten we nu doen? Het enige dat we bij ons hadden was een dikke ordner waar ook de plaatjes van de presentatie in afgedrukt waren. Wat we dus zouden kunnen doen was om de plaatjes te kopiëren op overhead sheets. Maar waar vind je zo gauw een apparaat waarmee je overhead sheets kunt maken. Na lang zoeken hadden we er toch een gevonden. Maar nu hadden we nog het probleem. De lezingen duurde de hele dag  en daarna werden we geacht werden aanwezig te zijn bij een speciaal voor ons georganiseerde receptie. Om tien uur ’s avonds kwamen we in ons hotel en de andere ochtend om acht uur (!!) moest ik de presentatie geven.

Je gelooft het niet, maar het apparaat waarmee we overhead sheets konden maken werkte ook nog !! Maar dat was te vroeg gejuicht. Toen we de derde kopie maakten was het apparaat loeiheet en de kopie gewoon zwart. We besloten om dan maar om dat apparaat even te laten afkoelen. Omdat we toch wel wat dorstig werden hadden we maar een fles whisky besteld en al wachten nipten we van ons glas. En ja, telkens als we een paar sheets gekopieerd hadden moesten we weer wachten en namen we weer een slokje. Om vier uur ’s nachts waren de overhead sheets klaar en was de fles whisky leeg !! We doken snel ons bed in om nog een paar uurtjes te kunnen slapen. Alleen, het was erg heet in Bombay en er was geen airco op de kamer maar alleen zo’n grote ventilator. Van slapen kwam nauwelijks iets terecht. Toch stonden we in de ochtend op tijd gereed voor de lezing, maar van ontbijten was niets terechtgekomen, dat bestond alleen maar uit een kop koffie. Van mijn collega had ik een schoon overhemd geleend. Of de lezing echt goed ging ? Er kwamen wel interessante en zeer gedetailleerde vragen, maar al gauw bleek dat de vragen erop gericht waren om onze apparatuur na te maken.

De rest van de dag waren er nog vele presentaties en ’s avonds gingen we mee met de meneer die zijn plaats de tweede dag afgestaan had, om hem te helpen bij zijn andere presentatie. Mijn collega zou in Bombay blijven omdat hij de andere dag door zou vliegen naar een andere bestemming en ik zou na afloop van de presentatie direct terug naar Nederland vliegen. En inderdaad was ik op tijd voor de terugvlucht. Op het vliegveld aangekomen moest ik nog anderhalf uur in mijn eentje wachten voordat ik aan boord kon. Ik zat te vechten tegen de slaap. Uiteindelijk stapte ik als een zombie het vliegtuig in. Toen ik aan boord was deed ik mijn veiligheidsgordel om en viel gelijk in een diepe slaap. Ik merkte niet dat het vliegtuig opsteeg. Toen we al uren in de lucht waren werd ik even wakker doordat iemand tegen mij aanliep. Ik was namelijk al slapend opzij uit mijn stoel gezakt en hing half in het gangpad.

Wat is nu de moraal van dit verhaal voor een ervaren handelsreiziger? Neem je presentatie altijd mee in je handbagage, dan kun je hem niet kwijtraken.

Hoe het met mijn koffer is afgelopen…? Die hadden ze op het vliegveld op een verkeerde plaats gezet. Dat ontdekten ze pas na twee weken en toen kreeg ik mijn koffer alsnog thuisgestuurd. Niet dat het echt hielp, want ik was toen al met nieuwe kleren, een nieuwe presentatie en een nieuwe koffer vertrokken naar een ander land. O ja, mijn presentatie zat natuurlijk in mijn handbagage.

 Terug naar verhalen


Awel zulle ’n pintje moet kunnen

België is toch het land van de pintjes zou je zeggen. En Belgen vinden Nederlanders gierig toch? Daar staan we dan op een beurs in Kortrijk in België. Natuurlijk kun je naast de informatie op onze stand ook koffie, thee, frisdrank en BIER krijgen. Wie schetst mijn verbazing dat er in het weekend een man en een vrouw op mij afkomen die niet om informatie over onze producten vragen maar zeggen dat ze van de belastingdienst zijn. Oké dat kan zo zijn maar waar komen ze dan voor. Ze vragen of we ook alcohol schenken. Ja natuurlijk doen we dat want wie wil in België geen pintje hebben. Nou dan moet u belasting betalen omdat u een café uitbaat zeggen ze. Ik vraag of ze dit nog eens willen herhalen en kijk gelijk schichtig om mij heen of er ook een camera van de Belgische Banana-Split te zien is. Ik zie niks maar ze herhalen, er nog steeds redelijk serieus uitziend, dat wij taks moeten betalen. Omdat ik ze nog steeds niet geloof vraag ik eerst maar eens om hun identiteitspapieren. Die blijken nog te kloppen ook. Ze gaan nu, let wel op een zondagmiddag, het hele papierwerk invullen en het blijkt dat we zo’n € 30 moeten betalen. Deze moest ik natuurlijk wel voldoen. Ook het protesteren dat ik al taks betaald had bij de aankoop van het bier bleek geen indruk te maken. Deze taks hebben we daarvoor en daarna nooit ergens hoeven te betalen. Maar dat je zelfs voor iets wat je weggeeft belasting moet betalen in België is mij nog steeds een raadsel. Nou ja, zo maken ze je natuurlijk ook een gierige Nederlander want wie wil er nou dubbele belasting betalen over iets dat je weggeeft. Een Belg toch zeker ook niet.

Terug naar verhalen


Negatief doen over mijn product?

Er is, zoals we weten, toch wel een verschil in uitdrukkingen in de Nederlandse en de Vlaamse taal. Wij bedoelen met een vogelaar echt iets heel anders dan een Belg. Ook een uitdrukking zoals “Dat is tof” werd vroeger door de jeugd gebezigd in Nederland maar nu gebruikt zelfs een bejaarde in Nederland deze uitdrukking niet meer, maar Belgen gebruiken het nog volop. In Nederland gebruiken we om de een of andere reden redelijk vaak de uitdrukking “Daar is niks mis mee” en dat kennen ze in België dan weer niet.

Sta ik weer eens op een tentoonstelling in België. Op de stand staan ook wat Vlaamse collega’s. Het gebeurt wel eens meer dat iemand negatieve opmerkingen maakt over ons product, vooral dat ze het te duur vinden. Deze keer ook weer. Er komt een meneer redelijk snel aangelopen die stopt even voor de stand, kijkt naar wat we te bieden hebben, zegt dat het niets is dit soort apparatuur en snelt weer verder. Nou, dat laat ik niet op me zitten. Ik begin even te koken, loop naar het gangpad en roep deze heer achterna: “Er is niks mis mee met die apparatuur van mij”. De betreffende heer kijkt niet op of om en snelt verder. De Vlaamse collega’s kijken mij aan en vallen vervolgens in een deuk. Nog jaren is ons motto geweest: “Er is niks mis mee met die apparatuur van mij”. Of we daardoor ook meer verkocht hebben weet ik eigenlijk niet.

Terug naar verhalen


Gezwam in de ruimte  

Op een vaktentoonstelling komen niet alleen vakmensen. Zo heb je de folderverzamelaars die met tassen vol rondsjouwen met folders die ze van een stand meenemen, van apparatuur die ze nooit nodig zullen hebben. Ik heb zelfs wel eens meegemaakt dat er een zwerver rondliep die van stand naar stand liep om een hapje en een drankje te nemen. Hoe komt zo’n iemand binnen zou je zeggen want de entreeprijs was tamelijk hoog. Maar het kan nog gekker. Daar sta ik weer eens op een stand. Er komt een tamelijk normaal uitziende man op mij af en ik wil natuurlijk gelijk mijn verhaal afsteken. Voordat ik iets kan zeggen zegt de man. “U bent specialist in telecommunicatie en ik heb een probleem”. Ik voel me natuurlijk al bijna gevleid dat iemand aan mij zou kunnen zien dat ik een telecommunicatie deskundige ben, maar ja er staat ook met koeienletters op de stand “Uw partner in telecommunicatie”. “Nou” zegt de man “ik kan met u over een afstand communiceren zonder dat ik met u spreek”. Ja, denk ik dat is weer zo’n wijsneus want dat heet natuurlijk mobiele datacommunicatie. Maar de man zegt: “Ik kan via mijn gedachten met u communiceren over een afstand tot wel tien meter”. Ik had hem nog steeds niet door dus met dat communiceren viel het blijkbaar wel mee. “Wat ik nu wil” vervolgt hij “is dat u een apparaat bouwt waarmee u kunt opvangen wat ik denk en dit dan om te zetten in spraak”. Nu valt het frankje natuurlijk wel. Deze man is hartstikke gek. Nu moet ik dus van deze meneer zien af te komen maar hoe doe je dat. Ik zeg dat wij wel deskundig zijn maar niet deskundig genoeg en verwijs hem naar een groot telecommunicatiebedrijf waar veel meer deskundige mensen werken. De man laat zich echter niet uit het veld slaan en zegt dat hij daar al geweest is. Na nog een aantal argumenten aangevoerd te hebben was een collega, die het verhaal aangehoord had zo slim om te zeggen dat ik dringend aan de telefoon moest komen. Gelukkig was de telefoon in  de keuken van de stand waarvan de deur dicht kon. Ik ben naar binnen gegaan en heb door een kier gekeken. Eerst bleef de meneer staan wachten tot ik terug kwam, maar op den duur duurde het hem toch te lang. Om met zo’n meneer te blijven praten, ja ik ben me daar gek!

Terug naar verhalen


 Boeven vang je met boeven   

Er zijn ook tentoonstellingen die zeer gespecialiseerd zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor vakbeurzen ten behoeve van militaire zaken of politie. Op deze beurzen worden vaak de nieuwste snufjes getoond op dat vakgebied. Zo was er eens een besloten tentoonstelling alleen toegankelijk voor de politie. Omdat het een niet al te grote tentoonstelling was werd deze niet in een gebouw gehouden maar op het terrein van een kazerne. We waren ondergebracht in een grote tent. De apparatuur die getoond werd was inderdaad weer het nieuwste van het nieuwste. Ook ik stond onze apparatuur te demonstreren en uit te leggen aan mensen. Natuurlijk waren er ook vragen over de beveiliging van de apparatuur. Een meneer kwam naar me toe met vragen en hij wilde precies weten of en hoe je de codes kon kraken of de beveiliging opheffen. Hij vroeg dus volgens mij niets bijzonders omdat dit bij dit soort apparatuur een hot item is. Nadat hij van de stand af was kwam er iemand van de politie op de stand die ik kende. We maakten een praatje en terwijl we stonden te praten keek hij even rond. Hij zei: “Oei, wat zie ik nou. Ik zie daar een man dat is een crimineel en die heb ik vorige week nog opgepakt. Die zal ik hier dus maar eens verwijderen”. Ik vroeg wie hij bedoelde en hij wees de man aan die ik net een prima uitleg had gegeven over de beveiliging van de apparatuur. Nog maar goed dat ik beweerd had dat de beveiliging van onze apparatuur niet te kraken was. Zo zie je maar, een beetje bluf kan geen kwaad dus.

Terug naar verhalen


Pennen en sleutelhangers         

Het is vaak een goede gewoonte om kleine dingetjes weg te geven op een tentoonstelling. Maanden tevoren worden de catalogussen doorgeploegd van bedrijven die deze prullaria verkopen. De kunst is natuurlijk om dingen te kopen die heel wat lijken maar die vrijwel niets kosten. Het is immers een soort strooigoed dat met bosjes van je stand verdwijnt. Vaak gaat het dan ook om sleutelhangers, kleine kladblokjes of plastic pennen. Dit strooigoed staat aan de rand van de stand zodat de bezoekers er gemakkelijk bij kunnen. Maar ja, wat te doen als mensen teveel meenemen. Zo was er eens een klein jongetje van een jaar of zes die met zijn vader meekwam. De vader was een goede klant van ons en natuurlijk kreeg het manneke een pen. De vader bleef echter maar praten. Intussen was het jongetje even een stukje weggelopen en kwam weer terug. Een collega dacht dat hij voor het eerst op de stand kwam en gaf hem weer een pen. Even later vroeg hij weer om een pen (zijn vader was een groot prater). Nou ja, het is strooigoed dus wat geeft het. Hij bleef maar telkens om nog een pen vragen. Toen hij zo tien pennen verzameld had vond ik het wel genoeg en zei dat hij er nu geen meer kreeg. Hij was echter niet zomaar uit het veld geslagen en antwoordde: “Ik ben wel de toekomstige directeur van het bedrijf hoor”. Als ze zes jaar oud zijn kun je daar nog wel om lachen. Overigens is het betreffende bedrijf nu failliet.

Op een andere keer was het wat minder. Ik zag een man en een vrouw die langs de stand liepen en die duidelijk niet geïnteresseerd waren in wat wij voor moois te bieden hadden. Wel gingen ze gericht af op het bakje waar de pennen in stonden. Daar pakten ze snel vier pennen uit. Twee per persoon? Zoals gezegd, het is toch maar strooigoed. Even later zag ik weer diezelfde man en vrouw en weer pakten ze vier pennen. Dat herhaalde zich nog een keer en het bleek dat ze telkens een rondje liepen en overal pennen weghaalden. Waarschijnlijk om ze op een vlooienmarkt te verkopen. Toen hebben ze natuurlijk geen pennen meer gehad.

Soms zit er tussen het strooigoed ook wat leuks. Wij hadden een sleutelhanger die doorzichtig was en vanbinnen hol. Daar paste dan precies een gulden in. Zodra je die erin gestopt had werd de opening afgesloten door kogeltjes. De kunst was nu om de gulden er weer uit te krijgen. Om te beginnen viel het niet mee om een Nederlander te bewegen om een gulden in de sleutelhanger te laten stoppen terwijl hij de sleutelhanger gewoon meekreeg. Maar als ze eenmaal zover waren probeerden ze de gulden er weer uit te krijgen. Dat ging echt niet. Er was namelijk een truc. Als je de sleutelhanger aan het kettinkje vasthield en je gaf een tik tegen de rand van de sleutelhanger dan ging deze snel rondraaien waardoor de kogeltjes opzij geduwd werden en de gulden eruit viel. Collega’s van andere stands vonden het zo leuk dat ze mensen naar ons toestuurden voor de sleutelhanger. Wij vertelden echter aan die mensen niet wat de truc was. Ik heb later gehoord dat mensen de sleutelhanger thuis met een schroevendraaier hebben opengebroken of met een hamer hebben stukgeslagen om de gulden eruit te krijgen. We blijven natuurlijk wel zuinige Nederlanders.

Terug naar verhalen


Blijf van mijn puntjes

Een goede verkoper is iemand die veel en goede contacten onderhoudt met de klanten en potentiële klanten. Dat betekent dat een verkoper veel op de weg zit. De verkoper wordt daarom vaak door het bedrijf voorzien van een leasebak. Hele onderhandelingen gaan eraan vooraf totdat de verkoper tevreden is met een extraatje hier en een extraatje daar. De kosten voor deze lease-auto komen voor rekening van het bedrijf en de fiscus pikt een graantje af van de verkoper. Natuurlijk wordt van de lease-auto ook de brandstofkosten vergoed. De verkoper is daarom in het bezit van een tankpasje. Voor sommigen bijna een statussymbool. Indertijd had je nog geen airmiles maar kreeg je zegeltjes bij de diverse oliemaatschappijen. Die zegeltjes plakte je dan op een kaart en daar kon je geld of cadeaus voor krijgen. Toen Shell het systeem eens wilde afschaffen ontstond er bijna een revolutie in de oliewereld. Veel lease-auto rijders weken uit naar een ander merk waar ze nog wel zegeltjes kregen. Dat maakt wel duidelijk hoe gevoelig het zegeltjes plakken lag. Omdat verkopers veel op de weg zijn konden ze ook veel cadeautjes krijgen of cash geld. Het was eens 1 april en toen heb ik het volgende verzonnen. Ik zei tegen één van de verkopers dat ze de vellen met zegels voortaan bij het bedrijf moesten inleveren. Het bedrijf betaalde immers de brandstof en de zegeltjes waren eigenlijk een korting op de prijs van de brandstof. Het was dus niet meer dan billijk dat het bedrijf deze korting voortaan zelf zou krijgen. Verder had ik dit aan niemand verteld. Er ontstond enige commotie. Ik hoorde verkopers er schande over spreken. Aan het eind kwam een verkoper naar mij toe om mij het afnemen van de zegeltjes als een nieuwtje te vertellen. Ik zei: “1 april!!!” maar zelfs dat hielp niet want hij geloofde mij niet. Toen heb ik maar uitgelegd dat ik zelf het gerucht in de wereld geholpen had. Gelukkig zijn er nu airmiles en die kunnen ze niet zo gemakkelijk afpakken toch?????

Terug naar verhalen


Meneer de president 

In een Zuid-Amerikaans land werd ik een begeleid door een lokale medewerker van ons bedrijf. Het was zijn taak om mij naar de juiste personen te brengen die ik wilde ontmoeten. Deze meneer vervulde zijn taak naar grote tevredenheid. Nadat ik daar een compliment over gemaakt had wilde hij nog wel een stapje verder gaan. Hij beweerde dat hij een persoonlijke vriend was van de president van het land. Nou is dat natuurlijk goed mogelijk. Hij vroeg of ik de president wilde ontmoeten. Dat had niets met de business te maken maar je bent jong en wilt natuurlijk wel met een stoer verhaal thuiskomen. Wij dus op weg naar het paleis. Het paleis lag gewoon aan een straat en het was er een drukte van belang met allemaal schreeuwende mensen. Ik vroeg of ze altijd zo dol enthousiast waren. Dat bleek echter niet het geval het was namelijk een demonstratie van leraren die ontevreden waren over hun salaris. Wij wrongen ons echter door de menigte om bij de ingang te komen. Daar stond de presidentiele bewaking met de geweren op scherp. Maar inderdaad kreeg mijn begeleider het voor elkaar om ons naar binnen te loodsen. Hij zei nu dat we wel naar boven konden lopen naar de werkkamer van de president. Op de trap stond echter weer bewaking maar die wilde ons tegenhouden. Wat hij ook probeerde wij mochten volgens hun niet bij de president komen. Toen liep hij toch door en ik volgde hem op zeer gepaste afstand. De soldaten richtten vervolgens de geweren op hem en dreigden te gaan schieten. Dit werd me toch wel even te link en ik bleef staan. Op den duur zag hij blijkbaar het onmogelijke van zijn missie ook in en kwam hij weer terug naar beneden. Ik wist niet hoe snel ik het paleis weer moest uitkomen en was pas opgelucht toen we weer op straat stonden. Een stoer verhaal over een dooie daar heb je natuurlijk ook niet veel aan.

Terug naar verhalen


Volgens de nieuwste ontwikkelingen??

Op een keer moest ik naar een land in Zuid-Amerika. Het was in een land waar onze concurrentie dik aanwezig was en wij nog geen poot aan de grond hadden. Ik zou er naartoe gaan om ons nieuwste product voor te stellen. Dat bestond overigens alleen nog maar op de tekentafel en er waren wat prototypes. Het was nog in de tijd dat je met dia’s werkte. Helaas hadden wij  nog geen goede dia’s van ons nieuwste product en die werden dus speciaal voor dit doel gemaakt. Het was echter zo laat dat deze per taxi speciaal naar mijn huis gebracht werd net voordat ik naar Schiphol zou vetrekken. Mocht wat kosten dus. Ik kwam in het betreffende land aan en zocht daar contact met de verantwoordelijke directeur van de instantie die in de markt was voor ons product. Met veel moeite kreeg ik een afspraak. Toen ik in zijn kantoor kwam was hij bezig met iets anders maar hij zou me roepen zodra hij daarmee klaar was. Een aantal uren later kwam hij zijn kantoor uit en zag mij zitten maar hij had op dat moment weer een andere afspraak. Hij was mij dus gewoon vergeten of had helemaal geen zin in het gesprek en hoopte dat ik wel zou vertrekken als het lang duurde. Nu vond hij dat toch vervelend en ik kreeg het voor elkaar om een afspraak te maken voor de volgende dag. Nu nam hij alle tijd voor mij maar de diashow hoefde hij niet te zien. Wel regelde hij een afspraak voor de volgende dag met de technici die bezig waren met een specificatie voor een groot project met dit soort apparatuur. Het gesprek met de technici verliep zeer goed en nadat ik hier wel mijn diashow had laten zien vroegen ze of ik niet wilde helpen met het schrijven van de specificatie. Ja dat wilde ik natuurlijk wel. Hiermee kon ik de positie van de concurrentie zwakker maken en de onze versterken. Ik heb daar weken “meegeholpen” om de specificatie te schrijven. Het lange wachten bij de directeur werd dus beloond. Welvoldaan vloog ik terug naar huis om daar het goede nieuws te vertellen. Daar werd echter laconiek verteld dat het toch even anders lag. De ontwikkelaars waren naar een seminar geweest en hadden daar nieuwe ideeën opgedaan. Het hele concept van het nieuwe product was op zijn kop gezet en de directie van ons bedrijf had dit nieuwe concept goedgekeurd. De hele operatie was dus gewoon voor niets geweest.

Terug naar verhalen


Tante Mien mag ik je offerte even zien

Bij grote offertes is het soms de gewoonte dat je deze op een bepaalde dag op een bepaald tijdstip moet inleveren. De tijd die je dan hebt voor inleveren is maar een uur. Aan dit soort grote offertes was soms wel met een paar man gedurende een half jaar gewerkt. Het is wel een paar keer voorgekomen dat, gelukkig niet wij, maar een van onze concurrenten, te laat was omdat ze in een file terecht waren gekomen. Dan had de hele ploeg een half jaar voor niets gewerkt. Dat is de reden dat wij altijd met twee auto’s via verschillende routes naar het inleveradres reden. In elke auto hadden we dan een exemplaar van de offerte. Normaal gesproken was het zo dat je de offerte inleverde en een bewijs van ontvangst meekreeg. Behalve die ene keer dan. De verschillende concurrenten kwamen bij het inleveradres aan maar dit keer moesten we wachten. Waarom was ons ook niet duidelijk. Na een tijd gewacht te hebben werden we met zijn allen in een grote kamer met een grote tafel geroepen. Wat er vervolgens gebeurde tart elke vorm van voorstellingsvermogen. Wij moesten allemaal de offertes op de tafel leggen. Vervolgens werd er gezegd dat we elkaar’s offertes mochten controleren. Wij keken zeer verbaasd. Candid Camera misschien? Nee het was dus heel serieus. Aarzelend pakten we de offerteboeken van onze concurrentie. We wisten natuurlijk wel wat onze concurrent op technisch gebied kon presteren. Interessanter was natuurlijk het hoofdstuk met de prijzen. Gelukkig waren we van ons bedrijf met meerdere mensen zodat we elk een aantal offertes van de verschillende concurrenten konden bekijken en de prijzen opschrijven. De kamer was een complete chaos met mensen die schreeuwden en offertes van elkaar afpakten omdat een andere ploeg die ook wilde zien. Eén van onze concurrenten dacht zijn leven wat gemakkelijker te maken en pakte gewoon het hoofdstuk van ons waar de prijzen instonden en stopte dat in zijn tas. Gelukkig zag ik het net want anders was onze offerte onvolledig geweest. Ik ging op hoge poten naar de betreffende meneer toe om onze papieren terug te eisen. Eerst ontkenden hij het natuurlijk en daarom ontstond een klein handgemeen want ik maakte gewoon zijn tas open en haalde daar onze papieren uit. Uiteindelijk werd er een einde aan deze ellende gemaakt en konden we gewoon onze offerte inleveren. We hebben de order overigens niet gekregen en hadden dus toch een half jaar voor Jan Joker gewerkt.

Terug naar verhalen


Subsidie, ehh

Het verkrijgen van een subsidie is weer een verhaal apart. De overheid kent veel subsidiepotjes maar het is moeilijk om uit te vinden of je voor een subsidie in aanmerking komt. Bij het bedrijf waar ik werkte hadden we zelfs een subsidiedeskundige in vaste dienst. Op een bepaald moment wilden we iets nieuws uitproberen in de markt. Onze subsidiedeskundige ging aan de slag en vond uit dat we er een project orr moesten opstarten en dat we met zo’n project voor subsidie in aanmerking konden komen. We moesten met complete onderzoeken komen en er ook derde partijen bij betrekken anders kregen we die subsidie niet. Na wat rondbellen hadden we een ander bedrijf gevonden dat wel met ons wilde samenwerken. Er werd een team geformeerd en dat ging aan de subsidieaanvraag werken, maar niet in ons eigen gebouw maar een gebouw waar we een paar kamers gehuurd hadden. Omdat het nogal kort dag was moesten we dag en nacht werken ook in het weekend om de deadline te kunnen halen. Al zwetend haalden we de eindstreep op de laatste dag. De aanvraag moest voor twaalf uur ’s avonds ingediend zijn en om negen uur waren we klaar. Opgewekt liepen we met zijn allen naar buiten om gezamenlijk de subsidieaanvraag te gaan indienen en dan nog een hapje te gaan eten. Grappend zei ik tegen mijn collega:”Neem jij de aanvraag mee?”. “Nou nee, want jij hebt hem toch al bij je” antwoordde hij terug. “Nee” zei ik “ik heb hem niet neem jij hem nou maar mee”. Goed, we gingen naar buiten en deden de deur op slot die daarna niet meer open kon. Dan ontdekte mijn collega dat ik geen grapje gemaakt had en dat we nu dus beiden de subsidieaanvraag niet meegenomen hadden. Die lag dus nog gewoon op een tafel in het gebouw waar we nu niet meer in konden. Natuurlijk ontstond er nu grote paniek. Wat moesten we nu doen. Mijn collega stelde voor om in te breken in het gebouw door gewoon een ruit kapot te slaan met een steen. Dat leek mij nogal drastisch. We liepen nog wat heen en weer te drentelen tot mijn oog viel op een plakkaat naast de deur en daar stond op: bij brand bellen ….. Dat leek mij een beter idee. Wij belden dus het betreffende nummer. Ga dit verhaal nu maar eens uitleggen aan een wildvreemde. We hadden het gebouw hiervoor ook wel echt in de brand willen steken maar dan waren we natuurlijk alsnog de subsidieaanvraag kwijt geweest. Onze overredingskracht was blijkbaar groot genoeg en hij kwam naar ons toe. Intussen ging de tijd maar door natuurlijk. Gelukkig kon de meneer die de deur moest openen er de humor wel van inzien. Wij snelden nu naar het gebouw waar we de aanvraag moesten indienen en arriveerden daar om half twaalf. Pfoeoeoeoh. “Ach” zei de man van dienst die de aanvraag aannam “u bent nog ruim op tijd”. Soms arriveren ze hier om één minuut voor twaalf. Soms zijn hier ook te laat en komen ze met een fles wijn of zo maar dan nemen we de aanvraag niet meer aan”. We hebben op het late tijdstip toch nog een restaurant gevonden dat ons nog wat te eten wilde geven. Oh ja, we hebben die subsidie nog gekregen ook!

Terug naar verhalen


De gulden middenweg    

Er was eens een tentoonstelling in de RAI in Amsterdam. Wij stonden daar ook. Tegenover ons stond een stand met verschillende soorten lijmen. In het middenpad tussen de stands lag een loper, maar naast de loper was aan beide zijden het beton van de vloer nog zichtbaar. Degene die de stand met de lijmen had wilde een grapje uithalen. Met sterke lijm lijmde hij een gulden op de grond op het betonnen stuk net voor zijn stand. Het publiek kwam en de meeste mensen deden net of ze de gulden niet hadden zien liggen. Als ze er dan vlakbij waren keken ze schielijk om zich heen om te zien dat niemand in de gaten had wat ze deden en dan bukten ze om de gulden op te rapen. Dat ging natuurlijk niet want die zat vastgeplakt. Sommigen bleven dan met hun voet op de gulden staan en als er dan volgens hun niemand keek probeerden ze de gulden los te schoppen. Het was wel goede lijm want het lukte niemand om de gulden los te krijgen. Het was natuurlijk wel lachen geblazen want alle standhouders in de buurt van de lijmstand wisten ervan en hielden continu de vastgeplakte gulden in de gaten. Dat zou het einde van het verhaal kunnen zijn ware het niet dat na een aantal dagen de gulden er ’s morgens niet meer bleek te liggen. Iemand had met een hamer en bijtel ’s nachts de gulden losgeslagen. Het beton was ervan beschadigd. Als een Nederlander maar een gulden kan pakken maakt hij daar zelfs de vloer van de RAI voor stuk.

Terug naar verhalen


We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten