Nostalgie



 

Richard Burton

 

(Klik op de afbeeldingen om te vergroten)

Richard Burton werd op 10 november 1925 geboren als Richard Walter Jenkins Jr. in Pontrhydyfen (Wales, UK) als 12-de van de 13 kinderen van het gezin. Zijn vader Richard was een mijnwerker en zijn moeder Edith stierf na de geboorte van haar 13-de kind toen Richard nog maar twee jaar oud was. Na de dood van zijn vrouw begon zijn vader, die in het dorp Dic Bach genoemd werd, vreselijk te drinken. Een oudere zus van Richard die in de naburige plaats Port Talbot woonde, Cis, en haar man zorgden verder voor zijn (Presbyteriaanse) opvoeding. Thuis werd Welsh gesproken.

 

De jonge Richard Jenkins ging naar school in Port Talbot. Een onderwijzer, Philip Burton, herkende het talent van de jongen en bracht buiten schooltijd veel tijd met hem door om met hem te oefenen. Hij leerde hem hoe hij moest acteren en hoe hij zijn stem moest gebruiken. Maar ook om zijn Welsh een beetje af te zwakken. Zijn mooie theaterstem werd zijn bekendste handelsmerk. Op school toonde hij zijn talent voor Engelse Literatuur, hoewel hij ook erg geïnteresseerd was in sport. Met de hulp en inspiratie van Phlip Burton blonk hij uit in de toneelvoorstellingen van de school.

 

Toen hij 16 jaar was moest hij de school verlaten om geld te gaan verdienen als winkelbediende. Maar Philip Burton “adopteerde” hem (dat kon niet officieel want hun onderlinge leeftijd verschilde daarvoor te weinig) en zorgde ervoor dat hij verder kon gaan met zijn school. Richard beschouwde hem als zijn adoptievader (tegen zijn latere vrouw Elisabeth Taylor zei hij daarover: “Hij heeft mij niet aangenomen ! Ik heb hem aangenomen !”).

 

In 1943, toen hij achttien jaar oud was, tekende hij als kadet voor de luchtmacht. Hij werd daardoor toegelaten tot het Exeter College in Oxford voor een korte universitaire opleiding van zes maanden. Kadetten kregen de belofte dat ze na de oorlog naar Oxford konden terugkeren om hun studie af te maken. Dat heeft hij nooit gedaan omdat hij na zijn demobilisatie in 1947 opnieuw professioneel acteur werd.

 

Tijdens zijn tijd op Exeter Collledge van 1943 tot 1944 was hij lid van de Oxford University Dramatic Society. Als dank voor de ondersteuning van Philip Burton nam hij zijn achternaam aan en vanaf die tijd heette hij dus Richard Burton. Hij maakte zijn toneeldebuut in Oxford in een bijrol waarbij hij de trappen moest vegen. Maar men zei dat zijn enorme aanwezigheid op het toneel het publiek afleidde van het Shakespeare stuk.

 

Hij maakte van het acteren zijn beroep en zijn professionele toneeldebuut vond plaats in 1944 in Liverpool met het stuk “Druid’s Rest”.

 

Zijn carrière werd Tijdens de Tweede Wereldoorlog onderbroken van 1944 tot 1947 waarin hij door de Engelse Luchtmacht werd opgeroepen om navigator te worden.

 

In 1948 maakte hij zijn debuut op het filmscherm met “The Last Days of Dolwyn”. Op de set ontmoette hij zijn eerste vrouw, de actrice Sybil Williams. Zij trouwden op 5 februari 1949 en kregen twee dochters, Kate, geboren in 1951 (latere actrice Kate Burton) en Jessica, geboren in 1961. Jessica was zwaar autistisch en moest daarvoor uiteindelijk in een inrichting worden opgenomen.

 

In zijn krachtig filmdebuut in “The Last Days of Dolwyn” sprak hij Welsh. Het verhaal gaat over een opstandige actie van vrouwen in een vallei in Wales die bedreigd wordt met een kunstmatige overstroming. Ironisch genoeg werd dit verhaal 20 jaar later werkelijkheid toen de bewoners van een dorp in het noorden van Wales hetzelfde lot dreigden te ondergaan.

Burton en Sybil Williams

 

Door zijn debuutfilm kreeg hij rollen in een reeks goede Engelse films, waaronder “Now Barabbas” (1949), “The Woman With No Name” (1950), “Waterfront” (1950) en “Green Grow The Rushes” (1951).

In 1949 trad hij op in West End, Londen, in de zeer succesvolle productie “The Lady’s Not For Burning”. Het stuk werd later naar Broadway gebracht. Een criticus beschreef het stuk als “een opwindend avondje uit voor de hersenen”.

 

Zijn rol in de Broadway versie van “The Lady’s Not For Burning” bezorgde hem zijn Amerikaanse filmdebuut in “My Cousin Rachel” (1952) Voor zijn rol kreeg hij zijn eerste Oscar nominatie. Hij won hem echter niet.

 

Het succes van “My Cousin Rachel” was zo groot dat 20th Century Fox hem een contract aanbood. Zijn reputatie werd in de vijftiger jaren nog versterkt door een tweede Oscarnominatie voor zijn rol in “The Robe” (1953), maar weer won hij niet. Vervolgens was hij de ster in “Prince off Players” (1955) en “Alexander the Great” (1956). Daarnaast speelde hij ook nog in bejubelde Engelse films zoals “The Desert Rats” (1953), “Look Back In Anger” (1958) en de televisieversies van “Wuthering Heights” (1958) en “The Tempest” (1960). Richard Burton schitterde ook op Broadway in “Time Remembered (1957) en hij won de prestigieuze Tony Award voor zijn rol als Koning Arthur in de musical versie van “Camelot” (1960). Hij maakte er geen geheim van dat hij eigenlijk liever op het toneel stond dan dat hij in films speelde. Daarover zei hij eens: “In een film ben je een marionet, op het podium ben je de baas.” Toch ging hij ook door met het acteren in films, zoals in “The Longest Day” (1962) en liet hij zijn veelzijdigheid zien in de Engelse televisieproductie “Winston Churchill: The Valiant Years”

 

Richard Burtons lot werd bezegeld toen hij in 1963 gecast werd voor de film “Cleopatra” In die tijd was het de duurste film uit de filmhistorie en de film zorgde ervoor dat hij wereldwijd bekend werd door zijn sensationele liefdesaffaire met zijn tegenspeelster Elizabeth Taylor.

 

Hij was compleet ondersteboven van haar en op 5 december 1963 scheidde hij van zijn eerste vrouw Sybil Williams om op 15 maart 1964 te trouwen met Elisabeth Taylor. Omdat Elisabeth geen kinderen kon krijgen adopteerden ze een dochter en legaliseerden haar tot Maria Burton. Ze was in 1964 in Duistland geboren met een misvormde arm, maar dit werd hersteld toen ze nog een baby was.

 

Richard en Elizabeth

Vanaf die tijd was zijn carrière onlosmakelijk met die van Taylor verbonden. In de loop van de tijd werden zijn klassiek rollen vervangen door rollen die minder acteerkunst vergden dan waar hij toe in staat was. Maar het betaalde goed.

 

Hij had ook nog de tijd om betere rollen te spelen. Hij kreeg zijn tweede Tony Award in 1964 voor zijn rol in de Broadway productie van “Hamlet”. Het werd het langst lopende stuk op Broadway. Gedurende 17 achtereenvolgende weken (136 opvoeringen) was het stuk uitverkocht. Van de opvoering werden gedurende twee avonden opnames op film gemaakt. De film was nog maar een paar dagen uit toen Burton alle vertoningen verbood en de film vernietigd moest worden. Hij wilde niet dat de film van de opvoering het publiek bij de live opvoeringen zou weghouden. Maar in 1996 vond Burton’s weduwe Sally (waarover later) de spoelen met de film terug in hun Zwitserse huis.

 

Een van zijn meest bejubelde filmrollen was uit 1966 in de film, gemaakt naar het toneelstuk van Edward Albee, “Who’s Afraid of Virginia Woolf ?”. Het was de bedoeling dat Elisabeth Taylor de vrouwenrol zou spelen. Maar nadat ze een repetitie van het toneelstuk in Parijs had gezien was ze onzeker over het effect op haar imago en carrière als ze een dikke, grofgebekte vrouw van middelbare leeftijd zou spelen. Maar Richard had er vertrouwen in dat het neerzetten van een goede acteerprestatie in zo’n uitstekend stuk juist goed voor haar carrière zou zijn. Haar reactie daarop was hij dan maar de mannelijke hoofdrol moest spelen. Dat had mede als voordeel dat ze niet maanden uit elkaar zouden zijn omdat ze aan verschillende projecten moesten werken. 

 

De man in het stuk, George, is een vermoeide, terneergeslagen onderwijzer, die al 20 jaar getrouwd is met de dochter (Martha) van het schoolhoofd. “Martha en ik zijn alleen maar aan het oefenen … dat is alles, we kijken alleen maar naar wat er over is van onze scherpzinnigheid. Besteedt er geen aandacht aan.” Graham Jenkins, Richard’s echte broer, merkte op dat het spelen van een ruziënd koppel op het scherm de illusie gaf dat Elizabeth en Richard venijnig konden redetwisten zonder dat ze elkaar kwetsten. Maar hun werkelijke leven verliep langs dezelfde lijnen als de rollen die ze speelden. De film kreeg 13 Oscarnominaties waarvan er 5 gewonnen werden. Elizabeth en Richard werden beiden genomineerd voor respectievelijk de beste vrouwelijke en mannelijke hoofdrol. Elizabeth won de Oscar ook, maar Richard kreeg hem weer niet.

Scène uit

Who’s afraid of

Virginia Woolf ?

 

In 1969 kocht Richard voor Liz van Cartier een van de grootste diamanten ter wereld. Hij deed dit, nadat hij de dag ervoor een bieding op een 69 karaat peervormige steen had verloren. De steen die hij kocht woog 244 karaat en hij kocht hem voor het “vriendenprijsje” van $ 1.069.000 (ter vergelijking: dat zou nu ongeveer $ 5 miljoen zijn). De prijs was zo laag omdat Cartier inzag dat het veel publiciteit zou geven als deze steen door het toen zeer populaire paar gekocht werd. De steen werd de “Burton-Cartier Diamant” gedoopt. Tien jaar later, toen ze voor de tweede keer van Richard Burton gescheiden was, werd de steen door Taylor op de veiling aangeboden en verkocht ten behoeve van het opzetten van een ziekenhuis in Botswana.

 

Zijn zuster Cis had toen hij klein was prachtig de rol van moeder vervuld, maar hij was idolaat van zijn 19 jaar ouder broer Ifor. Ifor kon alles, was een goede mijnwerker, een goede voetballer, een goede bouwvakker, hij was een goede loodgieter, goede monteur en een goede dichter. Hij werd Richard’s steun en toeverlaat gedurende zijn hele leven en ging achter hem aan naar Amerika om zijn persoonlijke assistent te worden.

 

Toen Ifor in 1972 overleed was Richard’s wil gebroken en begon hij zwaar te drinken. Het kon hem niet schelen wat voor effect dat op zijn gezondheid had of op de relatie met Elizabeth. Daardoor werd hun relatie slechter en slechter en gingen ze in 1973 uit elkaar. De officiële scheiding werd uitgesproken 26 augustus 1974.

 

Begin zeventiger jaren keerde het publiek zich een beetje van hem af en gaven ze de voorkeur aan jongere, meer viriele, mannelijke sterren. In 1969 speelde hij nog een glansrol in “Anne of the Thousand Days”, in 1971 nog een redelijke rol in “Raid on Rommel”, hij over-acteerde in “Bluebeard” in 1972 en hij paste totaal niet bij zijn rol in het belachelijke “The Assassination of Trotsky” uit 1972.

 

In 1974 werd hij permanent geweerd van BBC producties omdat hij de geestelijke gezondheid van Winston Churchill en de anderen die in de Tweede Wereldoorlog aan de macht waren ter discussie stelde. Hij zei dat hij ze hartgrondig haatte omdat ze beloofden om alle Japanners van de planeet te vegen. Ironisch genoeg kon Richard het goed vinden met Churchill toen hij de vroegere Eerste Minister eens ontmoet had bij een opvoering in Londen. Bovendien stond er een buste van Churchill op zijn schoorsteenmantel.

 

Na zijn scheiding van Elizabeth was hij wat rustiger geworden. Elizabeth verdween echter nooit uit zijn gedachten en op 10 oktober 1975 trouwden ze voor de tweede keer, in Botswana. Zij had dezelfde passie en energie alsof ze voor de eerste keer met hem trouwde, maar Richard was voorzichtiger.

 

Midden zeventiger jaren gingen de goede mannelijke hoofdrollen naar andere sterren en verscheen Richard in films van dubieuze kwaliteit, alleen maar om de rekeningen te kunnen betalen. Een paar voorbeelden hiervan zijn: “The Klansman” (1974), “Exorcist II: The Heretic” (1977) en “The Medusa Touch” (1978). Maar in 1978 speelde hij samen met twee iconen uit de Britse filmwereld, Richard Harris en Roger Moore in “The Wild Geese”. Het is een verhaal over huursoldaten in Zuid Afrika. Hoewel deze film in het begin niet zo’n groot succes was werd hij de jaren daarna veel populairder en werd vele malen vertoond als cultfilm.

 

Bij de repetities van het theaterstuk “Equus” (opgevoerd in 1977) vond hij steun bij Susan Hunt. Zij was gescheiden van de autocoureur James Hunt en Richard was helemaal weg van haar. Op 1 augustus 1976 scheidde hij voor de tweede keer van Elisabeth Taylor. In dezelfde maand trouwde hij met Susan Hunt. Zij probeerde hem van het drinken af te houden, maar Richard bleef een alcoholist. Burton wees in 1980 een rol in “The Sea Wolves:  The Last Charge of the Calcutta Light Horse” af. Daarin zou hij weer met de regisseur Andrew V. McLaglen, scenarioschrijver Reginald Rose en tegenspeler Roger Moore uit de film “The Wild Geese” (1978) herenigd worden. “The Wild Geese” was een groot succes geweest (Burton deed het altijd goed en zorgde voor succesfilms als hij een militair speelde) en Andrew V. McLaglen was bovendien ook de regisseur van “Steiner – Das eiserne Kreuz, 2 Teil” (1979) waarin Burton speelde. Maar Richard wees de rol af omdat zijn vrouw Susan niet wilde dat hij wegging om lol te maken met zijn oude vrienden (en drinkmaatjes) omdat zijn gezondheid broos was en hij in die tijd vocht tegen zijn alcoholisme.

 

Maar zijn huwelijk met Susan Hunt hield op den duur ook geen stand en in 1982 vond zijn volgende scheiding plaats. Hij betaalde haar een bedrag van $ 1 miljoen (zou nu ongeveer het dubbel waard zijn) en ze kreeg een huis dat hij bezat in Puerto Vallarta in Mexico. Het eerste huis dat hij in diezelfde plaats bezat was hij bij zijn eerste scheiding van Elizabeth Taylor aan haar kwijtgeraakt.

 

In 1982 kreeg hij de hoofdrol in het filmepos “Wagner”. Op de set ontmoette hij Sally Hay (later werd zij een bekend schrijfster), die daar werkte als freelance productieassistente. Sally was een succesvolle onafhankelijke carrièrevrouw en Richard was diep onder de indruk van haar. “Ze kan alles .. er is niets dat ze niet kan .. ze zorgt zo goed voor me. Godzijdank heb ik haar gevonden.” zei hij trots tegen zijn goede vriend Brook Williams.

Sally Burton Hay

 

In 1983 begonnen de repetities voor het stuk “Private Lives”. Zijn tegenspeelster was Elizabeth Taylor en de New York Times kopte “Together again !” Dat zorgde voor goede voorverkopen van de kaarten. Tijdens hun tournee door Amerika trouwde Richard op 3 juli 1983 met Sally Hay in Las Vegas. Ze spraken er over om naar het toneel in Londen terug te keren en ze verhuisden naar Céligny in Zwitserland.

 

In 1984 gingen Sally en Richard op een welverdiende vakantie van vijf maanden naar Haïti. In het voorjaar van 1985 keerden ze terug naar hun huis in Zwitserland. Richard leek een stuk fitter en gelukkiger en in juli voltooide hij de opnames voor de filmversie van George Orwell’s “1984” en voor de Amerikaanse miniserie “Ellis Island” (waarin ook zijn dochter Kate Burton speelde). Hij begon ook aan de voorbereidingen van de opnames voor “Wild Geese II”.

 

Maar op 5 augustus 1984 overleed Richard Burton plotseling, op 58 jarige leeftijd, als gevolg van en hersenbloeding. Vier dagen later werd hij in Céligny begraven, samen met een kopie van “Collected Poems” van Dylan Thomas.

 

In totaal ontving hij zeven Oscar nominaties voor de beste mannelijke hoofdrol in een film. Hij kreeg er echter nooit een.

 

Richard Burton was een liefhebber van Shakespeare, de dichtkunst en lezen. Hij zei eens: “Je huis is waar de boeken zijn.”

 

Richard Burton wordt wel aangeduid als Sir Richard Burton. Dat komt waarschijnlijk omdat hij de achternaam Burton heeft aangenomen en verwardt wordt met de Sir Richard Francis Burton, een geleerde uit de 19-de eeuw. Wel kreeg Richard in 1970 de onderscheiding “Commander of the British Empire”, maar dat gaf hem niet het recht om de titel “Sir” te voeren.

Kijk en luister naar Richard Burton

Cleopatra trailer (1963)

Who’s Afraid of Virginia Woolf scène 1 (1966)

Who’s Afraid of Virginia Woolf scène 2

Who’s Afraid of Virginia Woolf scène 3

Anne of the Thousand Days trailer (1969)

The Wild Geese (1978)

Alice In Wonderland(1983)

Richard Burton als Wagner (TV serie, 1984)

Elisabeth Taylor en Richard Burton

Geraadpleegde bronnen o.a.

Find a grave

IMDb

Movies Yahoo

NNDB

Welsh Wales

Wikipedia

Terug naar Nostalgie


We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten