
Stond ik me
ineens
oog in oog
met een echte leeuw.
Goede raad was duur.
Ik keek hem aan
en
stelde mezelf voor:
‘ik ben Willem en
schrijf o.a. gedichten,
zal ik een gedicht voor je schrijven?’
Onbeleefd,
zonder te groeten
keerde hij zich om.
Bah wat een lafaard.
Nooit eerder, heb ik
me zo miskend gevoeld.
Eer en faam
kan ‘k nu wel
op mijn buik schrijven