 
                 
                 
                    
Als een mes
   het brood snijdt,
   zo kunnen
   de woorden
   in mij woeden,
   links en rechts
   boven en beneden
   cirkelen zij
   in groepen langs
   mijn binnenwand 
   om
   bij elkaar te komen
   in 1 gedicht
   of zin.
    
   Soms
   klemmen zij zich
   aan de stilte vast
   in de hoop
   te verdwijnen.
    
   Dat is  voor hen
   meer een gelukzalige staat
   van zijn,
   dat al het streven
   voorbij gaat,
    
   Of
   denk je
   dat een 
   reiger denkt
   als hij aan
 de slootkant staat?
 
                     
                