Biechtklap

Ik zeg: Meneer pastoor, ik schaam me zo voor u.
‘k Doe steeds m’n roomse plicht, maar nou moet ik me schamen.
Ik zeg: We lezen thuis Libelle en Revue,
de Illustratie en Margriet en Panorama.
Ik zeg: We luisteren alleen maar naar de KRO,
en Vroom en Dreesman levert onze ledikanten.
Ik zeg: Eerwaarrde, juist daarom schaam ik me zo,
omdat we altijd alles doen bij geestverwanten.
Maar gister, vlak voor sluitingstijd,
ontdek ik plots de narigheid:
In ‘t hele huis geen lucifer, en P. de Gruyter is zo vèr:
Ik kocht een pak bij Albert Heyn. Ik krijg een stuip als ik die vent zie.
Maar heel misschien (zegt de pastoor)
glip ik er net nog tussendoor.
Daarvoor nu openlijk mijn dank. Per advertentie.

Ik zeg: Meneer pastoor, ‘t is beter da’k het zeg …..
Vorige week waren mijn ouders zondagmorgen
met alle zeventien mij broers en zusters weg.
‘k Was in mijn eentje thuis om voor het maal te zorgen.
Ik zeg: Meneer pastor, begrijpt u me nou wél:Mijn badjapon lag in een afgesloten lade,
en daarom ben ik in mijn piemelblote vel
zonder een lapke aan mijn lijf mezelf gaan baden.
En in de spiegel plotseling ,plotseling,
zag ik met lichte huivering
hoe ik daar jong en edel stond,
zo slank, zo mooi, zo blank, zo rond….
Inplaats van d’ogen neer te slaan,
heb ik kwartieren zo gestaan…..

Ik zeg: Meneer pastoor, nu komt het egste feit.
Laatst kwam de AJC in onze buurt kamperen.
Toen heb ik één zo’n jonge socialist verleid
door kwasi tegen hem te koketteren.
Ik zeg: Meneer pastoor, ‘k was wel een beetje bang:
dat ging gelijk van ‘beste meid’ en lieve Alie…
Maar toen hij zoende, deed k op mijn linker wang
tersluiks en ongemerkt een drupke cyaankali.
Ik deed zijn lijk in ‘t struikgewas.
Maar ik herkreeg mijkalmte pas,
toen ik ook nog hun voorraad fruit
had aangelengd met rattenkruit
en zwavelzuur in ‘t waterglas
dat ‘s avonds voor de spreker was.

Ik zeg: Meneer pastoor, toen heb ‘k brand gesticht.
Zodat van mij per slot geen spoor meer is gevonden.
Toe zei Meneer pastoor: “Wel meid,
heel interessant: Maar spaar mijn tjd:
ik zit hier niet voor politiek, maar voor jouw zonden.”