Ieder krijgt zijn deel op aard,
Ieder heeft wat hem bezwaart;
Ieder hart en ieder huis
>Heeft zijn eigen smart en kruis.
Het ene kruis is openbaar,
Het andere wordt men niet gewaar;
Het een is klein en ’t ander groot,
’t Een is van hout en ’t ander van lood.
Deze heeft een enig kruis,
Gene een driedubbel thuis;
Maar dit is het wonderbaarst:
Iedereen vindt ’t zijn het zwaarst.
Ook houdt bij ’t zijne menigeen
Zijns naasten kruis, als was ’t er geen
En als het mocht en mogelijk waar,
Dan ruilden velen met elkaar.
Zag men echter op een rij
Al die kruisen van nabij,
Ieder koos voor zich en nam
Waar hij mee ter markte kwam.
’t Kruis van een ander schijnt U licht,
Maar gij bedriegt U in ’t gewicht,
En wie weet of gij verdroegt
Waar nu hun schouder onder zwoegt.
Niet aan ieders voorhoofd staat
Hoe het hem van binnen gaat;
Dikwerf heeft zo menig hart
Midden onder ’t lachen smart.
Dus dragen wij naar ’s Heren wil,
Steeds met gelatenheid en stil;
Gij Uw kruisen, ik mijn leed,
Wijl God ons beider krachten meet.
’t Kruis te kiezen naar zijn zin
Heeft voorzeker niet veel in;
’t Is of men zich ’t enenmaal
Wil ontslaan van kruis en kwaal.
Door zijnen duur drukt ons het kruis
Maar ’t leidt ons eens naar ’t Vadershuis
Het wordt een brug, die van ’t strand
Ons veilig voert naar de overkant.
Mor dus niet, maar hoe het ga
Denk aan het kruis van Golgotha
En aan hem die kruis en kracht
Geeft waar hij het nodig acht
Wees in geluk en tegenspoed
Met al wat God geeft welgemoed
Wat uit de hand der Godheid vliedt
Is de weldaad, al begrijpt men ’t niet.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.