
Door velen wordt ze aangeduid als zijnde het flamoesje
Dat klinkt aanmerk’lijk aardiger dan botweg klamme dot
Of bruter nog dan spreekt men van een kleffe druipsteengrot
Veel vriendelijker is dan toch weer muisje dan wel poesje
Hans Teeuwen houdt het op een natte la of zure sloot
Eenvoudig als hij is noemt Youp van ’t Hek haar domweg kut
Het ergste aller namen is beslist het woordje put
Dat klinkt toch van geen kant voor zulk een prachtig stukje schoot
Ach welke naam men haar ook geeft mij kan het niet veel schelen
Punani schacht of schede mossel mösje toefje trut
Of pruimpje preutje roosje sneetje oester dan wel frut
‘k Vind alles goed als ik er af en toe maar een mag strelen
En hoe ze ook gekleed gaat in een slip dan wel een stringetje
Ik vind haar sinds ik kozen kan het allerliefste dingetje