Met dank aan Willem van Baardewijk voor het insturen van de tekst
Ik heb een vriend die overal ijsvogeltjes ziet. Hem hoor je niet.
Geruisloos sluipt hij door het lover voor iedereen en alles wordt hij nu dover.
Zijn vrouw mist hem al dagen maar manlief blijft jagen.
Hij heeft nu een vogelkleed gekocht en wordt daaglijks door mij bezocht. met kilo s vogelzaad ga k naar hem toe van fluiten wordt hij nimmer moe en roept iedereen nu toe. ‘ik ben niet wijs’ ik ben een vogeltje van ijs.
