Ik ben mijn zonde moe en mijn berouw,
ik ben mijzelve moede en ik ben
het zoeken moe naar God, die ik niet ken,
en die ik toch zo gaarne kennen zou.
Ik ben mijn zwakheid moe en mijn verdriet,
mijn arbeid en mijn hoop en mijn genot,
maar bovenal het zoeken naar mijn God! –
Ik ben het zoeken moede – maar God niet.
Hij ziet en kent mijn zonde en vergeeft
ze zeventig maal zeven maal en meer.
Hij wil niet, dat mijn ziele sterft maar leeft.
O, wonderbare goedheid van de Heer,
die naar zo moedeloos een ziel nog vraagt,
die alle dingen en ook mij verdraagt.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.