
Men noemt mij wel een woordenar
(jazeker, met één a)
Dat is een zalig compliment:
de nar houdt ons een spiegel voor
zoals clown, cabaretier en humorist
om ons te laten lachen
om alles wat we doen
Men noemt mij ook narcis
Welnu dat is een eer
nar: de zot over wie Erasmus schreef
cis: aan deze zijde (aan gene is er niets)
gebruik gerust uw schennend woord
en scheld mij uit voor zot of dwaas
Het deert mij niet, integendeel:
zo zie je dat zelfs een domme kracht
er ongewild in slaagt
een lach te produceren
tot heil en zegen van de nar
Moriae encomium, sive Stultitiae laus
oftewel Lof der Zotheid
dank u, dwaas!