
(Slachtmaand)
Ons varken staat gemest in ’t kot
Kreeg alles wat er overbleef
Aan middagmaal en wentelteef
De kliekjes van de avondpot
Ons varken vreet het allemaal
En zet het om in karbonaad
Hij is daarbij ook nog kastraat
Dus zijn gewicht groeit abnormaal
Ons varken staat nog in zijn kot
Niet wetend wat er komen gaat
Over een week, als -ie het haalt
Mijn vader slijpt het koude staal
En moeder kuist het kookgerei
En ik, ik proef al balkenbrij