
Een heel oud echtpaar ging naar bed
Op ’t kastje twee bekers tanden
vol liefde keek de man naar zijn vrouw
en streelde haar rimpelige handen
Hij zei: al meer dan vijftig jaar
zijn wij gelukkig meid
geloof me als ik zeg
Ik wil je voor een miljoen niet kwijt
Dat weet ik jongen zei de vrouw
Ook jij bent niet te koop
Ook niet voor twee miljoen
en dat is een hele hoop
Ze lagen daar tesaam
op de rand van hun leven
twee mensen die elkaar
zoveel hadden gegeven
Ze zeiden welterusten hoor
hij gaf haar toen een zoen
Zij fluisterde: is de deur op slot?
Hier ligt voor drie miljoen!