Home / Gedichten / Weemoed

Weemoed



Eenzaam strekt
de nacht zich uit
de lakens wit
het bed ijskoud
geen warme hand
geen kloppend hart
geen blik
geen woord
geen liefdevol gebaar
het bed blijft koud
en eenzaam lang
de nacht.

De sluimer van
de zoete slaap
komt heel zacht naderbij
dan ziet zij hem
die zij verloor
hij komt alleen
voor haar
zijn warmte schenkt
het kleumend hart
een zee vol hoop
op leven.

De dag valt
hard en koud
op een verlaten hart
maar met de tijd
vergeelt het beeld
van de herinnering
doch plots
is ’t daar
heel onverwacht
zo helder als
de spiegel die
haar weemoed ziet.