Nostalgie



Ernest Hemingway

(klik op de plaatjes om ze te vergroten)

Ernest Miller Hemingway werd op 21 juli 1899 geboren in Oak Park (Illinois) in het huis van de familie, dat gebouwd was door zijn grootvader Ernest Hall. Ernest was het tweede kind van dokter Clarence Hemingway en Grace Hall. In totaal kregen ze zes kinderen. Ernest had vier zusters en een broer. Hij werd vernoemd naar zijn grootvader van moeders kant Ernest Hall en zijn oom Miller Hall.

Oak Park was een voorstadje van Chicago waar voornamelijk protestantse middenstanders woonden. Hoewel het maar zo’n vijftien kilometer van de grote stad lag was het qua opvattingen over allerlei zaken veel verder weg. Het was een conservatieve gemeenschap die zich probeerde af te schermen van het in hun ogen losgeslagen liberale Chicago. Hemingway werd opgevoed met de conservatieve waarden uit het Midden Westen van Amerika van: sterke religie, hard werken, een goede fysieke conditie en standvastigheid. Als je hieraan voldeed werd hem geleerd, zou hij succesvol kunnen worden in wat hij maar wilde.

Windemere

Als jongen leerde hij van zijn vader jagen en vissen langs de oevers en in de bossen rond Lake Michigan. De Hemingways hadden daar een zomerhuis, Windemere genaamd, bij het Wallon Lake in het noorden van Michigan. Daar brachten ze de zomermaanden door omdat het er heerlijk koel was. Ernest ging of vissen in de verschillende beken die uitkwamen in het meer of hij pakte de roeiboot om op het meer te gaan vissen. Hij ging ook op eekhoornjacht in de bossen vlakbij het huis. Hij ontdekte daardoor al jong de rust die uitging van het alleen door een bos lopen of van het in je eentje in een beek staan.

Het was een rust die hij zijn hele leven kon opzoeken, waar ter wereld hij ook was. De natuur zou de hoeksteen worden van zijn leven en zijn werk. En hoewel hij in het begin van zijn carrière vaak in grote steden woonde, zoals Chicago, Toronto en Parijs, koos hij toen hij eenmaal succesvol begon te worden voor meer afgelegen plaatsen om te wonen, zoals Key West of San Francisco de Paula op Cuba of Ketchum in Idaho. Dat waren allemaal plaatsen die bij uitstek geschikt waren om te jagen en te vissen.

Als hij niet aan het jagen of vissen was leerde zijn moeder hem de fijne kneepjes van de muziek. Zijn moeder was een goede zangeres die eens de aspiratie had gehad om te gaan optreden, maar die zich uiteindelijk settelde met haar man en spraak- en muzieklessen gaf aan de kinderen uit de buurt, inclusief haar eigen kinderen. Ernest had niets met muziek. Hij worstelde zich door de oefeningen met een koor en de cellolessen. Maar de muzikale kennis die hij van zijn moeder kreeg zorgde ervoor dat hij met zijn eerste vrouw Hadley haar interesse in de piano kon delen.

Ernest kreeg zijn scholing in het openbare schoolsysteem van Oak Park. Op de middelbare school was hij matig in sport. Hij speelde American Football, hij zwom en basketbalde en kreeg een baantje als teammanager. Hij werkte met groot plezier voor de schoolkrant, Trapeze genaamd. Voor de schoolkrant schreef hij zijn eerste artikelen, meestal humoristische stukjes. Hij slaagde voor het eindexamen in de lente van 1917. Maar in plaats van dat hij naar een vervolgopleiding ging in de herfst van dat jaar, zoals zijn ouders van hem verwachtten, nam hij een baan als verslaggever bij de Star in Kansas City. Hij kreeg de baan door bemiddeling van zijn oom Tyler die nauw bevriend was met de hoofdredacteur van de krant.

In de tijd dat Hemingway eindexamen Middelbare School deed woedde in Europa de Eerste Wereldoorlog. En hoewel president Woodrow Wilson Amerika buiten de oorlog wilde houden, gingen de Amerikanen in april 1917 toch aan de zijde van de geallieerden meevechten tegen de Duitsers en Oostenrijkers. Toen Hemingway achttien jaar werd probeerde hij in dienst van het leger te komen, maar hij werd afgekeurd vanwege zijn slechte ogen. Hij had een slecht linker oog, waarschijnlijk geërfd van zijn moeder, die ook slecht zag. Toen hij hoorde dat het Rode Kruis op zoek was naar vrijwilligers als ambulancechauffeurs tekende hij daarvoor in. In december 1917 werd hij aangenomen, in april 1918 zegde hij zijn baan bij de krant op en in mei maakte hij per boot de oversteek naar Europa. In de korte tijd dat Hemingway bij de krant gewerkt had leerde hij veel over het schrijven van een artikel, wat ook van invloed was op zijn latere schrijven. De krant was voorstander van korte zinnen, korte alinea’s, authenticiteit, compacte verhalen, helderheid en directheid. Hemingway zei later: “Dat waren de beste regels die ik ooit geleerd heb voor het schrijversvak. Ik ben ze nooit vergeten.”

Hemingway

in de

Eerste Wereldoorlog

Toen hij in Europa aankwam ging Hemingway eerst naar Parijs. Begin juni kreeg hij de opdracht om naar Milaan te gaan. Op de dag dat hij daar arriveerde ontplofte een munitiedepot en moest hij verminkte lichamen en lichaamsdelen naar een geïmproviseerd mortuarium brengen. Het was gelijk zijn inwijding in de gruwelen van de oorlog. Twee dagen later werd hij naar een ambulance-eenheid in het plaatsje Scho gestuurd, waar hij ging werken als ambulancechauffeur. Op 8 juli 1918, pas een paar weken na zijn aankomst, raakte Hemingway zwaar gewond door de fragmenten van een Oostenrijkse mortiergranaat die vlak bij hem neerkwam. Hij was juist bezig met het uitdelen van chocolade en sigaretten aan Italiaanse soldaten die in de loopgraven dicht bij de frontlijn lagen. Door de explosie raakte Hemingway buiten bewustzijn, werd een Italiaanse soldaat gedood en verloor een andere Italiaanse soldaat beide benen. Wat er daarna precies gebeurd is werd onderwerp van discussie. Ted Brumback, een andere ambulancechauffeur, schreef in een brief aan Hemingway’s vader dat hij, ondanks dat hij meer dan 200 scherven in zijn been had, toch nog kans zag om een andere gewonde soldaat naar de Eerste Hulp post te brengen. Op weg daar naartoe werd hij in zijn benen geraakt door verschillende kogels uit een machinegeweer.

Of hij nu wel of niet een gewonde soldaat met zich meetorste doet niets af aan het offer dan Hemingway bracht. Hij kreeg de Italiaanse Zilveren Medaille voor Heldenmoed met de woorden: “Zwaargewond door vele scherven van een vijandige mortier, met een bewonderenswaardige geest van vriendschap stond hij andere gewonde Italiaanse soldaten bij die bij de explosie zwaarder gewond waren dan hijzelf, voordat hij voor zichzelf zorgde en hij wilde zelf nergens anders naartoe gebracht worden voordat zij eerst geëvacueerd waren.” Hemingway zelf beschreef over de gebeurtenis naar een vriend als volgt: “Er was een luid lawaai zoals je dat soms aan het front hoort. Ik ging toen dood. Ik voelde dat mijn ziel of zoiets recht uit mijn lichaam kwam, zoals je een zijden zakdoek aan een punt uit je zak zou trekken. Hij vloog rond en kwam weer terug naar binnen en ik was niet langer dood.”

Hemingway was gewond geraakt bij de rivier de Piave in Italië en zijn herstel in het ziekenhuis in Milaan, inclusief zijn relatie met zuster Agnes von Kurowsky, inspireerde hem later tot het schrijven van de roman “A Farewell To Arms” (1929).

Toen Hemingway in januari 1919 terug naar huis keerde vond hij Oak Park maar saai in vergelijking tot zijn avonturen die hij tijdens de oorlog beleefd had, de schoonheid van een vreemd land en zijn romance met een oudere vrouw (Agnes von Kurowsky). Hij was pas 19 jaar oud en het was pas anderhalf jaar geleden dat hij de Middelbare School had verlaten, maar de oorlog had hem stukken ouder gemaakt. Om bij zijn ouders te leven, die nooit begrepen wat hun zoon had doorgemaakt, was erg moeilijk voor hem. Al snel na zijn thuiskomst begonnen ze hem te vragen naar zijn plannen voor de toekomst. Ze begonnen hem onder druk te zetten om werk te vinden of een verdere opleiding te gaan volgen. Maar Hemingway kon de moed niet verzamelen om waar dan ook interesse in te hebben.

Hij had zo’n $ 1.000 van de verzekering gekregen als betaling voor zijn oorlogsverwondingen. Daardoor hoefde hij een jaar lang niet te werken. Hij woonde in het huis van zijn ouders en bracht zijn tijd door in de plaatselijke bibliotheek of met het thuis lezen van boeken. Hij hield lezingen voor kleine groepen om over zijn oorlogservaringen te vertellen. Vaak liep hij in het uniform van het Rode Kruis maar wat rond in het stadje. Een tijd lang had hij zelf twijfels over zijn heldenrol in de oorlog en als hem gevraagd werd om over zijn ervaringen te vertellen dikte hij de verhalen wat aan om het publiek tevreden te stellen. In “Soldier’s Home” verhaalt hij over zijn gevoelens van frustratie en schaamte bij zijn thuiskomst en over ouders die nog steeds een romantisch idee over de oorlog hadden en die geen idee hadden over de psychologische invloed die de oorlog op hun zoon had.

De laatste lezing die de jonge Hemingway hield was in de Openbare Bibliotheek van Petosky (Michigan). In het publiek zat Harriett Connable, de vrouw van een directeur van Woolworth in Toronto. Terwijl Hemingway zijn verhalen vertelde zag Harriett het verschil tussen hem en haar eigen zoon. Hemingway leek zelfverzekerd, sterk, intelligent en atletisch, terwijl haar zoon breekbaar leek, ietwat gehandicapt door een zwakke rechter arm en de meeste tijd binnen doorbracht. Harriett Connable dacht dat haar zoon iemand nodig had die hem het plezier van fysieke activiteiten kon bijbrengen en Hemingway leek de perfecte privé-leraar die op hem kon letten terwijl zij en haar man Ralph op vakantie gingen naar Florida. Dus vroeg ze Hemingway of hij interesse had.

Hemingway accepteerde het aanbod dat hem genoeg tijd zou geven om te schrijven en hem de mogelijkheid bood om bij de Star Weekly in Toronto te gaan werken. Hij werd door Ralph Connable bij de uitgever geïntroduceerd en hij bleef zelfs na zijn vertrek naar Chicago in de herfst van 1920 voor de Star Weekly schrijven.

Ernest en Hadley

Hij woonde er in het huis van een vriend en ontmoette daar Hadley Richardson. Zij werden al snel verliefd op elkaar en op 3 september 1921 trouwden ze. In november van datzelfde jaar accepteerde hij het aanbod van de Daily Star uit Toronto om als hun correspondent te gaan werken in Europa. Hij en zijn nieuwe bruid verhuisden naar Parijs waar de literatuur een hele verandering onderging door mensen als Ezra Pound, James Joyce, Gertrude Stein en Ford Maddox Ford. En Hemingway zou ook mee veranderen.

De Hemingways arriveerden op 22 december 1921 in Parijs en een paar weken later zaten ze in hun eerste appartement. Het was een verschrikkelijk appartement zonder stromend water en een toilet dat eigenlijk een kast was met een emmer erin. Hadley, die was opgegroeid in relatieve weelde, verdroeg het allemaal omdat ze aangestoken werd door het enthousiasme van haar man om als bohemien te leven. Ironisch genoeg konden ze zich eigenlijk wel iets beters veroorloven. Met de baan van Ernest en het trust fonds van Hadley was hun inkomen zo’n $ 3.000 per jaar. Dat was in die tijd best een aardig bedrag. Om rustig te kunnen schrijven huurde Hemingway ergens anders een kamer.

Met een introductiebrief van Sherwood Anderson kwam Hemingway in Parijs in contact met een aantal vooraanstaande schrijvers en kunstenaars en sloot hij snel vriendschap met hen. Tot zijn vrienden behoorden Ezra Pound, Gertrude Stein, Sylvia Beach, James Joyce, Max Eastman, Lincoln Steffens en Wyndahm Lewis. Verder kende hij de schilders Miro en Picasso. Deze vriendschappen droegen bij aan zijn ontwikkeling als schrijver en kunstenaar.

Tijdens de eerste twee jaar in Parijs maakte hij uitgebreide rapportages over de Conferentie van Geneve van april 1922, de Turks-Griekse oorlog van oktober, de Conferentie van Lausanne in november en het naoorlogse congres in het Roergebied begin 1923. Daarnaast schreef hij stukken over politiek, levensstijl, vissen, stierenvechten, het sociale leven in Europa, skiën, bobsleeën en nog veel meer.

Op het moment dat hij naam begon te maken als verslaggever en beginnend romanschrijver en juist toen hij en zijn vrouw sociaal gezien er steeds beter voor stonden ontdekten ze dat Hadley zwanger was van hun eerste kind. Omdat ze wilden dat de baby in Noord Amerika geboren werd, waar er betere dokters en ziekenhuizen waren, verliet het echtpaar in 1923 Parijs en verhuisden ze tijdelijk naar Toronto. In afwachting van de geboorte schreef hij daar voor de Daily Star.

John Hadley Nicanor Hemingway werd op 10 oktober 1923 geboren en in januari 1924 keerde het jonge gezin terug naar Parijs.

Op aanbeveling van Ezra Pound maakte Ford Maddox Ford hem redacteur van zijn nog jonge literaire tijdschrift de “Transatlantic Review”. In haar aanbeveling bij Ford zei Pound: ” … Hij is een ervaren journalist. Hij schrijft goede gedichten en hij is de beste stilist in proza van de hele wereld.” 

Ford publiceerde enkele van Hemingway’s eerste verhalen en prees vaak de nog jonge schrijver. Het tijdschrift bestond maar anderhalf jaar (tot 1925), maar het stelde Hemingway in staat om zijn eigen artistieke theorieën uit te werken, die vervolgens afgedrukt werden in dit respectabele tijdschrift.

Tussen 1925 en 1929 produceerde Hemingway een deel van de meest belangrijke proza uit de 20-ste eeuw, waaronder de verzameling korte verhalen “In Our Time” (1925). In 1926 kwam zijn eerste echte roman uit “The Sun Also Rises”. Daarna kwam “Men Without Women” (1927), wat weer een boek met korte verhalen was. In 1929 publiceerde hij “A Farewell to Arms” wellicht de beste roman die ooit over de Eerste Wereldoorlog geschreven is. In die vier jaar groeide hij van onbekende schrijver tot de belangrijkste schrijver van zijn generatie.

Terwijl het prima ging met zijn schrijverscarrière begon het met zijn persoonlijke leven slechter te gaan. In 1927 scheidde hij op 4 april van zijn eerste vrouw Hadley en op 10 mei van datzelfde jaar trouwde hij met Pauline Pfeiffer, die van tijd tot tijd modeverslaggeefster was voor Vanity Fair en Vogue. In 1928 verliet het echtpaar Parijs om te verhuizen naar Key West (Florida), op zoek naar een nieuwe omgeving die bij hun nieuwe leven samen paste. Ze zouden er bijna 12 jaar wonen. Hemingway vond het een prachtige plaats om te werken en hij ontdekte er de sport om op grote vissen te jagen, een passie die hij zijn hele leven behield en die ook een bron was voor zijn latere schrijven. In datzelfde jaar vernam Hemingway ook dat zijn vader zelfmoord gepleegd had. Clarence Hemingway leed aan een aantal fysieke kwalen die zijn toch al zwakke mentale gesteldheid alleen maar verergerde. Hij kreeg diabetes, een pijnlijke keelontsteking en hij leed aan extreme hoofdpijnen. Naast zijn fysieke problemen verkeerde hij ook in een ellendige financiële situatie na mislukte investeringen in vastgoed in Florida. Omdat zijn problemen onoplosbaar leken schoot Clarence Hemingway zich door het hoofd. Ernest reisde onmiddellijk naar Oak Park om de begrafenis te regelen.

 

Ernest en Pauline

De Hemingways hadden via een vriend van Ernest, John Dos Passos, van Key West gehoord en op hun weg terug van Parijs maakten ze een stop op het kleine eilandje in Florida. Ze ontdekten al snel dat wonen in Key West hetzelfde was als in het buitenland wonen, maar toch woonde je op het meest zuidelijke puntje van Amerika. Hemingway was er dol op: “Het is de beste plek waar ik ooit geweest ben. Met bloemen, tamarinde bomen, guava bomen en palmen met kokosnoten.” Nadat ze er eerst een paar jaar een appartement en later een huis hadden gehuurd kochten ze er een groot huis met de steun van $ 12,500 van oom Gus.

Pauline was zwanger en op 28 juni 1928 werd hun zoon Patrick geboren door middel van een keizersnee. Het was in december van dat jaar dat Hemingway een telegram kreeg over de zelfmoord van zijn vader. Ondanks alles bleef Hemingway werken aan “A Farewell To Arms”, dat in januari 1929 gereed kwam. De roman werd op 27 december 1929 gepubliceerd. Het boek kreeg zeer lovende kritieken. Eenzelfde waardering voor zijn werk zou hij pas weer in 1940 krijgen met zijn boek over de Spaanse burgeroorlog “For Whom the Bell Tolls. Intussen zat Hemingway in een experimentele fase van zijn schrijven die critici verbaasd deed staan, maar waarmee hij nog wel aan de verwachtingen van zijn lezers voldeed.

Op 12 november 1931 werd hun tweede zoon Gregory geboren. Hemingway noemde hem altijd Gig (later noemde hij zichzelf Gloria) en het was tegelijk zijn laatste kind.

Nadat hij “A Farewell To Arms” had gepubliceerd kwam er in 1932 een verhandeling over het Spaanse stierenvechten “Death in the Afternoon” uit. Bij het schrijven van deze encyclopedische verhandeling over het stierenvechten slaagde hij erin om het leesbaar te houden, ook voor mensen die niet echt in stierenvechten geïnteresseerd waren. Hij voegde er stukken over de Spaanse cultuur, schrijvers, voedsel, mensen, politici en geschiedenis aan toe. Hemingway schreef over het doel waarmee hij het boek schreef: “Het is bedoeld als een introductie van het moderne stierenvechten en het probeert om dat spektakel zowel emotioneel als praktisch te verklaren. Het is geschreven omdat er geen boek in het Spaans of het Engels bestond dat dit deed.”

Hoewel het een non-fictie boek is vinden we hierin toch het steeds terugkerende literaire concept van Hemingway, een stoïcijnse held die gesteld wordt tegenover een dodelijke tegenstand terwijl hij professioneel en bekwaam zijn vak uitoefent. Veel critici maakten er een punt van dat Hemingway veranderde van fictieve naar echte personen in zijn werk. Zij hielden niet van de belerende toon waar hij nu in schreef. Het was het begin van het wat arrogante imago dat hij kreeg en dat in de volgende jaren alleen maar erger zou worden.

Hij keerde weer terug naar fictie met zijn publicatie van “Winner Take Nothing” in 1933, een boek met korte verhalen. Hoewel het door de critici maar matig ontvangen werd en de wereld in een economische crisis verkeerd verkocht het goed.

In de zomer van 1933 gingen de Hemingways samen met hun vriend Charles Thomson, die ook in Key West woonde, op safari naar Afrika. Al sinds hij in zijn jeugd over Teddy Roosevelt’s heldendaden bij het jagen in Afrika had gelezen wilde Hemingway zijn jagerskunst testen bij het jagen op de grootste en meest gevaarlijk dieren op aarde. Met een lening van Pauline’s oom Gus (dezelfde die hun ook gehopen had bij het kopen van hun huis in Key West) brachten ze drie maanden door met het jagen in Afrika. Daarbij verzamelde Hemingway tegelijk materiaal voor zijn toekomstige boeken. In 1935 publiceerde hij “Green Hills of Africa”, een pseudo-non fictie verhaal over deze safari. Ongelukkigerwijs schreef hij het weer met dezelfde belerende toon als in “Death in the Afternoon”. Terwijl het boek goede passages bevatte over Afrika en haar dieren, werd het boek overschaduwd door deze toonzetting. In het boek valt hij zijn vrienden hard aan en maakt daardoor dat de lezer met kromme tenen over zijn ongevoeligheid moet lezen. Hij schetst zichzelf als moedig, bekwaam en koelbloedig. De anderen, inclusief zijn vriend Charles Thomson, schets hij als laaghartig en egoïstisch.

Vreemd genoeg schreef hij met het materiaal dat hij in Afrika verzameld had twee van zijn beste korte verhalen: “The Snows of Kilimanjaro” en “The Short Happy Life of Francis Macomber”. In beide verhalen toont de hoofdpersoon een zwakheid, die in tegenstelling tot de hoofdpersonen in zijn andere verhalen, deze keer dus geen held is. Harry, de stervende schrijver uit “The Snows of Kilimanjaro” klaagt over zijn verspilde talent, een talent dat verpest werd door drank, vrouwen, weelde en luiheid. Macomber uit “The Short Happy Life of Francis Macomber” toont zijn lafheid onder druk en juist als hij zichzelf weer in de hand krijgt schiet zijn vrouw hem dood.

Zoals in de andere verhalen van Hemingway is een vreemd effect waar te nemen in deze twee verhalen. Vaak wordt in zijn non fictie werk de waarheid overschaduwd door de drang van Hemingway om zich voor te doen als iemand die geen vrees kent, boven kleingeestigheid staat en boven alle kwalificaties die dat imago zouden kunnen aantasten. Maar in zijn fictie hebben de figuren gebreken die tot hun ondergang leiden. Biografisch gezien lijkt Hemingway’s leven meer op zijn figuren uit de fictie verhalen dan uit de non fictie. Bijvoorbeeld: De verwondingen die Hemingway opliep in de Eerste Wereldoorlog lijken meer op die van Frederic Henry in “A Farewell To Arms” dan de beschrijvingen die men vindt op oude boekenomslagen en die verhalen over hoe hij vocht aan de zijde van Italiaanse elitetroepen, hoe hij een Italiaanse soldaat wegdroeg nadat hij getroffen was door een mortiergranaat en hoe eiste dat hij als laatste medische verzorging kreeg.

In maart 1937 reisde Hemingway naar Spanje om daar verslag te doen van de Spaanse burgeroorlog voor de gezamenlijke Amerikaanse kranten.

De oorlog veroorzaakte ook een echtelijke strijd in huize Hemingway. Hemingway had in Key West een jonge schrijfster ontmoet, Martha Gellhorn, en de twee hadden bijna vier jaar lang een geheime affaire voordat Hemingway op 4 november 1940 van Pauline scheidde. Kort daarna, op 21 november 1940 trouwde hij met Martha.

Pauline koos de zijde van de fascist Franco vanwege zijn pro Katholieke houding, maar Ernest steunde de regeringsgezinde communisten die op hun beurt de democratisch gekozen regering steunden. Hemingway reisde vaak samen met Gellhorn en ze werden verliefd, terwijl ze toch elkaars concurrent waren in het schrijven van kwaliteitsverhalen. Zoals gezegd trouwden ze in 1940, bijna vier jaar nadat ze elkaar ontmoet hadden in “Sloppy Joe’s” bar in Key West. Uiteindelijk verloor de regeringsgezinde beweging en de door Franko geleide opstandelingen wonnen. In de lente van 1939 vestigde Franko een dictatoriaal regime. Hoewel de kant die Hemingway gekozen had verloor, gebruikte hij zijn daar opgedane ervaringen in “For Whom the Bell Tolls”, een toneelstuk getiteld “The Fifth Column” en verschillende korte verhalen.

Ernest en Martha

Na terugkomst uit Spanje en zijn scheiding van Pauline ging hij met Martha op Cuba wonen in een groot huis buiten Havanna. Ze noemden het huis “Finca Vigia” (boerderij met uitzicht) en Hemingway decoreerde het met zijn jachttrofeeën die hij had meegebracht van zijn safari in Afrika. Hij begon op Cuba met het schrijven van “For Whom the Bell Tolls” en schreef er verder aan terwijl hij onderweg was naar Key West, Wyoming of Sun Valley. In juli 1940 was het af. Het boek was een enorm commercieel succes. En ook de critici vonden het prachtig. Het boek werd door het comité van de Pulitzer Price unaniem gekozen als de beste roman van het jaar. Maar om politieke redenen sprak de conservatieve rector van de universiteit van Columbia er zij veto over uit. De Pulitzer prijs werd dat jaar toen maar helemaal niet uitgereikt. Van het boek werden meer dan 500.000 exemplaren verkocht in slechts een half jaar en zelfs nu wordt het nog goed verkocht.

Creatief gezien stelden de volgende tien jaar niet veel voor (hij zou zijn volgende roman pas in 1950 publiceren). Maar hoewel hij meer geïnteresseerd leek in het versterken van zijn publieke imago ten koste van zijn werk, was hij in werkelijkheid ondergedompeld in verschillende grote schrijversprojecten die hij nooit leek af te maken. Tijdens de veertiger jaren werkte hij aan romans die pas na zijn dood gepubliceerd zouden worden: “Islands In The Stream” en The Garden Of Eden”. Intussen versloeg hij (sommigen zeggen dat hij er aan mee deed) de Tweede Wereldoorlog. Bovendien scheidde hij op 21 december 1945 van zijn derde vrouw Martha en op 14 maart 1946 trouwde hij met Mary Welsh (op 19 augustus 1946 kreeg ze een miskraam omdat ze een buitenbaarmoederlijke zwangerschap had).

Hemingway

aan boord van de

Pilar rond 1950

Nadat hij verslag had gedaan van de Spaanse Burgeroorlog nam hij een andere opdracht aan, het verslaan van de oorlog tussen China en Japan in 1941. Hij reisde samen met zijn vrouw Martha en schreef stukken over deze oorlog voor PM Magazine. Het was een vermoeiende reis en Hemingway was blij dat hij voor een welverdiende rust naar Cuba kon terugkeren. Maar die rust duurde niet lang. In 1942 nam hij deel aan een undercover operatie om op de Atlantische Oceaan in de buurt van Cuba op Duitse onderzeeërs te gaan jagen. Hij trommelde wat van zijn vrienden op, maar ook een paar professioneel geschoolde onderzeebootjagers. Hij voorzag zijn boot, “Pilar” genaamd, van radioapparatuur, extra brandstoftanks en een aardige hoeveelheid munitie. Hij hoopte dat hij dicht genoeg bij een Duitse onderzeeër kon komen om daar een bom op te laten vallen. Hij noemde zijn groep de “Crook Factory”. Er kwam echter niet veel van hun jacht op onderzeeërs terecht. Maar ze vermaakten zich prima met vissen en drinken.

Het ergerde Martha die vond dat hij zijn verantwoordelijkheid ontliep, omdat hij geen verslag deed van de gebeurtenissen in Europa.

Ernest en Mary

In de lente van 1944 besloot Hemingway eindelijk dat hij naar Europa zou vertrekken om daar de oorlog te verslaan. Hij reisde eerst naar Londen waar hij een verslag schreef over de RAF en over de effecten die de oorlog op Engeland had. In Engeland kreeg Hemingway een auto-ongeluk, waarbij hij een fikse hersenschudding opliep en een snee in zijn hoofd die met 50 hechtingen gedicht moest worden. Martha bezocht hem in het ziekenhuis en bagatelliseerde zijn verwondingen. Ze verweet hem dat hij ten tijde van het ongeluk wel dronken geweest zou zijn. Hemingway was hierdoor diep gekwetst en haar houding luidde het begin van het einde van hun huwelijk in. In Londen ontmoette Hemingway Mary Welsh, de tegenpool van Martha. Mary was zorgzaam, ze aanbad hem en was complimenteus, terwijl het Matha allemaal niets kon schelen. Ze had alle bewondering voor haar man verloren en beschuldigde hem van van alles en nog wat. Voor Hemingway was de keuze tussen de twee vrouwen daardoor eenvoudig.

In elk geval was het duidelijk dat zijn derde huwelijk voorbij was en zijn vierde en laatste huwelijk aanstaande was. Hemingway schreef: “Grappig dat er een oorlog voor nodig is om een nieuwe vrouw in je hart te sluiten en een andere daaruit te verdrijven. “

Eind augustus 1944 kwam Hemingway kwam met zijn zooitje ongeregelde soldaten in Parijs aan. Hemingway liet graag aan iedereen weten dat hij de eerste was die in Parijs aankwam om de stad te bevrijden, maar dat verhaal is zwaar overdreven. Het is wel waar dat hij in Parijs zijn favoriete bar en hotel bevrijdde. Hij kwartierde zich in bij het Ritz Hotel en de volgende week bracht hij door met zuipen en het vieren van zijn terugkeer in de stad die zo veel voor hem betekend had in zijn jonge jaren.

Vervolgens reisde Hemingway naar noord Frankrijk om zich daar bij zijn vriend Generaal Buck Lanham te voegen en met de geallieerden (in het bijzonder het 22-ste Infanterie Regiment) op te trekken naar Duitsland. Hij bleef ongeveer een maand bij Lanham, lang genoeg om te zien hoe de strijdkrachten zich een weg naar Duitsland vochten. De gevechten behoorden tot de bloedigste uit de oorlog en dit gegeven werd indirect verwerkt in zijn roman “Across the River and into the Trees”.

In maart 1946 keerde Hemingway terug naar Amerika met het plan om een grote roman over de oorlog te schrijven, maar dat is er nooit van gekomen. Wel schreef hij dus “Across the River and into the Trees”. De roman vertelt het bitterzoete verhaal van Richard Cantwell die van Brigade Generaal tot Kolonel gedegradeerd werd na een desastreus verlopen veldslag. Het verlies werd hem verweten. De wat ouder wordende Cantwell, met een hartprobleem dat hem ieder moment fataal kan worden, wordt verliefd op de jonge Italiaanse gravin Renata. Door hun gesprekken leren we de bron van Cantwell’s bitterheid kennen, te weten een onbekwame hoger geplaatste militair die geen waardering voor zijn talent heeft en hem onmogelijke opdrachten geeft die garant staan voor zijn falen en die hem daardoor te schande maken. En zijn ex-vrouw (gebaseerd op Martha Gellhorn) die haar relatie met Cantwell gebruikt om toegang te krijgen tot militaire stukken die belangrijk zijn voor haar journalistieke carrière.

In september 1950 werd er een oplage van 75.000 stuks gedrukt van ” Across the River and into the Trees”, nadat het verhaal al van februari tot juni van dat jaar in het blad Cosmopolitan verschenen was. Het boek werd door de critici afgekraakt als sentimenteel, langdradig en omdat ze meenden dat er verborgen zijn relatie met een jonge Italiaanse, Adriana Ivancich, in verwerkt was. De critici verwachtten iets van het niveau van “For Whom The Bell Tolls” en ze waren teleurgesteld over de dikte van het boek en de beperktheid van het verhaal.

Hemingway trok zich de kritieken aan en was vastbesloten om zijn status van uitstekende schrijver te herwinnen. Hij begon te werken aan een verhaal over een oude man en een grote vis. De woorden voor het verhaal kwamen als vanzelf en vielen perfect op hun plaats. Er was na een eerste versie maar weinig correctie nodig. Het was een verhaal dat steeds in zijn onderbewustzijn aanwezig was geweest. Eigenlijk had hij er al iets in 1936 in een uitgave van het blad Esquire over geschreven. Zijn uitgever probeerde hem van tijd tot tijd het hele verhaal te laten schrijven, maar Hemingway voelde dat hij niet klaar was, voor wat zijn vrouw Mary later “poëzie in proza” zou noemen.

In september 1952 verscheen het verhaal “The Old Man and the Sea” in Life Magazine. Van het blad werden er in een zucht 5 miljoen stuks verkocht. De eerste oplage in boekvorm was 50.000 exemplaren en die waren ook snel uitverkocht. Het boek was een groot succes, zowel bij de critici als ook commercieel gezien. Voor het eerst sinds “For Whom The Bell Tolls” uit 1940 behoorde Hemingway weer tot de literaire top en hij verdiende er een fortuin mee. Hoewel hij eerder succes had gehad, had hij nog nooit een belangrijke literaire prijs gewonnen. Dat veranderde door “The Old Man and the Sea”. In 1953 ontving hij de Pulitzer prijs voor fictie literatuur.

Met het vele geld dat hij verdiend had met “The Old Man and the Sea” besloot hij om weer te gaan reizen en keerde hij terug naar Europa om daar wat stierengevechten te bekijken. En in de zomer ging hij met zijn vrouw Mary op safari in Afrika. In januari 1954 stapten hij en Mary aan boord van een kleine Cessna om over de prachtige Oost Afrikaanse meren en watervallen te vliegen. Om een botsing met een groep vogels te vermijden dook de piloot naar beneden en raakte daarbij een telegraafdraad. Het vliegtuigje was zwaar beschadigd en ze moesten een noodlanding maken. De verwondingen van de passagiers vielen mee, hoewel Mary verschillende ribben gebroken had. Na een boottocht over het Victoria Meer vlogen ze naar Oeganda. Bij de start kwam het vliegtuig nauwelijks van de grond, het stortte neer en vloog in brand. Mary kon met een paar anderen ontsnappen via een uitgang in het voorste gedeelte van het vliegtuig. Hemingway gebruikte zijn hoofd als stormram en hij kon er uiteindelijk uitkomen via de hoofduitgang. Door de crash was Hemingway zwaarder gewond dan men soms denkt. Jeffrey Meyer geeft in zijn biografie over Hemingway een opsomming van zijn verwondingen: een gebroken schedel, twee ruggenwervels waren gescheurd, zijn rechter arm en zijn schouder waren gekneusd, zijn lever, rechter nier en milt waren gescheurd, zijn sluitspier was verlamd door de druk van zijn rugkolom op de zenuwen van zijn darmbeen, zijn armen en gezicht waren door de vlammen verbrand, zijn zicht en gehoor waren beschadigd. Hoewel hij beide crashes overleefd had en hij zelf zijn overlijdensberichten die in sommige kranten verschenen kon lezen, verkortten zijn verwondingen zijn leven langzaam en pijnlijk. 

Ondanks zijn verwondingen reisden hij en Mary voor een laatste keer naar Venetië en gingen vervolgens terug naar Cuba. Op 28 oktober 1954 kreeg Hemingway de Nobelprijs voor de Literatuur, maar door zijn verwondingen was hij niet in staat om de plechtigheid in Zweden bij te wonen. In plaats daarvan stuurde hij een bedankbrief die aan het Nobel Comité werd voorgelezen door John Cabot, de ambassadeur van de Verenigde Staten in Zweden.

1957

Na 1954 vocht Hemingway tegen zijn steeds slechter wordende gezondheid, die hem vaak van het schrijven afhield. En als hij al aan het werk was voelde hij dat het niet goed was. Hij had een beschrijving van 200.000 woorden gemaakt van zijn noodlottige safari met als werktitel “African Journal”, maar hij vond het ongeschikt om het te publiceren en hij had er de energie niet voor om het te verbeteren (een zwaar geredigeerde versie daarvan werd in juli 1999 uitgebracht als “True At First Light”). Er kwamen ook geen korte verhalen over deze gebeurtenis uit en de korte verhalen die hij erover schreef had hij terzijde geleg, teleurgesteld over het resultaat van zijn inspanningen. Hij worstelde met zijn creativiteit en met zijn gezondheid en als een manier om zijn drang tot schrijven te bevredigen keerde hij terug naar de onderwerpen die hij goed kende en waarvan hij het gevoel had dat hij daarover zonder al te veel inspanning kon schrijven.

In 1959 benaderde het blad Life hem om een artikel te schrijven over de “mano y mano” stierengevechten met Antonio Ordonez en Louis Miguel Dominguin, twee van de beste Spaanse matadors. Hemingway reisde de hele zomer van 1959 met de stierenvechters mee om materiaal voor zijn artikel te verzamelen. Toen hij begon te schrijven groeide het verhaal aan tot 120.000 woorden en hij zag geen kans om het korter te maken. Hij vroeg aan zijn vriend A.E. Hotchner om hem te helpen (iets wat hij in zijn goede jaren nooit gedaan zou hebben). Samen slaagden zij erin om het artikel te bekorten tot 65.000 woorden. Ondanks hun bedenkingen over de lengte van het verhaal plaatste Life het in 1960 in drie afleveringen met als titel “The Dangerous Summer”. Het was het laatste werk dat Hemingway tijdens zijn leven gepubliceerd kreeg.

Naast zijn problemen met het schrijven van het heldere en bondige proza dat hem beroemd had gemaakt werd zijn fysieke aftakeling in het jaar dat hij 60 werd ook steeds duidelijker. Als men foto’s van hem ziet uit die tijd lijkt hij wel 80 in plaats van 60. Soms was hij vertwijfeld en op andere momenten was hij vrolijk en die wisselende stemmingen werden nog verergerd door zijn vele drinken. Voor zijn naasten was dit allemaal moeilijk te verdragen.

In die tijd werkte hij ook aan zijn memoires die in 1964 werden uitgegeven onder de titel “A Moveable Beast”. Hij zou niet lang genoeg leven om het succes van dit boek mee te maken. De critici prezen het om zijn gevoeligheid en schoonheid en om zijn vreemde kijk op de levensstijl van buitenlanders die rond 1920 in Parijs woonden. Hij had het schrijven weer volkomen onder controle en dat was lange tijd niet het geval geweest.

In juli 1960 verliet hij Cuba om zich met Mary te vestigen in Ketchum (Idaho). In april 1959 hadden ze daar al een huis gekocht. Idaho herinnerde Hemingway aan Spanje en Ketchum was klein en afgelegen genoeg om hem te beschermen tegen de negatieve kanten van zijn beroemdheid. Hij had de streek voor het eerst in 1939 bezocht als gast van Averill Harrimen die er als projectontwikkelaar net het “Sun Valley” vakantieoord geopend had. Hij wilde in die tijd dat een beroemdheid als Hemingway het vakantieoord zou promoten. Hemingway had altijd van de koele zomers uit dat gebied gehouden en ook van de overvloed aan gebieden om te jagen en te vissen trokken hem aan.

Maar het mooie landschap van Idaho kon niet verhullen dat er iets goed mis was met Hemingway. In de herfst van 1960 vloog Hemingway naar Rochester (Minnesota) waar hij werd opgenomen in de Mayo Clinic, zogenaamd voor een te hoge bloeddruk, maar in werkelijkheid omdat zijn vrouw Mary zijn ernstige depressies niet meer alleen aankon. Nadat Hemingway begon te praten over zelfmoord was zijn dokter in Ketchum het met Mary eens dat ze de hulp van een specialist moesten inroepen. Hij liet zich registreren onder de naam van zijn huisarts, George Saviers, en er werd een programma opgesteld om zijn mentale gezondheid weer op orde te krijgen. Uiteindelijk leidden zijn behandelingen in de Mayo Clinic ertoe dat ze hem elektroshocks gaven. Hij kreeg waarschijnlijk tussen de 10 en 15 elektroshocks toegediend die, in plaats van hem te helpen, hoogstwaarschijnlijk alleen maar zijn einde hebben versneld. Eén van de vervelende bijeffecten van elektroshocks is geheugenverlies en voor Hemingway was dat een ramp. Zonder geheugen kon hij niet langer schrijven omdat hij de beelden en feiten die hij had verzameld niet langer kon oproepen. Het schrijven dat daarvoor toch al moeizaam verliep was nu vrijwel onmogelijk geworden.

In de eerste helft van 1961 streed hij tegen zijn depressies en tegen zijn paranoia, waarbij hij achter elke hoek een vijand zag en hij dreigde ook weer een aantal keren met zelfmoord. Op de morgen van 2 juli 1961 stond Hemingway vroeg op, zoals hij zijn hele leven al deed. Hij zocht een geweer uit in een kast in de kelder, ging weer naar boven naar een plek vlak bij de voordeur van het huis en schoot zichzelf door het hoofd. Het was minder dan twee weken voor hij 62 jaar zou zijn geworden.

Omdat hij mentaal niet verantwoordelijk gehouden werd voor deze daad werd hij begraven met een Rooms Katholieke kerkdienst.

Kijk naar:

The Old Man and the Sea deel1

The Old Man and the Sea deel 2

Eerbetoon aan Hemingway

 

Enkele van zijn bekende werken van Hemingway:

Three stories and ten poems (1923)

In our time (1925)

The torrents of spring (1926)

En de zon gaat op… (1926) – (Engelse Titel: The sun also rises)

Men without women (1927)

A farewell to arms (1929)

Death in the afternoon (1932)

Winner take nothing (1933)

Green hills of Africa (1935)

Hebben en niet hebben (1937) – (Engelse Titel: To have and have not)

The fifth column and the first fortynine stories (1938), verhalenbundel)

Voor wie de klok luidt (1940) – (Engelse Titel: For whom the bell tolls)

Men at war (1942)

The short stories of E. Hemingway (1949)

Across the river and into the trees (1951)

De oude man en de zee (1952) – (Engelse Titel: The old man and the sea)

The wild years (1962)

A moveable feast (1964)

By-line: Ernest Hemingway (1967)

Island in the stream (1970)

The Nick Adams Stories (1972)

88 poems (1979)

Selected letters (1981)

The dangerous summer (1985)

The Garden of Eden (1987) manuscript door Hemingway zelf, bewerkt door nazaten

 

Geraadpleegde bronnen o.a.:

Ernest.Hemingway.com

Kunstbus

Lost Generation

Nobelprize.org

Wikipedia

Terug naar Nostalgie

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten