(klik op de plaatjes om ze te vergroten)
Zijn ouders, Oswald George “Ozzie” Nelson en Harriet Hilliard waren populaire entertainers in de 30-tiger jaren van de vorige eeuw. Ozzie leidde een dansorkest en had in 1935 een nummer één hit met “And Then Some”. Harriet was filmactrice en werd de zangeres van zijn orkest drie jaar voordat ze in 1935 trouwden. Ze kregen twee zoons, David die op 24 oktober 1936 in Chicago geboren werd en Eric Hilliard (Ricky) die op 8 mei 1940 geboren werd in Teaneck (New Jersey). Tegen de jaren veertig was het tijdperk van de Big Bands een beetje over. De Jazz werd populairder. Omdat hij nooit een groot instrumentalist was geweest probeerde Ozzie een bestaan op te bouwen in het variété circuit. Week na week trad hij ’s avonds op op steeds weer een andere locatie, terwijl Harriet thuis bleef bij de kinderen in Tenafly (New Jersey).
In 1941 verhuisde de familie zonder Ricky naar Hollywood, zodat Ozzie bandleider kon worden in het radioprogramma van Red Skelton. Ricky bleef bij zijn grootmoeder in Tenafly wonen. De Nelsons kochten een huis van twee verdiepingen met 14 kamers. Daar bleven ze voor de rest van hun leven wonen. In 1942 kwam Ricky weer bij hen wonen.
Toen in 1944 Red Skelton de radioshow verliet werd aan de Nelsons aangeboden om hun eigen programma te maken. Het radioprogramma “The Adventures Of Ozzie and Harriet” was daarmee geboren. De show ging over het dagelijkse leven van het echtpaar en werd niet direct goed beluisterd maar won toch steeds meer aan populariteit. Ozzie leek altijd een beetje in de war en zich niet helemaal bewust van de dingen die om hem heen gebeurden en Harriet was de rust zelve, zoals het oog in een orkaan.
Al na een paar weken werden ook de karakters van David en Ricky in de show opgenomen. Daarvoor werden professionele acteurs ingehuurd. Maar David en Ricky zetten hun ouders voortdurend onder druk om zichzelf te mogen spelen.
Op 20 februari 1949 was het dan eindelijk zo ver, David en Ricky maakten voor het eerst hun opwachting in de show in de aflevering “Invitation To Dinner”. David werd beschreven als nuchter, oprecht, professioneel en rustig. Ricky was eigenwijs, maakte grappen en had weinig zelfvertrouwen. Ricky was een geboren entertainer.
In 1950 bood ABC de Nelsons aan om een televisieshow te maken gebaseerd op het format van de radioshow. Ozzie besloot om dit idee te testen door middel van een low budget film. In 1951 draaide deze film “Here Comes The Nelsons” in drive-in en locale bioscopen in het hele land. De film was commercieel gezien een gematigd succes, maar toonde wel aan dat ze klaar waren voor hun eigen televisieshow.
In het najaar van 1952 verscheen de show voor het eerst op de televisie bij ABC en bleef daar maar liefst veertien seizoenen met in totaal 135 afleveringen.
In zijn kindertijd had Ricky regelmatig last van astma-aanvallen en was hij een mager en ziekelijk kind. Maar vanaf zijn debuut bij de televisieshow in 1952 veranderde hij van een schriel twaalf jaar oude grapjas naar een zwierige, charmante jongeman in 1956. Bij zijn school Bancroft Junior High zagen ze hem als een bescheiden, rustige en beleefde jongeman. Hij begon er in 1954 en was een gemiddelde leerling. Tegen die tijd verdiende hij met de televisieshow een jaarsalaris van $ 100.000.
In 1956 veegde Rock And Roll de Country en andere muziekstijlen van de kaart. Ricky was lid van de “Rooks”, een clubje dat er van hield om de autoriteiten last te bezorgen. Ozzie en Harriet waren, ondanks dat ze televisiesterren waren, zo gewoontjes als maar kan. Ricky had een hekel aan hun levensstijl en aan autoriteit. Om zich hiertegen af te zetten dompelde Ricky zich onder in Rock And Roll, het tegenovergestelde van de gladde sound van Ozzie’s Big Band. Hij liet zijn bakkebaarden groeien, kamde zijn haar achterover en droeg shirts met opvallende kleuren. Hij wilde zich zelfs laten tatoeëren op zijn schouder en zijn vuist. Meestal speelde hij keiharde Rock And Roll muziek.
Het verhaal gaat dat Ricky verkering had met een prachtige teenager, Arlene genaamd. Door zijn natuurlijke onzekerheid had hij het gevoel dat Arlene hem ieder moment kon verlaten. Bovendien was ze een jaar ouder dan hij. De paar keer dat hij een afspraakje met haar had verliepen koeltjes. Op wat hij dacht dat hun laatste afspraakje zou zijn werd er een liedje van Elvis gespeeld op de autoradio. Arlene dweepte met Elvis. En vlug zei Ricky dat hij op het punt stond om zelf een plaatje te maken. Haar reactie daarop was dat ze begon te lachen.
Ricky smeekte Ozzie om hem te helpen om een plaatje te maken. Ozzie maakte zelf immers ook plaatjes. Uiteindelijk stemde Ozzie ermee in en via zijn connecties zorgde hij ervoor dat Ricky deel ging uitmaken van de groep entertainers op Knott’s Berry Farm. En dat ging Ricky goed af.
Nu zong Ricky in de show. Ricky koos als nummer “I’m Walkin’ ” van Fats Domino. De reactie van het publiek was positief en er werd een demotape gemaakt. Het agentschap van de Nelsons, MCA, stuurde de tape naar meer dan twintig platenlabels. Hij werd door iedereen afgewezen totdat Barney Kessel hem hoorde. Kessel was een gevierd Jazz gitarist en manager bij Verve Records. In de jaren veertig was hij bovendien de gitarist van het orkest van Ozzie. Kessel realiseerde zich dat Ricky al bekend was door zijn wekelijkse optreden in de televisieshow. Er werd een deal gemaakt voor een drie uur lange opnamesessie bij Verve Records. Ze namen drie liedjes op: “I’m Walkin’ “, “A Teenager’s Romance en “You’re My One and Only Love”.
Op 10 april 1957 trad Ricky voor het eerst me het nummer op in de televisieshow van de Nelsons. Binnen een week werd het nummer “I’m Walkin’ ” door Verve Records uitgebracht met aan de B-kant “A Teenager’s Romance”. In de zomer steeg het nummer in de hitlijsten. Midden in de zomer steeg ook de B-kant kant “A Teenager’s Romance”. Verve Records werd overspoeld met orders en ze konden op den duur de vraag niet meer aan. Maar ze bleven ook achter met het betalen van royalty’s, een misdaad in de ogen van Ozzie.
Lew Chudd van Imperial Records, het label van Fats Domino, was een van de eersten die Ricky opmerkte. Bovendien had Imperial Records een deel van de rechten op “I’m Walkin’ “. Chudd benaderde Ozzie om te informeren naar het contract van Ricky met Verve Records. Toen hij vernam van Ozzie’s perikelen met Verve Records en dat Ricky maar een contract had gehad voor één opnamesessie, sloot hij een deal met Ozzie. Ricky ging over naar Imperial Records met een contract voor vijf jaar dat hem een minimum van $ 50.000 aan royalty’s opleverde. Verve Records nam wraak door het nummer “You’re My One and Only Love” uit te brengen met aan de B-kant een instrumentaal nummer van Kessel zelf.
De single van Verve Record had het tienerpubliek alvast flink opgewarmd. Het was duidelijk dat zijn eerste single voor Imperial Records direct een groot succes zou worden. Er waren al orders voor een miljoen plaatjes nog voordat Ricky de studio-opnamen van “Be-Bop Baby” en “Have I Told You Lately That I Love You”. Een week later werden de nummers opgevoerd in de televisieshow van de Nelsons. De single besteeg de hitlijsten in de herfst van 1957.
Ricky was in toenemende mate ontevreden over de sessiemuzikanten die meededen aan zijn opnames in de studio. Hij besloot om zijn eigen band te vormen met jonge muzikanten na een bijna desastreuze tournee door het Middenwesten van Amerika waarbij de promotor steeds locale muzikanten inhuurde.
Terwijl hij daarmee bezig was maakte Ricky zijn tweede plaat voor Imperial Records: “Stood Up” en “Waitin’ In School”. Terwijl zijn stijl steeds professioneler werd miste “Stood Up” maar net de nummer één plaats in de hitlijsten. De volgende single “Believe What You Say” maakt hij met zijn eigen nieuwe band.
Buiten de studio nam zijn carrière nu een vlucht. Hij kreeg goede kritieken toen hij met John Wayne en Dean Martin speelde in de film “Rio Bravo”. Zijn concerten waren steeds helemaal uitverkocht. Zijn rol in de televisieshow werd ook groter. Niet alleen omdat hij er in zong, maar hij kreeg ook een grotere rol in het acteerwerk. Hij kreeg per week 10.000 brieven van fans en verscheen in een maandelijks stripboek. Hij racete in auto’s en ging uit met sterren. Hij was bevriend met Elvis, Gene Vincent en de Burnette Brothers. Life Magazine maakte een omslagverhaal over hem en om uit te drukken wat hij geworden was hadden ze een nieuwe term bedacht, een “tieneridool”.
Met “Poor Little Fool” had hij voor het eerst een nummer één hit. Met “Lonesome Town” toonde hij aan dat hij ook langzame nummers onder de knie had. “Never Be Anyone Else But You,” “It’s Late,” “Just A Little Too Much,” en “Sweeter Than You”, de vier kanten van zijn volgende singles gaven hem de creatieve vrijheid die hij wenste.
Toen de jaren zestig begonnen ging zijn carrière door een dal. Sinds zijn debuutsingle “A Teenager’s Romance” in 1957 tot aan “Just A Little” in 1959 haalden vrijwel alle nummers de top 20. Toen “I Wanna Be Loved” uitkwam bleef het nummer na zes weken steken op de twintigste plaats. “Young Emotions” haalde nog wel de twaalfde plaats. I’m Not Afraid” en “Your the Only One” haalden de top 20 niet. Er moest iets zijn dat de verkoop aantastte.
Misschien zagen de mensen hem wel teveel omdat hij iedere week optrad in The Adventures of Ozzie and Harriet. In vrijwel elke aflevering zong hij tenminste één nummer. Hij speelde in de films “Rio Bravo” (1959) en “ The Wackiest Ship In the Navy” (1960). Wellicht gingen fans van hem weer terug naar Elvis Presley nadat die zijn militaire dienstplicht in Duitsland vervuld had. Daarnaast waren er weer nieuwe en jongere artiesten in opkomst, zoals Bobby Vee, Brian Hyland en Bobby Rydell. En de twistmuziek was de nieuwste rage. Het lag zeker niet aan de topmusici die hij om zich heen verzameld had. Het probleem was het materiaal voor nieuwe nummers.
Toen kwamen Jerry Fuller en Gene Pitney erbij. Fuller schreef voor hem “Travelling Man” en Pitney “Hello Mary Lou”. Beide nummers kwamen op één single en het werd een dubbelzijdige klapper. Op 8 mei 1961, terwijl de single de hitlijsten bestormde, werd Ricky 21 jaar oud. Om dat te vieren veranderde hij zijn naam van Ricky in Rick. Maar zelfs op deze leeftijd weigerde Ozzie om hem te laten optreden in nachtclubs, omdat hij bang was voor het goede (brave) imago van de familie. Televisieopnames verhinderden hem om mee te doen aan tournees door het land. Al wat er overbleef waren een paar shows op de Steel Peer in Atlantic City en een paar optredens in het land.
Ook de volgende singles verkochten goed. “A Wonder Like You” haalde de top 20. “Young World, “A Teenage Idol” en “It’s Up To You” haalden allemaal de top tien. Dat kan voor een deel ook te danken zijn aan het feit dat hij wat minder in de televisieshow zong.
Toen zijn contract met Imperial Records in 1962 afliep liet zijn management weten dat ze aanbiedingen zouden accepteren voor een gegarandeerd inkomen van $ 1.000 per week over een periode van 25 jaar of een vast bedrag van $ 1,3 miljoen. RCA Victor, Capitol, Columbia, Challenge, Everest en Dot maakten allemaal een aanbieding. In december besloot Rick om naar Decca te gaan voor een bedrag van $ 1 miljoen verspreid over 20 jaar.
In maart 1963 kwam zijn eerste single voor Decca uit: “You Don’t Love Me Anymore”. Het nummer haalde de top 40 niet.
Rick en Kristin |
Voor hem persoonlijk veranderde er ook wat. In 1962 verloofde hij zich met Kristin Harmon, de mooie 19-jarige dochter van de beroemde American Football speler Tom Harmon. Rick had haar voor het eerst ontmoet in het gymlokaal van Hollywood High toen ze om zijn handtekening vroeg. Hij tekende tot haar grote teleurstelling met “Voor Christin”. Kristin’s moeder, de actrice Eylse Knox was bevriend met Harriet Nelson en sprak tegen haar de profetische woorden “als die twee stille eens bij elkaar komen zal dat een explosie geven.” Nadat de moeders ervoor zorgden dat de twee elkaar vaak konden ontmoeten leidde dat tot hun verloving en uiteindelijk op 20 april 1963 tot hun huwelijk. De ceremonie vond plaats in de St. Martin of Tours Curch in Los Angeles en ze gingen op huwelijksreis naar Barbados. |
Het paar vestigde zich in Los Angeles en half jaar later, op 25 oktober, werd hun dochter Tracy Kristine geboren in het St. John’s Hospital in de buurt van Santa Monica. Ze kregen nog drie kinderen, een tweeling (zoons) Gunnar en Matthew werd op 20 september 1967 geboren en nog een zoon Sam die op 29 augustus 1974 geboren werd.
Rick, Kristin, Tracy |
Rick, Gunnar en Matthew |
Rick, Tracy, Gunnar en Matthew |
Rick, Kristin, Sam |
Zijn verhuizing naar Decca kon zijn carrière niet redden. Er volgden nog maar een paar hits en die kwamen pas na een muzikale switch.
Zoals veel van zijn tijdgenoten had hij in 1964 veel te lijden van de “Britse Invasie” in Amerika met de komst van onder andere The Beatles en de Rolling Stones. Hij bleef nog wel platen maken, maar begin 1965 werd geen daarvan genoeg verkocht om in de hitlijsten te komen. Ook in 1965 speelde hij samen met Kristin in de slechte B-film “Love and Kisses” geregisseerd door Ozzie. In 1966 kwam er een eind aan de televisieshows van de Nelsons en was hij eindelijk bevrijd van zijn televisieverplichtingen. Hij ging op een succesvolle tournee door het Verre Oosten waarbij hij optrad Japan, Hong Kong en de Filippijnen. Eenmaal terug thuis was hij de gastheer van de televisiekomedie “Malibu U”. Gedurende twee weken verscheen hij ook in “How To Succeed In Business Without Really Trying” opgevoerd in het Cirlce Theater in de buurt van San Francisco.
Vastbesloten om door te gaan als zanger begon hij verschillende invloeden van buitenaf in zijn albums op te nemen, zoals nummers van Paul Simon, Tim Hardin, Harry Nillson en Randy Newman. Hij werd het meest aangetrokken door de Folk Rock, zoals die ontwikkeld was door de Byrds en de Buffalo Springfield.
Stone Canyon Band |
Vanaf het begin was Rick beïnvloed door Country muziek en eind zestiger jaren nam hij Country nummers op van Willie Nelson en Doug Kershaw en vormde hij een van de eerste Counrtry-Rock groepen, de Stone Canyon Band. In 1970 bereikte hij een plaats in de top 40 met het nummer van Bob Dylan “She Belongs to Me”. Maar zijn Country-Rockmuziek kwam hem op meer kritiek te staan dan dat het hem commercieel succes bracht. |
Bij een Rock Revival concert in 1971 in Madison Square Gardens in New York werd hij uitgejoeld door het publiek toen hij, nadat hij wat van zijn oude succesnummers gezongen had, zijn nieuwe materiaal ten gehore bracht. Gekwetst en gefrustreerd schreef hij en produceerde hij zijn album “Garden Party” (1972) waarmee hij zijn critici verbaasd deed staan. Er werden miljoenen van verkocht en voor het eerst sinds 1961 had hij weer succes. Helaas was het ook zijn laatste grote succes.
In 1973 trad hij op in de televisieseries “Streets of San Francisco” en “Owen Marshall”. Hij was ook het onderwerp van een één uur durende documentaire, samengesteld door zijn oudere broer David. Tegen die tijd was de Stone Canyon Band uit elkaar gevallen. De laatste single waarmee Rick een hitje had was “Palace Gard” in 1973.
In 1975 gingen Kristin en hij uit elkaar en zij nam hun vier kinderen mee. In 1981 werd de scheiding officieel uitgesproken.
In 1977 zat zijn zangcarrière in het slop. Maar Nelson bleef actief met gastoptredens in de televisieshows van Johnny Cash, de Everly Brothers en Glenn Campbell of een gastrol in de serie “The Love Boat”.
Zijn carrière werd nooit meer wat het geweest was. Eind zeventiger jaren was zijn leven een rommeltje. Hij had grote schulden en maakte geen platen meer en als hij live optredens deed was dat alleen nog maar in kleine onbetekenende zalen. Hij begon drugs te gebruiken, in het begin vooral marihuana en later ook cocaïne.
Medio tachtiger jaren zag zijn persoonlijke leven er weer wat beter uit. Hij begon een relatie met een meisje dat naar hem toe kwam na een van zijn shows, het model Helen Blair. Helen was goed voor Rick en het was duidelijk voor iedereen dat ze erg verliefd waren. Hij had het oude landgoed van Errol Flyn gekocht in Hollywood Hills. Daar woonde hij met zijn nieuwe vriendin Helen en zijn dochter Tracy. Hij was dol op zijn jongste zoon Sam, die in die tijd werd grootgebracht door de ouders van Kristen. De tweeling Gunnar en Sam, leefde bij hun moeder. Zij waren jonge rockers die in nachtclubs in Los Angeles speelden en hun vader, die trots was op hun muzikaliteit, regelmatig om advies vroegen. Hij vertelde ze simpelweg “geloof in wat je doet en blijf dat dan doen.”
In 1985 maakte hij een nostalgische Rock tournee door Engeland. Het werd een groot succes voor hem en er ontstond weer wat interesse voor zijn werk.
Hij wilde hetzelfde doen in de Verenigde Staten en stippelde een tournee uit in het zuiden. Het constante reizen was erg inspannend. Zijn hele leven had hij vliegangst. Als hij vloog had hij daar twee regels voor. Het moest een commerciële vlucht zijn en het vliegtuig mocht geen propellers hebben. Hij overtrad zijn eigen regels toen hij, om het reizen te vergemakkelijken, besloot om een nog goede DC-3 te kopen die eigendom was geweest van Jerry Lee Lewis, waarmee hij degenen die hem goed kenden verraste. Het vliegtuig werd “de vliegende bus” genoemd vanwege zijn traagheid en de neiging om het op de startbaan te laten afweten. Een constante irritatie voor de passagiers was de gasverwarming aan boord die soms midden in een vlucht door de piloot omhoog gedraaid werd als het te koud werd voor de uitgeputte bandleden.
Op 31 december 1985 op de vlucht van Guntersville (Alabama) (zijn laatste nummer was “Rave On”van Buddy Holly) naar een oudejaarsoptreden in Dallas ontstond er een vuur bij de gasverwarming. De piloot probeerde een noodlanding te maken op een veld in de buurt van DeKalb (Texas). Hij miste op een haar na een boerderij en raakte twee elektriciteitsdraden voordat ze neerstortten. De piloot en de co-piloot wisten door het raam in de cockpit te ontsnappen, maar ze waren ernstig verbrand. De anderen zaten opgesloten in de passagiersruimte en de bandleden, Rick en zijn verloofde Helen Blair kwamen in de vlammen om.
De eerste persberichten suggereerden dat het vuur wellicht ontstaan was doordat ze de drugs verwarmden. Maar verschillende onderzoeken van de autoriteiten bevestigen dat het inderdaad de verwarming was waardoor het vuur ontstaan was.
Rick werd begraven op het Forest Lawn Cemetry in Los Angeles. Hij werd postuum opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame, the Country Music Hall of Fame, en de Rockabilly Hall of Fame.
Tracy |
De tweeling Matthew en Gunnar hebben de familietraditie in de muziek voortgezet als het duo, Nelson. Dochter Tracy is een film- en televisieactrice die onder ander verscheen in de serie “The Father Downling Mysteries”. De jongste zoon Sam is acteur en zanger. |
Nelson |
Kijk en luister naar Rick(y) Nelson
Have I Told You Lately That I Love You
Geraadpleegde bronnen o.a.:
Classic bands
History of Rock
IMDb
RickyNelson.com
Ricky Nelson International Club
Rockhall
Rolling Stone
Wikipedia
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.