Beroemdh Buiten7



Edith Piaf

Piaf1.jpg (6378 bytes)  Piaf7.jpg (13087 bytes)  Piaf5.jpg (12388 bytes)  Piaf2.jpg (7548 bytes)  Piaf6.jpg (8246 bytes)  Piaf9.jpg (9005 bytes)

(klik op de plaatjes om ze te vergroten)

Edith Piaf werd als Edith Giovanna Gassion geboren op 19 december 1915 in Ménilmontant, een van de armere wijken van Parijs. Volgens de legende werd ze onder het gaslicht van een straatlantaarn geboren op de hoek van de Rue de Belleville. Haar moeder beviel daar met de hulp van twee politieagenten. De werkelijkheid is wellicht toch beetje anders en het is waarschijnlijker dat ze werd geboren in het lokale ziekenhuis, zoals ook vermeld staat in haar geboorteakte. Haar vader, Louis Gassion, was een reizend acrobaat die in de straten van Parijs optrad. Haar moeder was van Marokkaans-Italiaanse komaf en trad op als zangeres op straat en in cafés onder de naam Lina Marsa.

 

Haar vader was in militaire dienst tijdens de Eerste Wereldoorlog. Haar moeder kon het zingen en het tegelijkertijd verzorgen van haar kind niet goed aan en liet de zorgen meestal over aan haar moeder. Maar deze aan alcohol verslaafde grootmoeder keek ook niet naar de kleine Edith om. Toen haar vader na twee jaar terugkeerde trof hij zijn kind volkomen verwaarloosd en ziek aan. Hij besloot toen om haar naar zijn eigen moeder te sturen die een klein bordeel runde in het dorpje Bernay in Normandië. De prostituees waren dol op haar en hielpen haar grootmoeder zoveel als ze maar konden met oppassen op Edith. Het verhaal gaat dat Edith, toen ze vijf jaar oud was, blind werd ten gevolge van een oogontsteking. De prostituees sloten het bordeel om een hele dag voor haar te bidden in de kerk en een paar dagen later kon ze weer zien. Ze bleef bij haar grootmoeder tot ze zes jaar oud was. Toen haalde haar vader haar daar weg en samen reisden ze door Frankrijk. Hij trad weer op voor het publiek in de straat met zijn acrobatiek. En tijdens de voorstelling ging zij met de pet rond en later begon ze ook te zingen. En dat werd de belangrijkste attractie van de voorstelling die ze samen gaven.

 

In 1930, toen ze vijftien jaar oud was, gingen ze terug naar Parijs. Daar ontmoette ze Simone Berteaut, waarschijnlijk haar halfzuster. Ze werden elkaars metgezel voor de rest van Edith’s leven. Zij verliet haar vader en ging met Simone (Mômone) optreden op straat. Met zingen en acrobatiek verdienden ze hun geld. Ze verdienden in elk geval genoeg om een kamertje in een hotel te kunnen huren.

 

In 1932 ontmoette ze Louis Dupont, een loopjongen. Ze werden verliefd en al snel trok Louis in bij haar en Simone in het hotelkamertje. Hij vond haar zwerven over de straat samen met Simone eigenlijk maar niets en probeerde haar aan andere baantjes te helpen. Maar telkens wees ze die af totdat ze zwanger werd en een tijdje voor een bloemist ging werken waar ze haar geld verdiende met het maken van grafkransen.

 

In februari 1933 werd haar enig kind, dochter Marcelle, geboren in het  Hôpital Tenon. Maar, evenals haar moeder, had Edith geen moederlijk instinct noch de neiging om lang thuis te blijven. Ze ging al snel weer optreden op straat. Louis was woedend. Ze kregen slaande ruzie en Edith vertrok met Marcelle en Simone en ze namen hun intrek in een kamertje in een ander hotel. Marcelle werd vaak alleen gelaten in het kamertje terwijl Edith optrad in clubs of gewoon op straat.

 

In die tijd ontmoette Edith een jongeman, Albert genaamd. Hij was een pooier met een aantal prostituees die voor hem werkten. Hij drong er op aan dat Edith ook voor hem zou werken, maar zij weigerde. Daarom eiste hij een groot deel van het geld dat ze met zingen verdiende op. Dat ging zo door totdat een van haar vriendinnen, een meisje met de naam Nadja dat ook gedwongen was om voor Albert te werken, zelfmoord pleegde. Edith wilde bij Albert weg. Toen ze hem dat vertelde schoot hij haar neer. Ze overleefde het.

 

In augustus 1935 nam Louis Dupont, die intussen de verzorging van hun dochtertje op zich genomen had, plotseling contact met Edith op. Hij vertelde haar dat Marcelle opgenomen was in het ziekenhuis en ernstig ziek was omdat ze hersenvliesontsteking had. Edith snelde naar het Hôpital Tenon waar Marcelle lag. Marcelle overleed een week later. Ze werd maar twee jaar oud.


In september, een maand na de dood van Edith’s kind, verlegden Edith en Simone hun werkterrein naar de Champs-Elysées in de hoop dat ze met zingen daar wat meer konden verdienen. Toen ze op de hoek van de Rue Troyon en Avenue Macmahon het lied “‘Les deux ménétriers” stond te zingen werd ze benaderd door een man die haar hele leven een andere wending zou geven, Louis Leplée. Hij gaf haar een stukje papier met zijn naam en adres en tien frank en vroeg haar om auditie te komen doen voor zijn club Gerny’s aan de Rue Pierre Charron.

 

Piaf4.jpg (4338 bytes)Hij wilde maar weinig aan haar zang veranderen, maar hij vond haar naam Edith Gassion totaal ongeschikt. Nadat ze verschillende namen bedacht hadden die ze dan toch weer niet goed vonden kwam hij met de naam Piaf, in het Parijse dialect het woord voor mus.

 

Haar eerste optreden was zenuwslopend voor de jonge Edith. Ze was in een zwarte gebreide jurk gekleed. Er ontbrak een mouw en ze bedekte haar arm met een geleende sjaal zodat niemand dat kon zien. Toen ze begon leek het publiek niet erg geïnteresseerd, maar ze verliet het podium onder een daverend applaus.


Haar nieuwe populariteit brachten haar nieuwe vrienden: Maurice Chevalier, een leeftijdgenoot van haar Mistinguett en Jaques Borgeat, een dichter waarmee ze haar hele leven in contact bleef. Het ging steeds beter met haar tot op 6 april 1936 Louis ‘Papa’ Leplée in zijn appartement werd vermoord. Omdat ze door haar verleden veel mensen kende uit de onderwereld van Parijs werd Edith ervan verdacht dat ze de moord georganiseerd had, als ze die al niet zelf gepleegd had. Het werd een groot schandaal, maar er nooit bewezen dat Edith er iets mee te maken had.

 

Louis Leplée, haar mentor, was nu dood. Gerny’s werd gesloten en veel van haar vrienden hadden haar verlaten. Ook de radiocontracten en veel van het andere werk dat haar voor het schandaal was toegezegd werden afgezegd. Ze moest weer van onder af aan beginnen en zong in de pauzes in lokale bioscopen, maakte een tournees door de provincies en deed een aantal optredens in België.

 

Ze zocht vervolgens bescherming bij een liedjesschrijver Raymond Asso. Hun relatie werd een stormachtige liefdesaffaire. Hij woonde samen met een vrouw, Madeleine genaamd. Simone die Edtih nog steeds vergezelde vertrok naar haar moeder. Raymond verliet zijn Madeleine en ging met Edith samenwonen. Hij probeerde haar te vormen naar zijn ideeën.

Hun relatie duurde zo’n drie jaar en in die periode ging het haar steeds beter voor de wind. Midden 1939 trad ze op voor uitverkochte zalen en was ze de ster in optredens naast andere grote sterren, zoals Marie Dubas. In augustus van dat jaar kreeg Raymond zijn oproep voor militaire dienst. Kort daarna ontmoette Edith een jonge zanger, Paul Meurisse, waar ze mee ging samenwonen. Ze huurden een appartement in een wijk van Parijs die beter was dan de naargeestig plaatsen waar Edith tot die tijd gewoond had. Ondanks het feit dat Meurisse tot de betere klasse behoorde was hun relatie beslist onstuimig en hadden ze gewelddadige ruzies.

PiafMeurisse.jpg (4374 bytes)  

Paul Meurisse

In die tijd ontmoette ze ook een nieuwe vriend die een belangrijke plaats in haar leven zou krijgen, Jean Cocteau. Door hem ging ze ook regelmatig naar de kelder van het Koninklijke Paleis, waar hij woonde. Daar ontmoette ze veel artiesten en intellectuelen uit die tijd. En Cocteau schreef speciaal voor haar het toneelstuk “Le Bel Indifferent”.  Met grote moeite kon hij haar ervan overtuigen dat zij de hoofdrol in het stuk moest spelen. Het stuk werd een groot succes. De première van dit toneelstuk was in het voorjaar van 1940 in het “Bouffes Parisians”.

PiafJeanCocteau.jpg (60179 bytes)

Jean Cocteau

Haar eerste optreden ter ondersteuning van de oorlogsinspanningen was op 9 mei 1940 bij een voorstelling voor het Rode Kruis in het theater “Bobino”. Naast haar traden nog andere artiesten op zoals Maurice Chevalier en Johnny Hess. Tegen de tijd dat de voorstellingen van “Le Bel Indifferent” ten einde liepen werd ook Meurisse opgeroepen voor militaire dienst, maar gelijk weer weggestuurd op medische gronden.  Edith vernam dat Simone’s man tijdens de gevechten was omgekomen en ze zorgde ervoor dat ze weer in hun appartement ging wonen.

 

De Duitse troepen rukten intussen via België op, richting Frankrijk. Edith vertrok, samen met Meurisse, naar Toulouse en ging optreden in die delen van Frankrijk die nog niet bezet waren.

 

Het door de Duitsers bezette Parijs was niet langer Edith’s thuis. Alle artiesten moesten geregistreerd worden bij de “Propagandastaffel” en de liedjes die gezongen werden moesten eerst goedgekeurd worden anders kon je niet meer werken. Edith Piaf slaagde er beter in dan andere artiesten om daar mee om te gaan. Ze haatte wellicht de Duitsers, maar zij hielden van haar. Door haar gebruik van het Parijse dialect kon ze ongestraft haar mening verkondigen. Ze werd niet alleen veel gevraagd om concerten te geven voor de krijgsgevangenen, maar ook voor de Duitsers zelf. Haar band met het Franse verzet is nu genoegzaam bekend en daardoor dankten velen hun leven aan haar.

 

Ze bood weerstand op haar eigen manier. Ze ging uit met de joodse pianist Norbert Glanzberg en schreef in 1943, samen met Marguerite Monnot, de protestsong “Où Sont-Ils Mes Petits Copains ?”  Ze wees het verzoek van de Duitsers om het lied van haar repertoire te halen af. Volgens één van de verhalen poseerde ze samen met de gevangenen van een kamp voor een foto. De gezichten van de Franse gevangenen op de foto werden opgeblazen om ze te gebruiken voor valse documenten waarmee ze geholpen werden om te ontsnappen.

PiafMonnot.jpg (6703 bytes)

Marguerite Monnot

Professioneel gezien was de periode 1940-1945 erg succesvol. Privé gezien echter vonden er vele veranderingen plaats.

 

Op een lenteavond in 1940 stond een jonge joodse man voor haar deur. Ze was in die tijd aan het repeteren voor haar nieuwe seizoen in de “Bobino”. Het laatste wat ze wilde is dat ze werd lastiggevallen door een componist die probeerde haar iets te laten horen. Zijn volharding werd echter beloond en zij hoorde een inspirerend lied “L’ Accordioniste”. Ongelukkigerwijze moest ze afscheid nemen van deze nieuwverworven vriend. Ze betaalde echter zijn reis naar onbezet Frans gebied. Hij keerde pas na de bevrijding terug.

 

Edith en Meurisse waren niet langer de minnaars die ze voorheen waren. Hun werden rollen in de film “Montmartre Sur Seine” aangeboden en dat hield ze nog enkele maanden bij elkaar. Edith stortte zichzelf in het leren van de tekst voor haar rol en het schrijven van de teksten voor de muziek van de film. Deze muziek was geschreven door haar vriendin Marguerite Monnot.

 

Edith ontmoette Henri Contet toen ze begon met de opnames van de film “Montmartre Sur Seine”. Hij was de publiciteitsmanager en Edith viel direct voor hem. Tegen de tijd dat de opnames voltooid waren was Paul Meurisse al uit haar appartement vertrokken. Kort daarna verhuisde ook Edith maar Henri trok, tegen haar verwachting, niet bij haar in. Hij had al iets met iemand anders en Edith begon met andere mannen te flirten om hem jaloers te maken. Haar tactiek slaagde gedeeltelijk. Ze werden geliefden en Contet introduceerde haar bij de bordeelhoudster Madame Billy. Door geldgebrek moest ze namelijk haar appartement verlaten en ze huurde nu een appartement op de derde etage boven het bordeel waar Simone weer bij haar introk. Contet ging regelmatig bij haar op bezoek maar trok nog steeds niet bij haar in. Oude en nieuwe vrienden, evenals de Gestapo, vermaakten zich met veel lawaai in het appartement, tot ergernis van haar buren. Haar vader dook ook weer op en hij begon, tot genoegen van Edith, haar wekelijks te bezoeken. Maar haar moeders toenadering was minder welkom. Ze kwam tenminste één keer naar het appartement, maar Edith werd vele malen naar het politiebureau geroepen door het dronkemansgedrag van haar moeder. De laatste keer was dat toen ze overleed en Edith treurde niet om haar overlijden.

 

Persoonlijk ging het Edith weer voor de wind. Ze kreeg contracten voor revues, concerten en zangvoordrachten, soms meer dan ze aankon. Henri Contet schreef in die tijd enkele van zijn beste liedjes voor haar die vaak gebaseerd waren op haar kleurrijke leven.

 

Edith en Simone woonden in het appartement boven het bordeel van Madame Billy tot begin1944, toen het bordeel werd gesloten door de Gestapo. Ze gingen toen weer in een hotel wonen.

 

Louis Gassion, Edith’s vader, stierf op 3 maart 1944. Hij had naar eigen keuze een aantal jaren in een armoedig oud hotel gewoond. Maar Edith betaalde een bediende voor hem toen ze succesvol werd. Daarmee vervulde ze een oude belofte aan hem. Deze bediende informeerde Edith en Simone over de dood van hun vader. De begrafenisdienst vond plaats in de St. Jean-Baptiste kerk op 8 maart 1944. De dienst werd bijgewoond door familieleden uit Normandië en de prostituees van het bordeel van zijn moeder in Berney. Edith zorgde ervoor dat de kist van haar dochtertje Marcelle werd opgegraven en ze werd samen met haar vader in een familiegraf op het Père Lachaise kerkhof begraven.

 

Dat voorjaar ontmoette ze Louis Barrier, die haar manager zou worden voor de rest van haar leven. Hij was de enige agent die ze ooit gehad heeft en binnen twee weken na zijn benoeming zorgde hij ervoor dat ze kon optreden in de Moulin Rouge. In haar programma trad ook een jonge zanger op, Yves Montand. Aanvankelijk zagen ze elkaar niet staan. Zij vond hem ongecultiveerd en zijn liedjes vreemd. Maar toch nam ze hem onder haar hoede om hem verder te helpen met zijn carrière. Soms vroeg ze, tot ongenoegen van Montand, aan Henri Contet om liedjes voor hem te schrijven. In die tijd was ze hield ze niet langer van Contet maar werd ze verliefd op Montand.  

PiafMontand.jpg (14927 bytes)

Piaf en Montand

 

Nadat ze haar contract bij de Moulin Rouge had uitgediend gingen zij en Montand optreden in Orléans, Lyon en Marseille (de geboortestad van Montand). Maar Montand was geen groot succes. Ze keerden terug naar Parijs en daar werd Montand langzamerhand een veelgevraagd artiest. Hun relatie was tanende en tegen de tijd van de opnames van de film “Etoile sans lumière” begonnen, was hun relatie moeizaam te noemen. Kort nadat de opnames voltooid waren vetrok Edith zonder hem om een tournee de maken door de Elzas. Met haar ging een pas ontdekte groep van negen zangers mee, Les Compagnons de la Chanson. Hun leider, Jean-Louis Jaubert, werd al snel haar geliefde. En in de typisch stijl van Piaf bracht zij ze allemaal onder in een nieuw huis dicht bij de Champs Elysee.  

Piafcompagnonschanson.jpg (20739 bytes)

Les Compagnons de la Chanson

Na haar tournee in de Elzas trad ze in een andere film op, dit keer samen met Les Compagnons de la Chanson, “Neuf garçons et un Coeur”. In tegenstelling tot “Etoile sans lumière” was deze film maar een matig succes. Maar één liedje uit de film werd een grote hit. Het lied was door Piaf zelf geschreven met de titel “Les Choses en Rose” maar haar vriendin Marianne Michel raadde haar aan om het lied de titel “La Vie en Rose” te geven.

 

Jaubert had niet lang de aandacht van Edith. In 1946 maakten ze een niet al te succesvolle tournee door Griekenland. Daar ontmoette Edith een acteur, Takis Menelas. Zijn bewondering en liefde voor haar was zo groot dat hij aanbood om van zijn vrouw te scheiden en met haar te trouwen. Maar zijn voorwaarde dat ze dan moest stoppen met haar carrière en bij hem in Griekenland moest komen wonen was een te groot offer voor haar en zij wees zijn aanzoek af. Ze verliet Menelas en Griekenland nadat ze had gehoord dat haar volgende tournee haar naar Amerika zou voeren.

 

Bijna maakte ze haar tournee door Amerika niet af. Na een lange boottocht over de oceaan ontdekte ze dat het publiek daar iets anders van haar verwachtte dan ze in werkelijkheid was. Bij de openingsavond in “The Playhouse” in New York trad ze op voor een verbaasd publiek dat een geraffineerde Parisienne verwachtte te zien optreden, zoals ze gewend waren. En niet dit kleine in het zwart geklede vrouwtje dat liedjes zong die ze niet konden begrijpen. Les Compagnons de la Chanson daarentegen waren wel in staat om hen te bekoren met hun simpele liedjes en mooie samenzang. Een andere misopvatting die voor haar bijna de deur dicht deed onstond na  het slotlied “Les Trois Cloches” waarbij Edith ook meezong. Na afloop kregen ze een daverend applaus en het publiek juichte, stampte met de voeten op de grond en floot. De laatste twee waren een regelrechte belediging in Frankrijk.

Alleen door haar vastbeslotenheid om de tournee af te maken en door een optimistische criticus van een krant die probeerde aan de lezers uit te leggen wie Edith Piaf was, zag ze er van af om gebruik te maken van het ticket dat haar Amerikaanse agent Clifford Fischer al voor haar op de boot geboekt had.

 

Ze begon Engelse les te nemen en deed haar best om vertaalde liedjes te zingen. Aanvankelijk  werden haar liedjes geïntroduceerd door iemand die een beknopte samenvatting gaf van wat het publiek zou gaan horen. Zo snel ze kon verwijderde ze hem uit het programma. Langzamerhand ging het beter en begon ook het Amerikaanse publiek haar meer te waarderen. Een hoogtepunt was een korte reeks optredens die ze gepland had in de “Versailles”. Maar zij en Les Compagnons de la Chanson waren zo’n succes dat ze de korte reeks optredens uitbreidden tot vijf maanden. Ook haar sociale leven bereikte een hoogtepunt. Ze ging om met beroemdheden uit die tijd, zoals Orson Welles, Judy Garland en werd goede vriendin van Marlène Dietrich. Ze ontmoette Albert Einstein en een bokser Marcel Cerdan met als bijnaam “De Marokkaanse Bommenwerper”.

 

Kort na haar eerste optreden in de “Versailles” kreeg ze een telefoontje van Marcel Cerdan die haar uitnodigde voor een dineetje. Het was niet helemaal wat ze verwacht had: pastrami (gerookt vlees), gezouten rundvlees en bier dat ze nuttigden in een hoekje van een eettentje in een winkelcentrum. Maar het werd het begin van een romance die bijna twee jaar duurde en die eindigde in een verdriet dat ze voor de rest  van haar leven bij zich droeg.

PiafCerdan.jpg (56177 bytes)

Piaf en Marcel Cerdan

Zijn persoonlijke omstandigheden maakten het niet eenvoudig voor hun beiden. Hij was getrouwd. Zijn vrouw en drie kinderen woonden in Casablanca (Marokko) waar hij hen regelmatig bezocht. En zijn werkverplichtingen schreven voor dat hij haar niet mocht zien als hij in training was. Het gerucht gaat dat zij zich soms naar binnen had laten smokkelen in een trainingskamp om maar bij hem te kunnen zijn. Als ze betrapt waren zou hij gediskwalificeerd zijn. En Amerika was geen Frankrijk. Hun relatie zorgde voor gefronste wenkbrauwen bij de boksgemeenschap, evenals bij de pers en het publiek. Zelfs haar halfzus Simone probeerde hun romance te saboteren door aan de vrouw van Cerdan een bundeltje brieven aan te bieden die ze van Edith gepikt had, maar ze wilde er wel geld voor zien. Dat ging niet door en vervolgens dreigde ze de pers de waarheid achter hun façade “dat ze alleen maar goede vrienden waren”, te vertellen.

 

Maar Edith aanbad Marcel Cerdan. In 1948 kocht ze een huis in Parijs, omdat ze dan meer bij elkaar konden zijn. Het huis had een grote kamer waar ze oefentoestellen had laten plaatsen. Ze probeerde hem ook bij haar wereld te betrekken, ze leerde hem kennis maken met serieuze lectuur, kleedde hem in dure kleren en juwelen. Maar ze wilde ook bij zijn wereld horen. Als ze maar even geen optredens had ging ze naar zijn gevechten kijken. Ze schreeuwde hem dan toe, bang als ze was dat hij zou verliezen, en ze bad om wonderen. Ze beschreef haar ervaring bij het bidden in de St. Theresa kerk voor Cerdan’s gevecht tegen Tony Zale om het wereldkampioenschep in september 1948. Ze zei dat ze wist dat haar gebeden verhoord waren toen een geur van rozen kort haar kamer vulde, een teken dat haar deed denken aan haar kindertijd in Normandië. In maart 1949 vocht Cerdan in “Earl’s Court”. Edith kwam met hem mee. Ze verbleven in het Mayfair hotel in Londen maar Edith heeft nooit in Engeland opgetreden. Hoewel zijn verhouding met Edith niet goed voor hem was, ging het met de carrière van Cerdan voorspoedig. En zo was het ook met de carrière van Edith. Een gedenkwaardige gebeurtenis voor haar was het optreden voor de toen nog prinses Elisabeth van  Engeland en prins Philip in “Carrere’s” in Parijs. In die tijd trad ze op in het “A.B.C.” in Parijs en zij werd speciaal gevraag om voor hen te zingen. Dit optreden was voor haar meer een beproeving dan iets plezierigs, ze was doodsbenauwd om een blunder te begaan.

 

Boeking na boeking volgde. Ze pendelde vrijwel continu tussen Parijs en New York. Toch vond ze nog de tijd en energie om jong talent te promoten, zoals Charles Aznavour. Hij schreef voor haar onder andere “Il Pleut” en “Il y Avait”. Zij realiseerde zich niet dat op een nieuw hoogtepunt van haar roem er nog meer dramatische gebeurtenissen om de hoek lagen.

 

Op 27 oktober 1949 verongelukte Marcel Cerdan op weg naar Edith in New York, samen met de andere passagiers en bemanningsleden, bij een vliegtuigongeluk in de Azoren. Eén van de andere passagiers was violiste Ginette Neveu een vriendin van Edith. Waarom Cerdan besloot om te vliegen, terwijl hij en Edith bang waren om te vliegen, is niet bekend. Een mogelijkheid die genoemd werd is dat Edith hem overtuigd had dat dit sneller was dan met de boot, zodat ze niet zo lang op hem hoefde te wachten. Een andere mogelijkheid die genoemd werd is dat hij haar wilde verrassen. Hoe dan ook, toen ze gewekt werd door Louis Barrier om haar te vertellen dat Marcel Cerdan omgekomen was, was ze ontroostbaar. Maar ze stond erop dat ze die avond gewoon zoals gepland zou zingen in de “Versailles”. Het was een tragisch gezicht. Edith kondigde aan dat ze haar optreden van deze avond opdroeg aan Marcel. Ze was zo radeloos dat ze tijdens haar optreden flauw viel. Maar niets kon haar stoppen, dit was háár afscheid van de man waar ze van hield.

 

In 1950 en 1951 maakte Piaf een tournee door Frankrijk, Canada en Amerika. En niet alleen Charles Aznavour ging met haar mee, maar ook haar nieuwe minnaar Eddie Constantine. Hij had haar voor het eerst ontmoet in het “Bacarra” in Parijs waar hij haar zijn Engelse vertaling van het lied “Hymne a l’Amour” Piaf8.jpg (9610 bytes) liet zien. Hun verhouding duurde tot de laatste voorstelling van een komedie waarin ze beiden optraden, “La P’tite Lili”. Het toneelstuk “La P’tite Lili” werd achtervolgd door problemen die vrijwel tot aan de première duurden. Ruzies tussen de producer, regisseur, acteurs en liedjesschrijvers over hun salaris, het decorontwerp, persoonlijke conflicten, plus de ontdekking dat het stuk nog niet klaar was toen de repetities zouden beginnen. Het was dus eigelijk een wonder dat het stuk ooit op de planken kwam en wellicht nog meer een wonder dat het zo’n succes werd. Edith was er in niet geringe mate verantwoordelijk voor dat de boel bij elkaar bleef. Maar tijdens de zeven maanden dat het stuk liep vond ze een andere geliefde, de wielrenner André Pousse. Zij hadden elkaar al eens eerder ontmoet in 1948/49 toen ze een verhouding had met Marcel Cerdan. Maar in die tijd had ze geen belangstelling voor andere mannen. Zij en Pousse hadden een gemeenschappelijke vriend, haar manager Louis Barrier, en in 1951 begon ze hem uit te nodigen op haar nieuw verworven boerderij in Hallier. Het duurde niet lang voor ze hem vroeg bij haar in te trekken in haar huis in Parijs. Het leek haar een beetje op te vrolijken, ondanks haar voortdurende treuren over het verlies van Cerdan, maar voor de zoveelste keer zou dit beetje geluk niet lang duren.

 

Half augustus 1951 was Edith betrokken bij een auto-ongeluk waarbij ze gebroken ribben en een gebroken linkerarm opliep. De auto was van de weg geraakt met André Pousse aan het stuur en Edith en Charles Aznavour op de achterbank. Drie weken daarvoor had ze ook al een auto-ongeluk gehad en toen zat Charles Aznavour aan het stuur. Maar beiden waren toen niet gewond geraakt. Haar verwondingen die ze nu opliep werden verzorgd en ze kreeg als pijnstiller morfine voorgeschreven, zodat ze kon blijven optreden.  

Piaf-aznavur.jpg (9529 bytes)

Piaf en Aznavour

 

Het werd het begin van haar langdurige strijd tegen drugsverslaving en het was gelijk het einde van haar verhouding met André Pousse. Het duurde niet lang voordat ze hem bedroog met een vriend van hem, een andere wielrenner, Louis Gerardin. Maar Gerardin was getrouwd en zijn vrouw was er verre van gelukkig mee dat hij haar verliet. Toen hij in de plaats van André Pousse introk bij haar in haar huis in Parijs en hij een aantal kostbare dingen uit zijn eigen huis had meegenomen, liet mevrouw Gerardin hem volgen door een privé-detective. Tot genoegen van de pers werd hij beschuldigd van diefstal en een lijst van gestolen goederen werd bij Edith afgeleverd. Edith gooide hem er gelijk uit.

 

Eind 1951 had Edith haar huis verkocht en verruild voor een appartement en ze had in die tijd geen beschermeling of minnaar. Ze voelde zich eenzaam en depressief en ze ging al snel op zoek naar kroegen in Parijs waar ze wat gezelschap kon vinden. Naast de grote hoeveelheden alcohol die ze gebruikte spoot ze zichzelf in met een cocktail van morfine en cortisone, zogenaamd om de pijn te verzachten van de steeds terugkerende aanvallen van reumatiek. Haar naasten, Charles Aznavour, zus Simone en Michel Emer geloofden aanvankelijk haar verzekering dat ze alles onder controle had en niet verslaafd was.

 

De volgende man waarmee ze een verhouding had trouwde met haar. De Franse zanger en componist Jacques Pills was een oude vriend die haar benaderd had met het lied “Je t’ai dans la Peau”. Hij schreef de tekst en de muziek werd geschreven door zijn pianist François Silly die later bekend werd als Gilbert Bécaud.. Edith schreef samen met Bécaud nog een aantal liedjes, namelijk “Elle a dit” en “Ça guele-ça madame”. Een aantal maanden nadat ze een verhouding begonnen waren trouwde ze op 29 juli 1952 met Jacques Pills. Ze hadden allebei een carrière opgebouwd in Amerika. Na de huwelijksvoltrekking maakten ze eerst een tournee door de Verenigde Staten. Toen ze daar waren vond op 20 september 1952 de kerkelijke inzegening plaats in de kerk Saint Vincent-de-Paul in New York. Toen ze terugkeerden naar Parijs gingen ze in een appartement wonen.

 

Edith ging gewoon door met haar vroegere leven, gerotzooi, haar andere activiteiten en de muziek. Maar ze ging steeds meer verdovende middelen gebruiken. Ze vertelde hetzelfde tegen Jacques als tegen iedereen, namelijk dat ze alles onder controle had. Altijd vond ze wel een excuus om veel te drinken en Jacques deed graag met haar mee. Hun dolle streken werden al snel legendarisch.

 

Maar de alcohol en drugs begonnen hun tol te eisen. Ze onderging een lange serie behandelingen in een privé-kliniek om van haar alcohol- en drugsverslaving af te komen. Merkwaardig genoeg was dat, terwijl haar lichaam verzwakte, haar stem steeds krachtiger begon te worden. Haar opnames uit 1952 en 1953 waren van uitstekende kwaliteit en de concerten die ze in die tijd gaf overtroffen veel van haar voorgaande. Intussen namen haar trouwe vrienden haar in bescherming en verborgen haar worstelingen in haar privé-leven voor de pers en de buitenwereld. Ze drongen er bij haar op aan dat ze uit de schijnwerpers zou verdwijnen. Eind 1953 zou ze dat ook werkelijk voor een tijdje doen.

 

Maar in 1955 kwam ze weer terug en had ze een fantastisch serie optredens in “L’Olympia”, het beroemdste theater van Parijs. Ze bracht het publiek in vervoering en na afloop van ieder concert sprong het publiek op om haar een staande ovatie te geven. Later datzelfde jaar maakte ze een uitgebreide tournee door de Verenigde Staten met als hoogtepunt begin 1956 toen ze een galavoorstelling gaf in de “Carnegie Hall” in New York.

 

Hoewel ze uitgeput was door haar Amerikaanse tournee maakte ze toch nog een vier-en-een-halve maanden durende een tournee door Zuid-Amerika in 1956. Op 14 mei keerde ze terug in Parijs om tien dagen later een serie concerten te geven in “L’Olympia”. Ze zong twee nieuwe hits “L’Homme à la moto” en “Les Amants d’un jour”. De reeks concerten eindigden eind juli en na een korte vakantie hernam ze haar slopende reisschema met alweer een reeks optredens in Amerika. Intussen scheidde ze ook van Jacques Pills. Tegen het eind van het jaar werd ze weer opgenomen in een privé-kliniek om af te kicken van haar drugs- en alcoholverslaving. Deze keer was de kuur succesvol en ze zou nooit meer een slok alcohol drinken voor de rest van haar leven. Maar de alcohol en drugs hadden al een onherstelbare schade aan haar gezondheid toegebracht.

 

In 1958 keerde ze voor de derde maal voor een reeks concerten terug in “L’Olympia”. Dit keer scoorde ze weer een nieuwe internationale hit met “La Foule”, op een melodie die ze meegebracht  had van haar tournee door Zuid-Amerika. Ze bleef drie maanden in “L’Olympia” optreden en scoorde nog een ander hit met “Mon manège à moi”.

PiafMoustaki.jpg (7024 bytes)

Piaf en Moustaki

Later dat jaar begon ze aan een nieuwe gepassioneerde liefdesaffaire. Ze viel dit keer voor de Franse zanger en liedjesschrijver Georges Moustaki (die in die tijd nog bekend was onder de naam Jo Moustaki). Beiden hadden een vurig karakter en hun verhouding verliep dan ook niet altijd even rustig. Maar beiden deelden een grote passie voor de muziek en Moustaki schreef veel hits voor Edith, waaronder “Milord”, dat hij schreef samen met Edith’s trouwe vriendin Marguerite Monnot. In september 1958 kregen Moustaki en Piaf een ernstig auto-ongeluk waardoor haar gezondheid nog verder werd aangetast. Een paar maanden na het auto-ongeluk stortte Edith in tijdens een optreden in New York en moest ze met spoed naar een ziekenhuis gebracht worden waar ze een spoedoperatie onderging.

 

Ze sloeg het advies van de doktoren en haar vrienden in de wind om een eind aan haar zangcarrière te maken. Hoewel ze de gebeurtenis in New York vele malen herbeleefde en verschillende keren midden in een concert instortte kon ze zich geen leven zonder muziek voorstellen.

In 1960 ging Piaf samenwerken met de jonge Franse liedjesschrijver Charles Dumont die voor haar wellicht het beroemdste lied uit haar carrière schreef “Non, je ne regrette rien”. Piaf was totaal gegrepen door dit lied. Ze bracht het begin 1961 voor het eerst ten gehore bij een concert in “L’Olympia”. Met hart en ziel stortte ze zich op de vertolking van dit lied. Het werd het meest gedenkwaardige concert aller tijden in “L’Olympia”.

 

In de zomer van 1961 ontmoette Piaf een jonge Griek, Theophanis Lamboukas. Theophanis Lamboukas, of Sarapo zoals zij hem liever noemde (sarapo is Grieks voor “Ik hou van je”) werd de laatste van haar minnaars en echtgenotes. Net als met vele van de voorgaande mannen in haar leven nam ze hem onder haar hoede om hem te helpen met zijn carrière.

 

Piaf3.jpg (15451 bytes)In juni 1961 beloonden de Franse muziekcritici haar met de Prix du disque de l’Académie Charles-Cros voor haar verdiensten voor de Franse muziek. In september 1962 trad ze voor de laatste keer op in “L’Olympia”. Op 25 september 1962 was zij de ster op de première van film “De langste dag”. Ze stond op het speciaal aangelegde toneel op de bovenste verdieping van de Eiffeltoren. Daar zong ze voor een publiek van koninklijke families, staatshoofden en vele internationale sterren haar grootste hits.

 

Kort daarna, op 6 oktober 1962, trad ze in het huwelijk met Thephanis Lamboukas (die zich intussen Theo Sarapato liet noemen). Het werd een privé Grieks Orthodoxe ceremonie. Na een lange huwelijksreis keerde het paar terug om in februari 1963 op te treden in het theater “Bobino”.

 

Twee maanden daarna raakte Piaf in coma. De volgende maanden was ze af en toe bij en buiten bewustzijn. Die tijd bracht ze door in haar villa in Plascassier nabij Cannes. Op 10 oktober 1963 stierf ze daar vredig. Haar lichaam werd overgebracht naar Parijs waar haar overlijden op 11 oktober 1963 bekend werd gemaakt. Dit werd gezien als haar officiële sterfdatum. Edith Piaf werd maar 47 jaar oud. Haar grote vriend Jean Cocteau stierf enkele uren na het horen van het nieuws dat Edith overleden was op 11 oktober aan een hartaanval. Het verhaal gaat dat hij bij het vernemen van het nieuws zei: “Ik ben ongeneeslijk ziek, dat is erg. Piaf is dood, dat is erger”.

PiafGraf.jpg (88250 bytes)Haar dood veroorzaakte wereldwijd een schok en vele duizenden fans trokken naar Parijs om haar op 14 oktober naar haar laatste rustplaats te begeleiden op het kerkhof Père Lachaise. Er stonden honderdduizenden mensen langs de route toen de begrafenisstoet voorbijtrok en zo’n veertigduizend mensen probeerden op de begraafplaats bij de plechtigheid aanwezig te zijn. Ieder jaar bezoeken nog steeds vele duizenden fans haar graf om daar bloemen op te leggen.

 

Luister naar Edith Piaf

La vie en rose

Non je ne regrette rien

Milord

Les trois cloches

Concert Nijmegen december 1962 deel 1

Concert Nijmegen december 1962 deel 2
Concert Nijmegen december 1962 deel 3 Concert Nijmegen december 1962 deel 4
Concert Nijmegen december 1962 deel 5 Concert Nijmegen december 1962 deel 6
Concert Nijmegen december 1962 deel 7 Concert Nijmegen december 1962 deel 8
Concert Nijmegen december 1962 deel 9 Concert Nijmegen december 1962 deel 10

De tekst van een liedje

Non, je ne regrette rien

Non! Rien de rien …
Non ! Je ne regrette rien
Ni le bien qu’on m’a fait
Ni le mal tout ça m’est bien égal !

Non ! Rien de rien …
Non ! Je ne regrette rien…
C’est payé, balayé, oublié
Je me fous du passé!

Avec mes souvenirs
J’ai allumé le feu
Mes chagrins, mes plaisirs
Je n’ai plus besoin d’eux !

Balayés les amours
Et tous leurs trémolos
Balayés pour toujours
Je repars à zéro …

Non ! Rien de rien …
Non ! Je ne regrette rien …
Ni le bien, qu’on m’a fait
Ni le mal, tout ça m’est bien égal !

Non ! Rien de rien …
Non ! Je ne regrette rien …
Car ma vie, car mes joies
Aujourd’hui, ça commence avec toi !

 

Geraadpleegde bronnen o.a.:

Answers

Geocities

IMDb

Little Sparrow

RFI Musique

VH1

Wikipedia

 Terug naar Nostalgie  

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten