Anna stond te wachten, te wachten op haar man.
’s Nachts om twaalf uren, daar kwam de rakker an.
Goedenavond Anna, Goedenavond Jan,
Waar ben je zolang gebleven? Dat gaat jou niks an.
Anna ging naar boven, haalde een dikke stok,
sloeg het arme ventje bovenop z’n kop.
Jan begon te huilen, te huilen moord en brand.
De buren kwamen kijken, maar er was niks aan de hand.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.