Heer ridder Jan, van ’t slot in Wemeldinge
Ging bij z’n buurman vragen hoe de zaken stingen.
Die zei: “Ik klop ’t af, maar ik heb niet te klagen’.
En toen zei Jan: “Ik wilde jou meteen iets vragen.
Die dochter Mina van je wil ik gaarne huwen’.
“Bied op,’ zei buur, “Als ’t me bevalt is zij de Uwe’.
Toen werd voor ’n koe, twee schapen en een ouwe buldog
Diezelfde dag nog het huwelijksfeest bepaald.
Doch Mina had reeds geruime tijd een vrijer,
Dat was een zeek’re Meijer en van beroep vrachtrijer.
En toen ze hoorde dat pa d’r wou verkopen,
Dacht ze niet lang maar nam meteen een kloek besluit:
“Vannacht knijp ik er tussenuit’.
Ze ging naar Meijer, die z’n handen stond te wringen
Ze zongen vlug: “Adieu vaarwel, m’n Wemeldinge.’
En leefden lang en vrij gelukkig met elkander.
Zoals geen ander,
Of je ’t gelooft (of niet!).
Maar toen zij tien jaar mevrouw Meijer had geheten
Kon ze nog altijd Wemeldinge niet vergeten.
Ze zat voortdurend over ’t oude slot te tobben,
Inplaats de vloeren van het eigen huis te schrobber.
Terwijl Meijer hele dagen zat te kiften,
Besloot ze eens naar Wemeldinge te liften.
Ze dacht: ,,Heer Jan, die is mij zeker niet vergeten,
‘k Wil wel eens weten, hoe het nu met hem staat,
Heer Jan zat al die tijd op haar te wachten
En almaar te versmachten, bij dagen en nachten.
En toen )hij hoorde dat Mina weer in stad was,
Haar Meijer zat was; dacht hij: ,,Jongens, zij is vrij!
Wat ben ik blij! Zij wordt van mij!
Maar ook al haperde er dan wat aan haar Meijer,
Hij was tenslotte Mina’s wettelijke vrijer.
Daarom is Mina toen naar hem terug gekomen
Het eind der dromen,
Is ook het eind’ van ’t lied.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.